FEDDE SCHURER


Fedde Schurer (25 juli 1898, Drachten) was onderwijzer in Lemmer. Hij werd ontslagen vanwege zijn pacifistische opvattingen die in strijd zouden zijn met de christelijke signatuur van de school. Het besluit werd overigens na zijn dood herroepen. Na zijn ontslag werkte hij tot 1946 als onderwijzer in het openbaar onderwijs in Amsterdam.
Schurer debuteerde als schrijver in 1920 onder het pseudoniem S. Gerlofs. Na de tweede wereldoorlog was hij journalist en hoofdredacteur; eerst van De Heerenveense Koerier, later van De Friese Koerier. Hij ontwikkelde zich tevens tot Fries dichter en schrijver.
Fedde Schurer was een gerenomeerd vertaler van Heinrich Heine. Hij vertaalde ook ander werk - ondermeer van Weromeus Buning - in het Fries. Hij publiceerde in diverse periodieken o.a. Yn ús eigen tael, De Friese Koerier, Frisia en Opwaartse wegen. In 1944 gaf hij - één nummer van - een literair tijdschrift, De Rattelwacht uit. Ook was hij in 1946 medeoprichter en redacteur van De Tsjerne.
Schurer ontving in 1945 de Verzetsprijs voor Letterkundigen en in 1949 de Gysbert Japicx-prijs. Ook is er een literaire prijs naar Schurer zelf genoemd.
Op maatschappelijk gebied was Fedde Schurer eveneens actief. Hij was statenlid voor de Christelijk-Democratische Unie en Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid. Een rechtzaak tegen hem in 1951 vormde de aanleiding tot Kneppelfreed.
Onder anderen Melle Leegstra en Albert Elzinga zongen liederen van hem.
Fedde Schurer overleed aan een hartstilstand op 19 maart 1968 in zijn woonplaats Heerenveen.


FEDDE SCHURER en de PERS

in 1977

Joop Verbeke zingt poëzie

in 1984

Obe Postma en de bossa nova

in 1997

Hakkuh op z'n Fries

in 1999

De Spylman makket twadde cd keunstlieten

in 2000

,Schrijf wat je te zeggen hebt’

in 2004

Mei de guozzen mei

in 2009

Frysk sjonge

in 2010

Moai mei dij

in 2011

t Goie leven
Reboelje met gevolgen

in 2018

Friersk

PUBLICATIES

POËZIE

"Fersen" (1925)
"Utflecht" (1931)
"Op alle winen" (1936)
"Fen twa wâllen" (1940)
"It boek fan de psalmen" (1947)
"Vox humana" (1949)
"Fingerprinten" (1955)
"Frysk psalm- en gesangboek" (1955)
"Brood op het water" (1963)
"Efter it nijs" (1966)
"Opheind en trochjown" (1966)
"De gitaer by it boek" (2 delen (1969)
"Samle fersen" (1974)

PROZA

"Beam en bast" (1963)
"De bisleine spegel" (onvoltooide autobiografie - 1969)

TONEELSTUKKEN

"Thúsreize" (1937)
"Simson" (1945)
"Bonifatius" (1954)

Deze pagina is bijgewerkt op