Brabants op het web

Joop van den Bremen

Nader beluisterd

De Bietels op z’n Brabants
“Een erg breed muzikaal scala, ijzersterke teksten en ook nog eens liedjes die heel veel mensen kennen.” Dat waren volgens Paul Spapens de argumenten om de Beatles voor een Brabant-breed project te kiezen. De voorzitter van de Stichting Tilburgse Taol nam met Jan Smeets het initiatief voor een Brabantse Bietels-cd.
“Ik heb mijn netwerk gebruikt om mensen te vragen mee te doen” zegt de voorzitter van de Brabantse dialectprijs, 'De Vergulde Klomp'. Twee jaar lang werkte het duo intensief samen met Jos Swanenberg van de Stichting Erfgoed Brabant i.o. Die bracht mensen bij elkaar, verstuurde brieven, legde contact met de studio, vroeg offertes aan, controleerde drukproeven en organiseerde vergaderingen. Voor- en tegenspoed veranderden echter niets aan zijn bescheiden opstelling: “Eigenlijk is het typerend voor mijn werkzaamheden; ik heb een initiatief ondersteund.”
Ook Sjef van Schalen werkte mee en bovendien mocht die op 8 juni namens de Stichting Brabantse Dialectenfestival Lieshout het eindproduct in ontvangst nemen. Volgens Spapens een cadeau om, naast de toekenning van de Vergulde Klomp in 2006, “onze bewondering en erkentelijkheid voor de stichting uit te spreken.”

Naast de nodige energie steekt er veel creativiteit in de schijf. Dat blijkt uit de fraaie muziek, spitsvondige vertalingen en originele arrangementen. Een niet voor de hand liggende keuze van artiesten getuigt bovendien van durf en het resultaat bewijst dat het produceren van een streektaal-cd op deze wijze loont.
Leuke muziek klinkt al meteen in het openingsnummer als 'Lamarotte' lekker losjes Ès ik zestig wor (When I’m sixty four) speelt. Het rasechte dixielandnummer straalt veel enthousiasme uit en is een heerlijke binnenkomer.
Cover-cd’s rammelen vaak omdat de kwaliteit van een kopie het origineel nu eenmaal zelden benadert. Als je kiest voor een volstrekt andere vorm - en dat gebeurt hier vaak - valt die beklemmende vergelijking weg. Op sjaanternel staat weliswaar zeer dicht bij het originele A hard day’s night maar daar valt niets op af te dingen. De 'Mal Evans Memorial Band' is dan ook een echte Beatles-coverband die met liefde voor de muzikale nalatenschap van het kwartet uit Liverpool de perfectie van hun voorbeeld evenaart. Het Tilburgs dat in hun eigen vertaling steekt, is daarbij het toefje slagroom op de taart.
De meeste vertalingen zijn trouwens sterk. Een fraai kunststukje is de aanpak van We can work it out. Peter Dictus vormde de klanken om tot In het weekend word ik oud. In het eveneens door hem vertaalde Dahliavelden voor altijd (Strawberry fields forever) speelt de typische ‘cafésport’, rikken, een belangrijke rol. Dictus veranderde daarmee het psychedelische rocknummer van John Lennon in een uitgesproken Brabants nummer. De licht benevelde sfeer en de uitvoering door de americana-band 'Rita Lynn', met zang van Bart Brosens en Peter Dictus zelf, doen de rest. Ook andere frisse vertalingen van onder anderen Jan Smeets, Frans Hoppenbrouwers en de ‘stads’-dichter van Bernheze, Ad van Schijndel, staan midden in deze tijd.
De sterk uiteenlopende arrangementen zijn origineel. In het door Hoppenbrouwers vertaalde She’s leaving home zingt MarieChristien Ze guh ùt hùs. Het achtergrondkoortje, 'Marty’s Mèdjes', zingt daar niet alleen ‘doe doe’ maar ook ‘houdoe’ tegen aan. Zo drukte Tom Bruijns met dat arrangement weer een echt Brabants stempeltje op deze schijf. In de vocale bijdrage van Jan Smeets, Mee wè hulp van m’n maots (With a little help from my friends) vallen de geblazen klanken van het koperkwintet 'Nos Jungit Apollo' uit Sint Oedenrode op. Zo’n arrangement ligt niet echt voor de hand maar klinkt uitstekend. Michelle wordt sfeervol aangekleed door het Wiener Septet dat in de afronding een hobo fijntjes laat doorklinken. Jacques van Gerven zingt het breekbare lied ingetogen en staat daarbij ver van zijn gebruikelijke Sjawi-rol. In andere arrangementen is de geoefende en technische hand van Roel Jongenelen soms hoorbaar aanwezig.
Tussen de uitvoerenden die we vaker tegenkomen in het dialectcircuit schittert Marja van Trier. Zij maakt er in haar eigen omgetaalde en cabareteske versie van Piggies iets moois van als ze ook nog eens de Vèèrkes laat knorren. Maar vooral de onverwachte artiesten springen in het oog. Zij verrijken - niet alleen vanaf het platteland maar ook vanuit de steden - het Brabantse streektaalcircuit. Vooral de 'Band Zonder Banaan' valt tussen die ‘nieuwe Brabanders’ op. De landelijk bekende formatie ademde zo nu en dan al een Brabants sfeertje via hun onderwerpen uit maar met Oh lustig vrouwke (Lady Madonna) uiten ze zich echt in het Brabants èn hun eigen rechttoe-rechtaanstijl. Dit smaakt - waarschijnlijk vooral bij jongeren - naar meer. De geschoolde baritonstem van Steph Breukel laat in Wè dichterbij (Something) horen dat streektaalmuziek ook serieus kan klinken en Dorien van Limpt tekent in een combinatie van zang en voordrachtkunst een schitterend beeld van het Eindhovense Floraplein (Penny Lane).

Bij een project als dit is natuurlijk niet alles perfect maar de meeste van de zeventien tracks kunnen de toets der kritiek uitstekend weerstaan. Deze Bietels-cd maakt de Brabantse dialectmuziek met een grote stap veelzijdiger. Of het nieuw geluid een nieuwe lente binnen de Brabantse dialectmuziek veroorzaakt, moet nog blijken maar twee dagen na het beluisteren van de schijf zingen de liedjes nog steeds door mijn hoofd; eigenlijk weer net als ruim veertig jaar geleden. Deze keer drijven er echter Brabantse tekstflarden op de melodieën mee. “Wij wilden aantonen dat het Brabants net zoveel zeggingskracht heeft als de wereldtaal Engels.” vertrouwde Paul Spapens mij eerder toe. Die ambitie is wat mij betreft niet overdreven.

De Bietels op z’n Brabants
(Visco CDA 0815 JV)
Te bestellen bij Erfgoed Brabant
(telefonisch: 073-6156262)


Deze pagina is bijgewerkt op