11 mei 2005
Provinciale Zeeuwse Courant op het web
Van Friese fado tot Breskens-rap
door Henk Postma
Nederlandse muziek bestaat niet, meldt de internationale Rough Guide voor Wereldmuziek, het meest gezaghebbende naslagwerk voor klanken die voortkomen uit streekculturen. Geen stad in Nederland, of er treden artiesten op uit alle uithoeken van de aardbol. Maar, aldus de gids, je mag jezelf gelukkig prijzen wanneer je daartussen ook maar één origineel Nederlands deuntje hoort.
De bevindingen van de Vlissinger Joop van den Breemen doen anders vermoeden. Hij onderhoudt een website over Nederlandse streektaalmuziek. Die groeide uit tot on line encyclopedie, waarin informatie is te vinden over meer dan 2500 artiesten die van het dialect hun muzikale voertaal maakten. Nog wekelijks komen er nieuwe namen bij.
Van den Breemen staat er zelf versteld van. Toen hij in 1996 met zijn website begon, maakte hij dankbaar gebruik van een lijst die was samengesteld door Louis Peter Grijp, musicoloog aan het P. J. Meertens-Instituut te Amsterdam. Daarop stonden de namen van de honderd bekendste streektaalartiesten. Die kwamen in 1995 bovendrijven tijdens wetenschappelijk onderzoek naar de populariteit van streektaalmuziek.
„Achter de Hollandse Waterlinie", concludeerde Grijp destijds, „bevindt zich een bloeiende muziekcultuur waarvan de Randstedeling geen weet heeft." Dat was niet helemaal waar. Ook toen al maakten streektaalartiesten als het Drentse Skik, het Achterhoekse Normaal, het Limburgse Rowwen Hèze, de Brabantse Gerard van Maasakkers en het Zeeuwse Surrender tot ver buiten de eigen plattelandsgrenzen furore.
Maar dat die eerste honderd namen slechts het kopgroepje vormden van een onafzienbaar uitdijend peloton, daar had Van den Breemen - hoewel een autoriteit op het gebied van de folkmuziek - geen flauw benul van. „Toen ik tweehonderd namen had, dacht ik: dat is het wel zo'n beetje. Maar het bleef groeien." Maart vorig jaar voegde Van den Breemen nummer tweeduizend toe aan z'n 'encyclopedie'. Afgelopen weekend overschreed de teller de 2500.
Iedere Nederlandse muziekgroep" of zanger(es) die sinds 1950 ooit een keer op de bühne, dan wel op een geluidsdrager in dialect musiceerde, krijgt een plekje op de website. Het zijn, muzikaal bezien, niet louter hoogvliegers. Menigeen draagt van harte bij aan het oubollige imago dat aan dialectmuziek zou kleven.
Kaoiespuugers-rap
Maar de afgelopen jaren dienden zich toch vooral artiesten aan die voor nieuwe, frisse, hoogwaardige inbreng zorgden: van de Friese fadozangeres Nynke Laverman tot de Breskense hip-hop formatie Stormtroepers. De rapper van die band, Sven Cruson, alias Johnny O.K., speelde zojuist een cd vol met Breskense 'vis-hop', uitgevoerd in Kaoiespuugers-dialect.
Voor elk van zijn ruim 2500 artiesten heeft Van den Breemen een webpagina ingeruimd, compleet met biografie, perspublicaties, en soms ook een foto. Jaarlijks raadplegen tienduizenden bezoekers meer dan een half miljoen pagina's.
Limburg blijkt de bakermat van de dialectmuziek. Die provincie herbergt maar liefst 42,2 procent van alle artiesten. Op verre afstand volgen Friesland (18,2 procent) en Noord-Brabant (12,8 procent). De Randstad blijft ver achter. Hoewel André Hazes, kort na zijn dood, nog even de top tien van de meest geraadpleegde pagina's bereikte, en Johnny Jordaan daaruit niet is weg te slaan, schittert randstedelijk Holland door afwezigheid. Zeeland telt 68 vermeldingen, en is daarmee een middenmoter. Met de rockgroep Surrender als leverancier van een mooie anekdote. Die band maakte begin jaren negentig furore met 'Ôans bin de Zeeuwen', een lied, opgetekend uit de mond van de moeder van de bassist. Die had gewerkt bij een conservenfabriek in Krabbendijke, en daar zongen de vrouwen het altijd. Een stokoud volksdeuntje dus, dacht Surrender. Totdat Bei Cock, de nestor van de Zeeuwse dialectzang, zich meldde als de maker van het lied. De Zeeuwse muziek leeft. Surf naar http://home.wanadoo.nl/streektaalmuziek.