16 juli 2011
Dagblad van het Noorden op het web
‘Ede Staal op zijn eigen manier groots’
ACHTERGROND
EDE STAAL• Groninger liedjeszanger Ede Staal overleed 25 jaar geleden
• Collega-artiesten nemen As Vaaier Woorden opnieuw opDoor Martin Groenewold
Groningen Geen Queen, geen Eagles of Boudewijn de Groot. Nee, ‘onze eigen’ Ede Staal voerde vier jaar geleden de Top 2000 aan. Een publiciteitsactie van Dagblad van het Noorden resulteerde in tienduizenden steunbetuigingen voor de Groninger troubadour. Met als eindresultaat dat Staal halverwege de stemperiode uit de ‘Lijst der Lijsten’ werd verwijderd.
Met die actie benadrukte zendermanager Kees Toering van Radio 2 juist de immense populariteit van de zanger, die op 22 juli 1986 - volgende week dus 25 jaar geleden - aan longkanker overleed. Toerings opmerking dat buiten het Noorden ‘niemand’ Ede Staal zou kennen, leidde tot een stroom ingezonden brieven. Want hoe zat het dan met al die Limburgse, Friese en Brabantse zangers in de lijst? “Feit is dat Ede Staal ook buiten Groningen fans heeft”, zegt vakgenoot Paul van Loo uit het Limburgse Landgraaf. “Samen met pianist Ivo Rosbeek heb ik een bewerking gemaakt van Het Het Nog Nooit Zo Donker West. Onder de titel t Is Nog Noëts Zoë Donker Geweës staat het al jaren hoog in de Limbo Top 100.”
Toch is Ede Staal natuurlijk in eerste instantie een regionale held. Met een volstrekt eigen geluid gaf hij de Groningstalige muziek een duw in de rug. “Het is een uniek geluid, waarbij de techniek ondergeschikt is aan de expressie”, constateert streektaalfunctionaris Siemon Reker op de binnenhoes van Mien Toentje, het enige album dat Staal in de 44 jaar van zijn leven uitbracht. “‘t Is één brok reclame voor Groningen en z’n taal en tegelijk één lange illustratie van de bijzondere persoon Ede Staal.”
De in Warffum geboren en in Leens opgegroeide zanger schreef ook in het Nederlands, Engels, Duits en zelfs Deens. Hij debuteerde in 1974 met de single I’m In The Blues, waarna multinational Phonogram hem een nieuw platencontract aanbood. Staal weigerde. “In zo'n muzikale legbatterij, waar ik de grootste eieren moet leggen, kan ik niet werken”, zei hij in 1984 in een interview. “Bij muzikale rui, als het niet allemaal gaat zoals zij het willen, wacht je het lot van de soepkip.”
Pas in 1981 trok Engbert Gruben, hoofd van de afdeling muziek van Radio Noord, de zanger uit de klei. Het geestige Mien Toentje werd de herkenningsmelodie van de moestuinrubriek van de zender. De aanvragen voor optredens stoomden binnen, maar Staal ging er zelden op in. “Aanvankelijk wilde hij niets doen met zijn liedjes; het heeft heel wat overredingskracht gekost om het spul op de radio te krijgen”, weet muziekredacteur Jans de Boer van het huidige RTV Noord. “Zijn oeuvre is daarom ook zo beperkt gebleven. Zeker afgezet tegen de omvang ervan was de impact enorm.”
Op 4 oktober 1986, dik twee maanden na zijn dood, verscheen de tweede elpee As Vaaier Woorden. Het titelnummer staat momenteel weer volop in de belangstelling. Op verzoek van de regionale omroep namen 13 Groninger artiesten, onder wie Frank den Hollander, Burdy en Wia Buze, het opnieuw op. “Nog vrijwel dagelijks worden liedjes van Ede Staal door luisteraars aangevraagd”, zegt De Boer. “Je zou misschien verwachten dat zijn publiek langzaam vergrijst. Maar ook jongere generaties zijn bekend met zijn werk.” De omroep besteedt de komende week volop aandacht aan Staals muziek.
De speelfilm De Poolse Bruid uit 1998 droeg bij aan een bredere erkenning. De film van Karim Traidia is een ode aan de liefde, maar bovenal een lofzang op het Groninger Hogeland. “Voor mij was het inderdaad de eerste kennismaking”, zegt Limburger Paul van Loo. “Ik had nog nooit van Ede Staal gehoord, maar was geraakt door zijn stem en de sfeervolle muziek. Vervolgens begon een lange zoektocht naar de originele opnamen.”
Van Loo vertaalde een aantal teksten, die hij zong tijdens zijn theaterconcerten. Met toestemming van weduwe Fieke Staal verschenen ze later op cd. “Het vertalen kostte niet eens zo verschrikkelijk veel moeite, want voor een geïnteresseerde Limburger is het Gronings goed te volgen. Maar vooral de tekst van Het Hoogelaand is natuurlijk flink aangepast; dat lied gaat over de plaatsen waar hij leefde en werkte. Belangrijk is dat het gevoel en de emoties overeind zijn gebleven. De verhalen die Ede Staal vertelde zijn namelijk universeel, laten we eerlijk zijn.“
Oud-Groninger Frans Bloem weet dat als geen ander. De in New York woonachtige chansonnier zingt Staals teksten over de hele wereld. Laatst nog in Thailand. “Die Thai verstaat daar natuurlijk niets van. Maar met een goede inleiding en vertolking begrijpen ze het gevoel wel degelijk. Ede Staal is op zijn eigen manier groots. Muzikaal misschien minder uitzonderlijk dan Aznavour; vlakker, zoals het Groninger land ook vlakker is. Maar er zit wel een filosofie achter en dát is belangrijk.”
Jans de Boer spreekt dat niet tegen. Die twee elpees zijn niets minder dan cultureel erfgoed. Maar de muziekredacteur is minder te spreken over latere uitgaven met ‘restopnamen’. “Op een gegeven moment verscheen een dubbel-cd met, noem het maar, lost tapes. Ik vraag me echt af wat Ede er zelf van gevonden zou hebben. Zingend aan de keukentafel met een microfoon en een bandrecorder... Dat mensen die geluidskwaliteit accepteerden, heeft iets hypeachtigs. Als die nummers nu zouden uitkomen, zou ik vriendelijk opbellen en zeggen: meneer Staal, hier doen we niets mee.“Download
De nieuwe versie van As Vaaier Woorden is gratis te downloaden via www.rtvnoord.nl.Ede Staal in het Japans
Ede Ulfert Staal werd op 2 augustus 1941 geboren in Warffum. Hij groeide op in Leens en woonde later op tal van plaatsen in de provincie (waaronder Wehe-den Hoorn, ‘t Waar, Nieuw Scheemda, Beerta en Farmsum). Hij trouwde met Fieke Spoel en was vader van zes zoons.
Zijn muzikale ‘loopbaan’ begon op tienjarige leeftijd in de dorpsfanfare van Leens, waar hij trompet speelde. Op volwassen leeftijd schreef Ede teksten voor reclamespotjes, componeerde amusementsmuziek, werkte voor de AVRO en sprak Engels commentaar in bij promotiefilms. Zijn eigenlijke beroep was leraar Engels, maar het liefst maakte hij liedjes. Na zijn dood is Ede Staal nooit vergeten. De tentoonstelling Ode aan Ede trok in 2000 bijna 70.000 mensen naar Museumboerderij Verhildersum in Leens. Op de zeedijk in Delfzijl, nabij het Eemshotel, staat een monument voor de zanger. Rond de eeuwwisseling verscheen zijn beeltenis op een postzegel en werd een boek met Nederlandse vertalingen van zijn teksten gepresenteerd. Enkele liedjes zijn ‘verstript’. Behalve Limburgse en Friese bewerkingen bestaan er Japanse versies van het Hansen Nippon-Mata Male Choir uit Yokohama.