17 maart 2009
Het Brabants Dagblad op het web
'Nou houdoe dan', afscheid op z'n Brabants van 'vòdder én ons moeder'
door onze correspondent Will Bax.
MIDDELRODE - Toen Piet Gurtjes Swanenberg (1907) overleden was, vond zijn stamhouder Gerrit in een leghokje van zijn duivenkooi een oud schoolschriftje.
Een dagboekje van zijn vader, zo bleek. De notities, met timmermanspotlood geschreven, beslaan een periode van twintig jaar.
In zijn moedertaal, het Noord-Meierijs, begint Swanenberg in 1935 met de woorden: Piet Gurtjes x Han van Klaasse. Van d'n Huisbèrg nor d'n Heikant. Vandaag vur ons èige begonne! We gòn 't hier make. D'r velt veul te doen ..' En in 1942: ..'wir 'ne jungkse, onze Cor' In 1944 vermeldt hij 'Bevrijding. Alles is afgebrand op de hennekoi nao.'
Op de buitenkant van de kaft zal hij later schrijven 'Nou houdoe dan', zijn vaste afscheidsgroet. Onder de gelijknamige titel verscheen recent het vijftigste boek van zijn jongste zoon Cor.
De beknopte familiekroniek is tevens een hommage aan zijn ouders, zegt de schrijver, verteller en dialectoloog uit Middelrode. "Ik wilde vooral laten zien wie mijn vader en moeder waren. Aan de hand daarvan krijg je een beeld van wat er veranderd is in nog geen eeuw tijd. Ik heb de hoogtepunten eruit gepikt. Die gedoemd zijn ook autobiografisch te zijn: mijn vader en moeder hebben zich doodgewerkt voor ons. Vanuit zulke armoedige omstandigheden gaven ze hun kinderen een prachtige jeugd. Al was het boerenwerk niet mijn meug. Dat ik na de lagere school mocht doorleren, was in die dagen een extra privilege."
Geboren en getogen op 'de godvergeten schralen zandhoek' in het gebied tussen Rosmalen en Nuland, in het gehucht Tenblakke groeide junior op in een groot en hecht gezin. "Wij woonden midden in de natuur. Met een vrijheid, die nu onvoorstelbaar is. Verstoken van stromend water en elektriciteit leefden wij in de middeleeuwen. Het enige uitstapje was de kerk en de kermis."
Zijn ouders typeert hij als karaktervolle mensen. "Zij sprongen er niet uit . Dat wilden ze ook niet. Ze waren bang, dat wij ons te groot zouden kennen. Dat werd ook door de omgeving beschouwd toen ik mister wilde worden. 'Zo'n snotjong van de hei…' Toen ik als leraar Duits en Engels aan de slag ging, heb ik dat ervaren als een vervulling van een visioen. Ik heb mijn vak altijd met plezier gedaan. Evenals schrijven, Dat het zo zou ontaarden, heb ik nooit kunnen bevroeden. Ik zeg met schroom, dat ik een bos plat heb geschreven.
Alhoewel Swanenberg vaak aan het Brabants dialect wordt gekoppeld, verscheen meer dan de helft van zijn oeuvre in het ABN. Daarnaast schreef hij werk in het Duits en Engels. In samenwerking met anderen, ondermeer met zijn echtgenote Nelleke de Laat, die ook de illustraties voor haar rekening nam, èn zijn zoon Jos, recent benoemd tot hoogleraar in de diversiteit in talen aan de Universiteit van Tilburg, droeg hij op verschillende manieren ook zijn steentje bij aan de positie van de streektaal. 'Nou houdoe dan' kwam zowel in zijn eerste moedertaal, als in het ABN uit. Verluchtigd met zwart – wit foto's en tekeningen omlijsten ze de liefdevolle herinneringen aan 'onze vòdder én ons moeder' .