TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 84, december 2002 / januari 2003
NEWfolkSOUNDS op het web
STREEKTAALMUZIEKFESTIVALS
Joop van den Bremen
Steeds meer artiesten zingen in hun eigen streektaal. Speciale festivals worden als platform voor deze populaire zangwijze georganiseerd. De streektaal stopt niet bij de provinciegrens maar toch blijken die festivals vooral provinciale aangelegenheden. Drie festivals springen in het oog: het Brabantse Dialectenfestival in Lieshout, De Nach van het Limburgs Leed in Venlo en Tsjoch in Drachten.
Laagdrempelig in aanraking komen met de streektaal
Eens per twee jaar vindt in Lieshout het Brabantse Dialectenfestival plaats, op de tweede zondag van juni in de even jaren. Dit jaar, op negen juni, was dat al voor de vijfde keer. Het dialect staat in Lieshout centraal. Muziek is het middel dat de meeste artiesten gebruiken om het Brabants in al zijn variaties te laten horen. Maar ook een handvol verhalenvertellers is actief. Dit jaar vielen tussen de tientallen zangers en vertellers vooral de groepen met een cabareteske en humoristisch inslag op, zoals Dè Vèlt Op en Spoit Elluf. Ze trokken minstens zo veel publiek als de vertrouwde artiesten. Want ook Cor Swanenberg, Annelieke Merx, Marie-Christien Verstraten en Lya de Haas bleken nog steeds erg populair. Er was vooral een wat ouder publiek. Groepen die zich op jongeren richten, ontbraken in het Brabantse dorp.
De Nach van t Limburgs Leed vond voor de derde keer plaats op de laatste dag van augustus. De start was 's avonds om negen uur op de Markt voor het oude stadhuis. Maar het echte feest begon pas rond elf uur in meer dan tien cafés. Die optredens liepen tot een uur of vier in de zondagnacht door. Het doel is volgens mede-organisator Marcel Tabbers: 'het publiek, met name jongeren, op een laagdrempelige manier in aanraking laten komen met streektaalmuziek en het Limburgse dialect.' Dat dan de keuze valt op bands met jeugd-appeal zoals Neet Oét Lottum, Drekskaters, Ondiep en Ex Ronnie Toober is duidelijk. De Venlose cafés puilden uit en er waren - ook door het gekozen tijdstip - veel jongeren op de been. Toch kregen artiesten met aantrekkingskracht op ouderen zoals Anja Bovendeaard, Jack Vinders en Zjèr Bataille ook een plek in het cafécircuit. Zelfs het carnaval en de après ski werd door Tobias Berger naar het einde van de zomer verschoven. Gé Reinders trad op in een tjokvolle galerie die letterlijk oververhit raakte.
Het oudste van de drie festivals, Tsjoch, vierde dit jaar op 21 september zijn vijfentwintigste verjaardag. Er speelt in Drachten een doorsnee van de Friese artiesten en die maken zeer uiteenlopende muziek. Tsjoch speelt zich af in diverse zalen van het multiculturele centrum "De Lawei" en is eigenlijk geen echt streektaalfestival. Maar in de praktijk zingt meer dan tachtig procent van de artiesten wel in het Fries. Volgens de kersverse voorzitter van de organiserende Vereniging van Friese Volksmuzikanten Sido Martens: 'is het festival oorspronkelijk opgezet als podium voor volksmuzikanten. Maar iedereen die lid wil worden van onze vereniging kan dat.' De Vereniging bestaat sinds 1979 en heeft nu ruim 200 leden. Aan het festival werken tientallen groepen en solisten mee. Tegenwoordig hoor je er behalve folk ook andere muziekstijlen. Het Tsjoch-festival trekt doorgaans zo'n 1000 bezoekers maar in dit jubileumjaar was het duidelijk drukker. Sido Martens: 'Tsjoch is bewust niet als streektaalfestival opgezet. Alles is mogelijk. Er zijn geen beperkingen. Niemand wordt geweigerd. Je kunt zelf kiezen hoe je wilt spelen; in twee korte optredens of een langer optreden.' Muziek uit Friesland zo een plek geven, heeft volgens Martens een aardig gevolg: 'Op deze manier creëert Tsjoch een platform voor de eigen identiteit in Friesland.' Maar veel bezoekers beschouwen Tsjoch daarnaast als een soort reünie van muzikanten.
De organisatoren van de drie festivals regelen ook andere zaken. In Lieshout reikt de organisatie de Brabantse Dialectpenning uit aan dialectschrijvers in verschillende categorieën. Zo ging de dialectpenning voor liedteksten dit jaar naar Marie-Christien Verstraten.
Ook de Stichting Nach van 't Limburgs Leed reikt een prijs uit. Deze ING-Priés veur 't Limburgse Leed gaat naar een dialectzanger of zangeres, tekstdichter of band ter aanmoediging en waardering. In 2002 was deze prijs voor Arno Adams. Marcel Tabbers: 'we willen tevens een voedingsbodem creëren voor dialectmuzikanten met de mogelijkheid op te treden en de kans als muzikant en tekstschrijver geprikkeld te worden. De organisatoren zijn altijd sterk betrokken geweest bij dialectmuziek, dialect en muziek.' Daarom bracht de stichting in 1999 ook een cd "Liedjes veur de iëwigheid" uit. Daarop een doorsnee van Limburgse dialectgroepen met een hommage aan een van de bekendste Limburgse liedjesschrijvers: Frans Boermans.
De Vereniging van Friese Volksmuzikanten organiseert elk seizoen ook nog een tiental concerten in samenwerking met plaatselijke culturele commissies en centra. En verder is er een paar keer per jaar Tsjong. Dat is de naam van het open podium waar bekend en onbekend talent de kans krijgt om kunsten op het gebied van muziek, toneel en voordracht te vertonen. Ook liet de vereniging al twee verzamel-cd's verschijnen. Al dat werk is na vijfentwintig jaar nog steeds geen automatisme geworden. Er doen zich altijd wel problemen voor om op te lossen. Martens: 'Iedereen krijgt voor zijn optreden een minimale vergoeding. En dat leidt tegenwoordig tot een hoop gedoe. De belastingdienst vindt dat daarop rechtstreeks belasting moet worden geheven.' Maar desondanks: 'ik ben sinds kort voorzitter geworden omdat ik vind dat deze activiteit vooral moet doorgaan'.