17 maart 2007
Eindhovens Dagblad op het web
Streektalen bloeien op
in boeken en in muziekEINDHOVEN - Het boekje Brabants Mooiste Woord (2005): 27.000 exemplaren. Leidens Mooiste Woord, 3,5 week geleden uitgekomen: nu al 2.000 stuks. Het Helmonds Woordenboek, vanaf oktober '06: 3.000 exemplaren. Wie zei dat het dialect ten dode is opgeschreven?
Paul-Ivo Burgers van Adr. Heinen Uitgevers in Den Bosch: "Onze ervaring is juist dat de streektalen leven als nooit tevoren. Brabants Mooiste Woord hebben we bijna helemaal afgezet in Oost-Brabant, dus in een klein taalgebied. Dat maakt het oplagecijfer absurd hoog. En dat geldt ook voor dialectboeken die zich op één stad richten."
Goed nieuws dus voor de streektaalactivisten. Vandaag komen ze in het Belgische Mechelen bijeen voor de negende editie van de Nederlandse Dialectendag. Dat evenement is een initiatief van de Stichting Nederlandse Dialecten, een koepelorganisatie van Vlaamse en Nederlandse taalwetenschappers die hun brood verdienen in het dialectonderzoek.
Ze houden hun tweejaarlijkse thematische manifestatie beurtelings in Nederland en België. In 'speelgoedstad' Mechelen gaat het over dialect in het kinderspel. Een van de sprekers is Jos Swanenberg, de Brabantse streektaalfunctionaris. Een ander positief bericht voor dialectliefhebbers komt uit de hoek van de streektaalmuziek. Daar zijn de verkoopcijfers misschien niet zo spectaculair, maar is het aanbod de laatste jaren wel sterk verbreed.
Zo schreef de Vlissingse streektaalspecialist Joop van den Bremen op zijn onafhankelijke website 'Streektaalmuziek in Nederland' onlangs de drieduizendste streektaalgroep/ artiest in. In maart 2004 bleef zijn teller nog steken op 2.000 artiesten. Van den Bremen spreekt van "een heuse groeimarkt voor regionale en lokale omroepen". Volgens hem is die mede te danken aan het grote succes van landelijk bekende dialectzangers als Gerard van Maasakkers, Rowwen Hèze, Gé Reinders en Daniël Lohues.
Uit Van den Bremens inventarisatie blijkt dat in ons land de Limburgers in hun eigen taal het hoogste lied zingen. Van alle streektaalzangers komt 41,5 procent uit Limburg. Friesland is tweede (17,6 procent) en Noord-Brabant derde (14,7 procent). Uit relatieve cijfers blijkt dat de streektaalmuziek in Noord-Brabant minder sterk leeft dan elders. Bij de 'artiestdichtheid' per duizend inwoners noteerde Van den Bremen Noord-Brabant op de zesde plaats, na Limburg, Friesland, Groningen, Drenthe en Zeeland.
Gerard van Maasakkers, vlaggendrager van het Brabantse lied: "Dat verbaast mij niet. Als ik een nieuwe cd uitbreng, besteden de regionale omroepen in Limburg, Groningen, Drenthe en Zeeland daar moeiteloos een uur aan. Die hebben allemaal volop streektaalprogramma's. Bij Omroep Brabant is dat duidelijk minder." Hoewel zelf geen dialectridder - "voor mij is het Brabants geen doel, maar enkel een middel om liedjes te maken" - vindt Van Maasakkers dat Omroep Brabant het gebruik van streektaal wel wat meer zou mogen stimuleren.
Voor hemzelf is dat niet zo belangrijk. Vanavond zit Van Maasakkers weer eens in Hilversum, dit keer in 'Mooi, weer de Leeuw', het populaire televisieprogramma van Paul de Leeuw. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat het Brabants tegenwoordig ook in Hilversum volop is geaccepteerd. Dat is wel eens anders geweest!