17 februari 2004
De NRC op het web
Gé Reinders
Frits Abrahams
Er kleven twee mysteries aan Gé Reinders.
Zijn succes en zijn leeftijd.
Gé Reinders is een Limburgse zanger die buiten Limburg steeds meer succes krijgt, hoewel hij nog uitsluitend in het Limburgs zingt. Tot zo'n tien jaar geleden stond hij in kleine kring bekend als een popzanger met Engelstalig repertoire. Prima werk maar met Limburg had het niets te maken. Sinds hij in zijn Roermondse dialect zingt, stromen de bezoekers toe, tot zelfs in de Nieuwe de la Mar in het hartje van Amsterdam, waar hij gisteravond een concert gaf.
Onder de bezoekers - onder wie Paul de Leeuw - was hier en daar wel een zachte g te beluisteren, maar het Algemeen Beschaafd Nederlands leek toch te overheersen. „Ik kan het merken als het publiek meezingt bij het nummer Nederland(j)", vertelde Reinders me na afloop, „dat klinkt in Amsterdam heel anders dan in Limburg."
De teksten van Reinders zijn lang niet allemaal eenvoudig. Voor mij is dat geen probleem, want ik heb een poos in Limburg gewoond, maar hoe staat een `Hollander' tegenover de regels: Miense kinne neet ruke waas doe dich hobs bedach/ Joa dien moder kint raoje waas doe van häör verwachs? (Mensen kunnen niet ruiken wat jij hebt bedacht/ Ja je moeder kan raden wat jij van haar verwacht).
Als Reinders mij tien jaar geleden had gevraagd of hij met zulk repertoire het land in kon trekken, zou ik het hem ernstig afgeraden hebben. Maar de mensen vinden zijn muziek en zijn zangstijl kennelijk zó goed - en dat zijn ze ook - dat het hun niets uitmaakt of zijn teksten wel allemaal begrijpelijk zijn. Zoals Reinders het zelf ergens in zijn programma zegt: „Een vrouw uit Zeeland zei: na een kwartier was ik vergeten dar ik het niet kan verstaan."
Trouwens, wie het in de zaal niet helemaal heeft kunnen volgen, kan het thuis op zijn gemak met de cd's verder proberen. Het is de moeite waard, want Reinders schrijft mooie, intieme teksten over de belangrijke onderwerpen van het leven. Er zit melancholie in die teksten, en op zulke momenten doet hij me ook denken aan zijn grote Groningse collega wijlen Ede Staal, maar het is een welgemoed soort melancholie - de treurigheid gaat nooit met de zanger op de loop.
Een van zijn beste nummers is Haai mich vas (Hou me vast) dat hij tegen het einde van het programma, gezeten aan de piano, brengt. De soms uitbundige sfeer op de bühne is dan heel ijl geworden, het lijkt even of John Lennon op aarde is teruggekeerd om een opvolger voor Imagine uit te proberen. Haaj mich nag efkes vas veurdet veurgaon sjlaope hie, zingt Reinders. (Hou me nog eventjes vast voordat we hier gaan slapen).
Hij vertelde tevoren dat Jeroen Pauw het nummer onlangs in het radioprogramma Met het oog op morgen had gedraaid. Dat was mooi meegenomen. Maar dat Pauw hem een `Roermondse troubadour' had genoemd, vond hij minder prettig. Hij zag een raar mannetje voor zich met bellen en in een te korte broek.
Nadat hij na afloop in de foyer zijn cd's had gesigneerd, vroeg ik hem hoe oud hij eigenlijk was. Vijftig, zei hij tot mijn verbazing. Ik had hem zeker tien jaar jonger gegeven. Hij heeft de gedrevenheid van een artiest die nog een hele carrière voor zich heeft.