Nieuwsblad
van het noorden

opgegaan in het Dagblad van het Noorden

Ede Staal:
de Moustaki van 't Gronings

Van onze redacteur
Entertainment
Jacques J. d'Ancona

GRONINGEN - Een chansonnier in het Gronings... Eigenlijk een opmerkelijk contrast met wat te boek staat als hard, onbuigzaam, stoer, onverzettelijk. Kortom, de vracht aan cliché's die het volk van Groningen volgens hardnekkige overlevering worden toegeschreven. De zanger Ede Staal - gisteravond op 45-jarige leeftijd gestorven - typeerde zichzelf als een mismoedig en melancholiek optimist.
In één opzicht was hij een typische Groninger: een man die zich niet op de voorgrond plaatste en het liefst in stilte werkte aan zijn teksten en zijn muziek. Ede Staal was een laatbloeier, die sober en schuchter werkte aan zijn ontwikkeling.
Radio Noord, dat hem vanavond met een speciaal programma tussen kwart over zes en zeven uur herdenkt, heeft Staal voor de microfoon gehaald. Aanvankelijk min of meer tegen zijn zin. Maar toen hij zover was, hebben de optredens zijn creativiteit gestimuleerd, al was hij geen man, die op bestelling zong of teksten leverde. Maar de radio heeft zijn lot toch bepaald en getekend, want de mensen gingen vragen om de songs van Staal.
Het Groninger Liedjesfestival heeft de rest gedaan. In een steeds wijdere kring groeide er belangstelling voor zijn werk. De langspeelplaat Mien toentje die eind 1984 verscheen, sloeg enorm aan. De twaalf nummers die Ede Staal stuk voor stuk schreef, componeerde, arrangeerde en produceerde, gingen ten getale van 12.000 over de toonbanken. Een succes van nationale betekenis, met name voor een artiest in de streektaal.

Ongekunsteld
In zijn optredens op het podium was Staal indrukwekkend door het ongekunstelde, het naturel en de zeggingskracht van zijn voordracht, waardoor je de rillingen over de rug voelde lopen. Een zanger die niets extra's aan zijn presentatie toevoegde, show verafschuwde: de Moustaki van het Gronings. Daarin was hij veelzijdig. Hij bracht poëtische teksten, maar durfde ook een carnavalsachtige uitsmijter aan.
Na een lange tijd van afwezigheid in verband met een operatie wilde Ede Staal in november 1985 terug op het toneel. Hij heeft geweten dat het herstel niet definitief was. Op zijn plaat zegt hij in Credo-mien bestoan dat hij zingt omdat de wind, de vogels en de zee zijn liefde verstaan.
"Ik weet dat er een tijd van komen is en een tijd van gaan en alles wat daar tussen ligt, ja dat is mijn bestaan. Voor de een duurt het leven veel te kort en voor de ander veel te lang. De een is blij dat het over is, de ander die is bang".
Hij vraagt zich in die tekst als gewoon mens af of je iemand mist die niet meer bij je is en of je gemist wordt. "Waarom zo jong zo gauw. Soms voel ik mij gelukkig. Dan hang ik aan mijn bestaan, dan zing ik met de vogels mee, dan praat ik tegen de maan. En als we met ons beiden zijn, dan zet ik alle klokken stil. Ik verneuk me zelf dan weer, want ik weet dat dat niet wil. Het geluk ligt soms zo heel dichtbij. Dan meen ik dat 't er is... en in mijn eigenwijsheid grijp ik altijd mis."
Voor Ede Staal hield de wereld niet op bij Groningen. In zijn teksten verhief hij zich - ondanks zijn liefde voor het Groninger land - boven het kleine chauvinisme van veel regionale kunstenaars. Het is zijn grootste verdienste dat hij zijn liedjes iets van universeel menselijke waarde heeft meegegeven.
Ede Staal mocht de voldoening smaken dat zijn werk op 4 juni is gewaardeerd met de K. ter Laanprijs van de stichting Het Grunneger Bouk. Deze zou op 4 oktober worden uitgereikt. Dat zal nu posthuum gebeuren.
De opnamen voor een tweede langspeelplaat zijn gereed. Waarschijnlijk komt deze lp op 4 oktober uit.

terug naar Ede Staal

Deze pagina is bijgewerkt op