10 september 2011
Leeuwarder Courant op het web
Reboelje met gevolgen
Als jongen van 22 jaar maakte Jan Rinderts van der Burg zestig jaar geleden op 16 november 1951 Kneppelfreed mee in Leeuwarden. Hij besprong zelfs een politieagent.
MARIA DEL GROSSO
‘Lokkich koe ik doe noch hurd rinne”, blikt de inmiddels 82-jarige Van der Burg, die nu in Leeuwarden woont, terug. Drie politiemannen zaten hem op de hielen, maar hij wist ze voor te blijven. Haast had hij toch al, want de boerenzoon moest weer aan het melken op de boerderij van zijn vader in Jelsum. „Dęrom haw ik ek net by de neisit west. Guon aksjefierders gongen noch nei it kafee.”
Dat een ver familielid van hem de aanleiding voor de ‘reboelje’ vormde, was voor de latere leraar niet de reden naar het gerechtsgebouw aan het Zaailand te gaan. „Ik woe der gewoan by węze.”
Het was een van zijn achterneven, veearts Sjirk Frânses van der Burg uit Lemmer, die het verboden werd Fries te spreken voor de rechtbank. Vervolgens moest journalist Fedde Schurer op 16 november voorkomen omdat hij een voor de rechter beledigend stuk over deze kwestie had geschreven.
‘Misdrijf’
Het ‘misdrijf’ waarvoor de veearts moest voorkomen, was een boete die hij weigerde te betalen. „As feedokter moast er fluch by in boer węze en wie hy in ferbean dykje ynriden”, weet Van der Burg nog. Het verbaast de Leeuwarder niet dat zijn familielid dit in het Fries af wilde handelen. „Alle Van der Burgen wiene en binne tige frysksinnich.”
Ook bij Jan van der Burg werd het Fries spreken er met de paplepel ingegoten. Zijn vader corrigeerde elke fout. Verschillende familieleden waren actief voor het Fries, ook op literair gebied. De veearts was in zijn studententijd bestuurslid van de Federaasje foar Fryske Studinte Ferienings en werkte mee aan de totstandkoming van het boekje ‘Fryslân sjongt’.
Jan Rinderts’ grootvader, Jan Linzes, schreef de bekende tekst van ‘It Heitelân’ en oud-oom Sjirk was de eerste die Fries sprak in provinciale staten. Ook Jan van der Burg zette een Fries lied op papier dat nog elk jaar gezongen wordt bij het Sint Piterfeest in Grou. ‘Węrom stiet yn it âlde Grou de flagge op ‘e toer’, schreef de onderwijzer toen hij lesgaf op de openbare school in Grou.
Herrie
Van der Burg was op Kneppelfreed van plan de rechtszitting in de zaal bij te wonen, maar de kleine zaal kon alle toeschouwers niet herbergen. Honderden aanhangers moesten buiten blijven. „Doe begűnen de sprekkoaren en it sjongen.” Dat werd volgens Van der Burg verboden omdat de mensen in de rechtszaal last van de herrie zouden hebben.
De brandspuit en de wapenstok kwamen eraan te pas om het publiek uiteen te drijven. „Ik waard pas grimmitich doe't Fedde Schurer de rjochtbank útkaam en op it skouder naam waard troch Anne Wadman en Douwe Tamminga. Doe begűn de plysje dęrop yn te slaan en dat koe ik net ha.”
De ‘reboelje’ van die dag heeft in de ogen van Van der Burg wel wat opgeleverd. „Der kamen folle mear regels foar it Frysk.” Wel moet hij met spijt vaststellen dat daar tot nu toe niet genoeg gebruik van is gemaakt. „It brűken fan it Frysk yn it deistich libben giet noch hieltyd efterút. It is ôfgryslik hoe'n protte Hollânsk dertusken sit “