Huis aan Huis

Streekblad voor Oost-Groningen

---------------Ede Staal---------------

-----------------Fieke Staal over haar man Ede-----------------

'Hij was als twee verschillende mensen een beetje maf maar ook erg serieus'

DELFZIJL - "Ede Staal had een heel eigen muzikale richting. Hij was als tekstschrijver en muzikant niet eigenwijs (had wel een eigen wijs), maar eigenzinnig. Wilde bijvoorbeeld een liedje beginnen met de titel en was daar dan door niets of niemand vanaf te brengen. Een goed voorbeeld daarvan is de wellicht meest bekende single van Ede; die begint met... 'Mien Toentje'. En pas daarna: 'Mien waitschilke bonen, die komen zo slecht op..', enzovoort. Er zijn daardoor wel verschillende opnames vernietigd".

DOOR DICK ZWIERS

Koos Hindriks trok als muzikant in de zeventiger- begin tachtiger jaren regelmatig op met de Groningstalige zanger Ede Staal, die in 1986 op 43-jarige leeftijd overleed.

"Ede was een man die werd geïnspireerd door ruimte; hij woonde dan ook steeds op een grote boerderij in de Oostgroninger polders, 's avonds het enige lichtpuntje in de wijde omgeving. Die ruimte, daar had hij een binding mee; een hechte band met het landschap. Ik heb echt het idee dat dit een grote invloed op hem had, want Ede was een gevoelsmens: zeer emotioneel.
Die gevoelens zette hij op de band, de muzikant moest met een simpele waarheid zijn gevoel op die manier kwijt", weet Koos Hindriks zich te herinneren.

'Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek, oh joa
Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek.
Vlak achter Drijborg in mien mooie polderlaand,
Ligstoe te dreumen aan die gruine diekenraand.
En in november zai 'k de ganzen in heur vlucht,
Ze schrieven dien noam tegen de strakken blauwe lucht.
Nij Stoatenziel. veur wel rust en roemte wil,
Doar staait 't tij en sums de tied nog even stil'.


Ede Staal begon zijn muzikale loopbaan als jongetje van tien; als 'trompetter' in de dorpsfanfare, ergens in het noorden van de provincie Groningen. Hier ontdekte de - toendertijd - toekomstige 'ambassadeur voor Groningen en z'n taal' zijn liefde voor muziek.
In 1974 maakte Ede Staal zijn debuut bij platenmaatschappij Phonogram met de single 'I'm in the blues'. "Een schitterende plaat", licht Koos Hindriks toe. "Ik was liedjesschrijver voor het 'Sneeuwbaltrio', waarmee we zes elpees hebben gemaakt, waaronder een in het Groninger dialect. Ede schreef 'Jaques Brel-achtig' toen ik hem leerde kennen. Zoals gezegd: hij deed geen concessies: wilde ook alles in een keer inzingen. "Ik hou niet van kunstjes", zei hij dan, je schildert een schilderij toch ook in één keer".
Net als zijn eigen richting was hij hier niet vanaf te brengen. Toch ben ik min of meer de 'natuurlijke aanleiding' geweest om hem ergens toe te brengen wat hij eigenlijk niet van plan was: het schrijven en zingen in de Nederlandse en Groningse taal. Maar altijd sober en simpel; vooral op het toneel. Dat kwam ook tot uitdrukking in z'n teksten".
Weinig woorden, veel gezegd. Een voorbeeld (uit de titelsong van het album 'As Vaaier Woorden):

'As vaaier woorden die niks meer zeggen,
En 't ook gain zin het 't oet te leggen.
As boven laand al meeuwen vlaigen,
En dunderkoppen mie nait bedraigen
Din blift allain d'herinnering,
Din raaizen we soamen terug.
Sums duurt 't 'n eeuwigheid,
Sums vuel te vlug.
When three words vail, and can't be said.
And all around is cold and dead.
The tide is low, the seagulls high,
A lonely beach and a dark blue sky.'


"De teksten van Ede zijn niet autobiografisch", weet zijn vrouw, Fieke Staal. "Ede werd geïnspireerd door het leven. Hij schreef wel vanuit zijn gevoel en herinneringen; bepaalde dingen die hij had meegemaakt, maar niet echt iets persoonlijks. En natuurlijk over het Groninger land, dat hij goed kende en waar hij van hield. Die teksten kwamen zo in zijn hoofd op, het was nooit een langdurige 'bevalling'. Hij dacht er even over en had de tekst", zegt mevrouw Staal.
"Zo ging het ook met 'Mien Toentje', Ede was gek op z'n tuin. Zat altijd als 'een oude mol' met zijn handen in de grond, nooit met een schep of zo".

Gezelligheidsdier
Het belangrijkste voor Ede was om naar huis te gaan, naar zijn tuin en zijn gezin. Hij was een echt 'gezelligheidsdier', maar heeft ook altijd een eigen kamer gehad (het gezin Staal verhuisde vijftien keer binnen de provincie), en was daar dan altijd met muziek bezig. Hield van alle muziek, als er maar iets 'in' zat. Ook de zogenaamde 'schlagers' kon hij soms prachtig vinden, al paste het helemaal niet bij hem".
Zo 'gek' als Ede Staal van muziek van anderen kon zijn, zo 'gek' waren veel anderen van zijn muziek. Al vanaf het begin. Fieke Staal: "Toen Phonogram in 1973 'lucht' kreeg van hetgeen hij op muzikaal gebied maakte, stonden er meteen twee producers op de stoep die hem een week studiotijd aanboden, om een langspeelplaat op te nemen. Maar Ede hoefde niet zo nodig en dat is zo gebleven. Hij heeft op die manier erg veel kansen gehad, maar zoals gezegd; het interesseerde hem niet zo gek veel".

Mollebone Music
Ede richtte later met de Veendammer Klaas Staal het muzieklabel 'Mollebone Music' op (nu nog in het beheer van Fieke Staal). Voor zijn overlijden waren er van de eerste langspeler, Mien Toentje uit 1984, reeds 13.000 exemplaren verkocht. Ruim een jaar geleden verschenen 'Mien Toentje' en 'As Vaaier oorden' (die na zijn dood uitkwam) op compact-disc. Van beide CD's zijn reeds tienduizenden aan de man gebracht. Van de elpees werden er naar schatting om en nabij de 150.000 stuks verkocht.
Exacte cijfers kan Fieke Staal niet geven, maar volgens haar ligt het zeker in die orde van grootte. Ongekende aantallen voor iemand die in de streektaal zingt. Ede Staal kwam echter nog nimmer in de hitlijsten voor, juist ook doordat zijn platen in eigen beheer werden en worden uitgebracht (deze cijfers worden niet geregistreerd door de Stichting Nederlandse Top 40). Ede vond dat echter niet zo belangrijk en zijn vrouw Fieke zal het nooit belangrijk gaan vinden.
"Nu voelen een heleboel mensen zich door zijn teksten aangesproken. En daar gaat het om; om zijn muziek". Toch was en is Koos Hindriks ervan overtuigd dat de doorbraak was gekomen als Ede zich wat commerciëler had opgesteld: "Zelfs verder dan in Nederland. 'Mien Toentje' was ook in het Engels klaar".
Maar, nogmaals, het ging Ede om zijn muziek; hij leefde dicht bij de 'bronnen'; die zie je bij het beluisteren van zijn teksten voor je:

'Eerst was de veen en alles onbegoanboar,
't Laand was sjompig en gain mensk dij der kon wonen,
Toun kwam de tied van torfgroaven en van toumoaken,
van aarmou at men pankouk, broene bonen.
Doar liggen de baauwten en de boerderijen,
Doar bluit mien eerappellaand
Doar woar 't vrouger kraben en knooien was,
Want alles ging met d'haand.'


En verder:

t Liekt zo mooi, dat laand mit aal zien kleuren,
Ze stoanen in blui: 't is lila, roze en wit,
As bie haarfstdag de luchten zwoarder worden,
Din gaait 't allinnig nog om wat der onder zit'

(uit: Doar bluit mien eerappellaand).

"Steeds weer een nieuwe generatie 'ontdekt' zijn muziek", zegt Fieke Staal. "Dat begint al op 20-21 jarige leeftijd, zo gauw jongeren de 'wortels' met het landschap voelen. Ik denk dan ook dat deze muziek tijdloos is, het zit ook qua tekst erg mooi in elkaar. Ede was een echte 'taalfreak'; altijd met woorden, met taal bezig, tot en met het Chinees. Verder filosofeerde hij veel, had altijd hele mooie gedachten en kon die ook heel goed onder woorden brengen.
Toch komen zijn teksten uit het eenvoudige, gewone leven. Ede had mensen heel goed door en wist mede door zijn enorm inlevingsgevoel wat er leefde onder de 'echte' Groninger man en vrouw. Daar had hij op een bepaalde manier oog voor. Uit zichzelf praatte hij eigenlijk nooit Gronings, dat deden we thuis ook niet. Hij sprak in het dialect als hij merkte dat bijvoorbeeld ouders (van leerlingen) of oudere mensen dat prefereerden en bij vrienden".

Eerlijk
In zijn omgang met mensen kwam Ede Staal eerlijk over, zo was hij. Zijn teksten zijn daarbij ongekunsteld. "Met de kracht in de eenvoud, daarom verveelt het ook niet, dat geldt ook voor de vorm van humor die erin zit verweven", aldus Fieke Staal. "En omdat we op vijftien verschillende plaatsen in Groningen hebben gewoond, komt overal wat vandaan: Ede was een levensgenieter en ving veel op van mensen. Maar hij kende in zijn karakter geen compensatie, in die zin was het geen makkelijke man. Hij kon heel 'aanwezig' zijn, een beetje dominant, Wel met veel gein, hij kon heel 'gek' doen. Maar was aan de andere kant heel serieus, en introvert. Als leraar erg aardig, Ede kon goed kennis overbrengen en heeft dat altijd gedaan aan al die duizenden leerlingen die 'door zijn vingers zijn gegaan'.
Maar ik begreep niet dat hij het toneel opdurfde; hij manifesteerde zich ook niet op dat vlak. Hem kennende vond ik het dan ook doodeng, maar het was net alsof 'het' er ineens uit moest. Ede was echt als twee verschillende mensen: aan de ene kant een beetje 'maf', maar ook erg serieus", karakteriseert Fieke Staal haar overleden man.

Biografie
"Ede Staal, enig in zijn soort", schrijft Simon Reker in de biografie en teksten bij het album 'Mien Toentje'. Een biografie over Ede Staal schrijven is echter geen gemakkelijke opgave, getuige een citaat uit de tekst: "Dit wordt de achtentwintigste poging om een stukje over Ede Staal te schrijven. Ik concludeer onderhand maar voorzichtig dat dat dus niet gaat. Over zijn taal schrijven is misschien nog het meest makkelijk, maar voor de rest?.
Zijn muziek zit na een keer al vast in je geheugen. Zijn onderwerpkeus is van filosoferend tot heel apart 'komiekerig. Van herinneringen tot verrassend-ontroerend. Ede's taal moet de luisteraar zijn opgevallen. Voor hem is er zijn unieke plaats: blijvend".
Nog steeds worden maandelijks zeker 1.000 CD's en elpees van Ede Staal verkocht. Mien Toentje is de absolute topper terwijl As Vaaier Woorden daar niet veel voor onderdoet.
Tot besluit. Zou hij doorgegaan zijn met de muziek? Fieke Staal weet 'werkelijk' geen antwoord te geven op deze onmogelijk met zekerheid te beantwoorden vraag: "Ede heeft wel altijd muziek gemaakt (er is vooral nog veel Engelstalig werk op band), maar wilde ook steeds weer iets nieuws. Misschien was hij collums gaan schrijven of zo, hij was altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Maar voor met name de kinderen blijft Ede door zijn muziek in ieder geval heel levend. De jongste was drie maanden. Maar hij heeft het zeer regelmatig over 'Papa Ede'".

'My memories bring us back again,
Bring back again on our minds.
What we've been lookin' for.
So hard to find...hard to find.
As vaaier woorden die niks meer zeggen
En 't ook gain zin het 't oet te leggen
As boven laand al meeuwen vlaigen
En dunderkoppen mie nait bedraigen
Din blift allain d'herinnering.
Din raizen we soamen terug
Soms duurt 't'n eeuwighaid,
Soms veul te vlug.
Veeul te vlug.
Hard to find.
Veul te vlug.
Hard to find.

terug naar Ede Staal

Deze pagina is bijgewerkt op