Groninger Dagblad
28 oktober 2000
opgegaan in het Dagblad van het Noorden
Dichtbundel van An Kuiper: Klaproos in de wind
Het werken van de woorden
Ze komt van Ziel: An Kuiper ('ik ben achter in de 50, maar leeftijd is toch niet belangrijk?') werd geboren in Termunterzijl. Ze schreef alle teksten voor het legendarische trio 'De Tuutjefloiters'. Samen met broer Geert en nicht Fransien zong en speelde ze daarin. Daarnaast leverde ze teksten aan veel Groninger artiesten. Een van ben is Wia Buze. Met An Kuipers tekst 'Ik kom van Ziel' scoorde Wia indertijd een regelrechte hit. Tegenwoordig woont An Kuiper in 's Hertogenbosch. Groningen is niet ver weg. "Het is immers maar twee uur rijden. Je bent er zo."
Ze vertelt een aardig verhaal over haar 'Ik kom van Ziel'. "Een aantal jaren geleden was ik in Zuid-Afrika. Daar hoorde ik plotseling iemand Gronings praten. Ik ben er bij gaan staan en heb me voorgesteld. 'Ik kom van Ziel', zei ik tegen die mensen. "Joa", zegt die vrouw, "en ik kom van t wotter. Wat n mooie tekst van Ede Staal is dat he!' Daar staje dan. Ik heb verder maar niks gezegd."
Door Jibbo Poppen
'De Tuutjefloiters' bestaan niet meer. Nicht Fransien Kuiper zingt al jaren solo. An leek een beetje uit beeld verdwenen, na haar vertrek naar het Brabantse. De creatieve bron bleek echter nog steeds te borrelen. Een bundel gedichten is nu het resultaat. 'Klaproos in de wind' is de titel. De presentatie ervan is morgen om half drie in het kerkje van Borgsweer.
Het blijkt dat 'De Tuutjefloiters' een dierbare herinnering vormen. Want de bundel gaat vergezeld van een 'spaigelploatje', met daarop een aantal gedichten in liedvorm. De rest wordt gelezen door Ep Krijgsheld, Fransien Kuiper, Kees Visscher en An Kuiper zelf. Alex Staal zorgt voor stemmige piano-inttermezzo's. De bundel met cd is uitgekomen bij Staalboek in Veendam. Kees Visscher schreef het voorwoord. De provincie Groningen, het H.S. Kammingafonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds maakten de uitgave financieel mogelijk.
Streep
An is erg te spreken over het resultaat. "Het ziet er heel mooi uit. Fenny Staal heeft een prachtig ontwerp gemaakt." Fenny en Klaas Staal van Staalboek trokken haar uiteindelijk over de streep. Gedichten en teksten had ze altijd al geschreven. Maar dan vooral om ze te zingen. "In de tijd van 'De Tuutjefloiters' ging dat steeds maar door. Maar ik ben eigenlijk altijd bezig geweest met teksten. Het materiaal in de bundel is de afgelopen vijftien jaar ontstaan. Ervaringen met mensen, die mij bijbleven en uiteindelijk een uitweg zochten. Ik ben iemand, die 's nachts opstaat om een tekst of een melodie op te schrijven."
Zo ontstonden stapels gedichten. "Daar moeten we een boekje van maken, zeiden Klaas en Fenny steeds maar weer. Ik antwoordde: moet dat nou. "Het moest, en het boekje kwam er.
,n Mooie collectie geesteskinder van n begenoadegde vraauw uut de wereld van de Grunnegstoalege lyriek." Dat schrijft Kees Visscher in niet mis te verstane woorden in het voorwoord. An is blij met de medewerking van Kees Visscher. "Ik waardeer hem erg en heb hem gevraagd om de gedichten te lezen en het voorwoord te schrijven. Als hij ze niks vond, hoefde hij niks te schrijven. Ik had het niet erg gevonden. Het blijkt echter dat ze hem aanspreken. Dat 'dut mie deugd'."
Stemmig
Fenny Staal maakte een stemmige omslag. Een zwarte ondergrond, rode letters en het rood en het groen van een klaproos. Het gelijknamige gedicht spreekt over de ellende die mensen elkaar kunnen aandoen. In het groot en het klein. "Ik ben op verschillende plaatsen in de wereld geweesf. Ik heb de puinhopen gezien. Als een teken van hoop zie ik daar dan ook vaak klaprozen staan. Voor mij een signaal dat het leven door gaat. Ondanks de ellende."
Het slotcouplet van 'Klaproos in de wind' luidt:
Roeten diggèld, muren om
minsen vot noar nooit weerom
tussen t puun bie t sturven kind
bluit n klaproos in de wind.
Ze hanteert het Gronings als de 'rigte en slogte toal'. Veel woorden heeft ze niet nodig. Haar emoties balt ze samen in vaak maar een paar regels. Lange verhalen liggen haar niet. "Het gedicht ontstaat meestal gaandeweg. Soms gaat er wel een halfjaar overheen. Dan houd ik de woorden, die ik wil gebruiken bij mij. Ze werken dan in mij. Totdat er wat uitkomt. Dan begint het schmaven aan de tekst."
Ze erkent dat de toon van de bundel serieus is. Ze wil daarmee ook aangeven - zonder al te pretentieus te willen zijn - dat het ook anders kan met het Gronings. "Het Gronings hoeft niet platvloers of gemaakt lollig te zijn. Het gaat, bij de omgang met het Gronings en Groningen, niet steeds over het verleden. Ik wil mensen van vandaag aanspreken. Met gedichten, die over alle aspecten van het leven gaan. Gedichten die ontstaan zijn uit levenservaringen. Ontmoetingen met mensen. Emoties, gevangen in woorden."
Zelf vindt ze 'November' het mooiste gedicht:
Sporen van stried op dien gezicht
wezen aal noar binnen richt
en boeten in t novemberlicht
dwerrelt dood omdeel
Wie proaten zaacht om naait te steuren
baang ons aigen verdrait te heuren
en boeten in novemberkleuren
dwerrelt dood omdeel
Dien lief is op, deur pien versloagen
wie kommen om die vot te droagen
en boeten in novembervloagen
dwerrelt dood omdeel
Ze woont nu in Brabant. De Grunneger toal heeft ze nog hoog in het vaandel. "Het is mijn eerste taal. Ik ben er trots op." Ze hoopt dat haar voormalige provinciegenoten dat ook zijn of blijven. En dat er boeken met verhalen en gedichten blijven uitkomen. "Er is veel talent in Groningen. Het is belangrijk om met het Gronings bezig te blijven. Het is jammer dat veel ouders geen Gronings met hun kinderen spreken. Dan is de taal na een generatie verdwenen. Dat mag niet gebeuren. Het hebben van een eigen taal is zo belangrijk. Die taal spreken, lezen en schrijven, samen met de algemeen aanvaarde taal, het Nederlands, is verrijkend. Streektaal bezorgt kinderen geen taalachterstand. Het werkt juist stimulerend. Het belang van tweetaligheid moet nog veel meer worden onderkend en gestimuleerd."De eerste oplage van 'Klaproos in de wind' is 600 exmplaren. De bundel ligt vanaf maandag in de boeken en Platenzaak. Prijs 37,50 gulden.