2 juli 2011
Dagblad van het Noorden op het web
SPREKEND... FRANS BLOEM
‘Het stellen van vragen is cruciaal voor een zanger’
Naam Frans Bloem
Geboren: Groningen 1948
Woonplaats Amsterdam/New York
Opleiding diverse cursussen
Beroep Chansonnier
Nadat Frans Bloem in 1972 Groningen verliet, bereisde hij de wereld om uiteindelijk in New York professioneel zanger te worden. Sindsdien treedt hij op als chansonnier met een show rond liederen van Charles Aznavour, Ramses Shaffy Jacques Brel, Harry Bannink en Ede Staal. Zoals onlangs in Thailand en binnenkort in Zuid-Afrika.
Door Joep van Ruiten
GRONINGEN
“Ik ben geboren aan de A-straat in Groningen, mijn vader had een winkel in lederwaren en mijn moeder was onderwijzeres. We woonden boven de winkel. Het was er heel klein voor een gezin met vier kinderen. Als ik in huis wilde spelen, moest dat onder de tafel. Ik ben de jongste: ik heb een zus en twee oudere broers. Hoewel ik er tot mijn zeventiende, achttiende jaar geen moment aan heb gedacht Groningen te verlaten, denk ik achteraf dat het mij toch benauwde. Ik was héél graag op de boerderij, bij familie in Wehe-den-Hoorn en Kloosterburen.”
ZINGEN
“Wij zongen bij ons thuis tijdens de afwas, om er een beetje vaart in te houden. En dan meerstemmig. ‘Klein vogelijn op een groene tak’ en Maria-liederen - van huis uit ben ik rooms-katholiek: ‘Maria aanhoor onze vurige bee,/ Geleid ons door het leven, o Sterre der zee.’ Toen ik in Groningen woonde, heb ik nooit de serieuze ambitie gehad er iets mee te doen. Ik heb even met de gedachte gespeeld mij aan te melden bij de Academie voor expressie door woord en gebaar in Utrecht, maar het kwam er niet van.”
DE DOELEN
“Ik had een baantje in hotel De Doelen in Groningen. Daar ontdekte ik dat de wereld groter was dan Groningen. Daar kwamen buitenlanders, daar ontstond het idee om te gaan reizen. Ik correspondeerde met een familie uit Californië, die mij uitnodigde langs te komen, wat ik later ook heb gedaan. Mijn vader heeft in de jaren twintig vijf jaar als cowboy, in de Verenigde Staten gewerkt. Hij heeft daar nooit iets over verteld. En ik was zo nieuwsgierig. Ik wilde de wereld zien. Ik wilde uitbreken. Daar legde ik elke cent voor opzij. In 1971 kocht ik een Volkswagenbusje en ben ik naar India vertrokken. Vervolgens bezocht ik New York. Dát is bevrijdend geweest, in heel veel opzichten.”
ARICA
“In New York ben ik bij het experimenteel theater beland en volgde ik allerlei cursussen en masterclasses: bij La MaMa, bij Robert Wilson, de Grotowski¬methode. Ik leerde mijn lichaam te gebruiken, iets wat ik daarvoor nooit had gedaan. Ik leerde mij als acteur ondergeschikt te maken aan de ideeën van de regisseur, mezelf te reduceren tot zijn instrument. En ik sloot mij aan bij de Arica School, een instituut voor zelfbewustzijn waarvan ik de ideeën tot op de dag van vandaag probeer uit te dragen, ook als zanger. Ik zie het als een taak om mensen een gevoel van eenheid bij te brengen.”
REISLEIDER
“Jarenlang heb ik als reisleider gewerkt. Waar ik kwam, probeerde ik mijzelf de taal te leren. Daardoor spreek ik nu Frans, Duits, Engels, Spaans, Nederlands en zelfs een beetje Portugees. Voor een academische opleiding ben ik niet in de wieg gelegd, maar gaandeweg heb ik aardig wat bijgeleerd. Serendipity is altijd erg belangrijk geweest in mijn leven; de route omgooien omdat je iets anders tegenkomt. Ik ben erg ontvankelijk voor mogelijkheden en energie. Toen ik in Groningen woonde, had ik altijd tegenwind. Althans, dat voelde zo. De laatste jaren heb ik de wind in de rug.”
THAILAND
“Eerder dit jaar heb ik optredens gegeven in Thailand, onder meer in juni tijdens het Festival of World Cultures in Bangkok. Ik werd gevraagd nadat een producent mij had zien optreden in New York. Een geweldige ervaring: vijfsterren-hotel met zwembad op de 26ste verdieping, een persoonlijke assistent, een prachtige zaal. Die shows in Thailand brengen mij straks weer naar Zuid-Afrika. Ik ben in New York begonnen als bordenwasser in shabby hotels. In die zin beleef ik echt de Amerikaanse droom.”
BISTRO AWARD
“Sinds een jaar of tien durf ik mijzelf professioneel zanger te noemen. Het winnen van de Backstage Bistro Award in 2002, een onderscheiding als ‘outstanding vocalist’ van de stad New York is daarbij heel belangrijk geweest. Dat heeft veel optredens opgeleverd. Tijdens mijn shows breng ik interpretaties vanuit mijn gevoel en vanuit het idee wat dat lied voor een ander kan betekenen, als innervoice-coach. Het is echt wat anders dan het entertainment van De Toppers. Het is een kunstvorm die door de oprukkende commercie steeds meer in de verdrukking komt.”
CHARLES AZNAVOUR
“Als jongen had ik één plaatje van Charles Aznavour. Zijn repertoire heb ik pas later echt leren kennen, door een auditie voor een cabaretshow. Ik zong What makes a Man en betrok die vraag op mijzelf: wat maakt een man tot mens? Waarom zing ik dit nu? Het stellen van dat soort vragen is cruciaal voor een zanger. Alleen op die manier lukt het de essentie van een lied over te brengen op het publiek. Aznavour heeft duizend liederen geschreven en ieder lied beschrijft een aspect van ons leven, iets wat we kunnen doormaken. Ik heb hem één keer ontmoet. Hij is in mijn optiek de grootste van allemaal.”
EDE STAAL
“Ede Staal heb ik ontdekt via mijn broer en via cd’s van Wia Buze. Ede Staal is op zijn eigen manier groots. Muzikaal is het misschien minder uitzonderlijk dan Aznavour; het is vlakker, zoals het Groninger land ook vlakker is. Maar er zit wel een filosofie achter, en dát is belangrijk. Tijdens een optreden in Thailand, eerder dit jaar, heb ik een van zijn nummers in mijn show gebruikt, in het Gronings. Die Thai verstaan daar natuurlijk niets van. Maar met een goede inleiding en vertolking begrijpen ze het gevoel wel degelijk. Want dat gevoel is universeel.”
Optreden
De komende maanden treedt chansonnier Frans Bloem op in zijn woonplaats New York. In november keert hij terug naar Amsterdam voor een reeks shows met pianist Guus Westdorp in het Theater van de Weemoed. Zie ook www.fransbloem.com.