De Friese schrijver en dichter Jan J. Bylsma (Leeuwarden, 23 november 1931) groeide op in zijn geboorteplaats. Hij volgde daar het gymnasium en de Rijkskweekschool. Vervolgens werkt hij een aantal jaren als onderwijzer. Ondertussen studeerde hij Frans en Nederlands. Daarna werd hij - tot zijn pensioen - leraar Nederlands in Heerenveen.
In 1967 debuteerde Bylsma als dichter met de bundel Striptease. Hij schreef een korte roman en vertaalde de novelle De fûke van Rink van der Velde in het Nederlands. Samen met politieagent-schrijver Anne Hellinga schreef hij drie detectives.
Bylsma was redacteur van het tijdschrift De Strikel (1967 - 1978).
Jan J. Bylsma schreef cabaretteksten voor Rients Gratema. Joop Verbeke zette gedichten van hem op muziek.
In 1967 ontving Bylsma de Rely Jorritsmapriis voor het gedicht Sankje.
JAN J. BYLSMA en de PERS:
in 1977:
Joop Verbeke zingt poëzie
in 1984:
Obe Postma en de bossa nova
PUBLICATIES:
"Striptease" (poëzie, 1967)
"It Fersin" (roman, 1968)
"De fuik" (Nederlandse vertaling, 1970)
"Altyd like fleurich" (poëzie, 1971)
"Jan Krukje en syn maten" (poëzie, 1976)
"As wie der neat te rêden" (poëzie, 1979)
"Machtich as de miggen" (poëzie, 1992)Samen met anderen:
"Moard op ’e Himrik" (detective, 1974)
"Moard mei muzyk" (detective, 1974)
"Benedictus pakt troch" (detective, 1975)
"Myn moaiste fersetsje: Reimer van Tuinen en de Strikel" (2006)