TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 112, augustus / september 2007
NEWfolkSOUNDS op het web
IROLT
De Gudrun Sêge
Het debuutalbum van de Friese groep Irolt, De Gudrun Sêge uit 1975, mag om meerdere redenen bijzonder genoemd worden. Niet alleen heeft initiatiefnemer Nanne Kalma er voor gekozen een album in de Friese taal uit te brengen, ook het feit dat de plaat er eerder was dan de groep Irolt zelf, is opmerkelijk. De Friese folkmuziek heeft nadien een stevige impuls gekregen. Een geschiedenis van de eerste Friestalige folk-lp.
Tekst: Jeroen van Zuylen
De kiem van de De Gudrun Sêge wordt gelegd als de Leeuwarder symfonische rockband Pugh's Place in 1971 uit elkaar valt. Zanger en gitarist Nanne Kalma heeft genoeg van het luide rockvolume en is toe aan nieuwe uitdagingen. Via gitarist Sido Martens komt hij in aanraking met de folkmuziek. Dit leidt tot de oprichting van de band Farmers Union die anderhalf jaar bestaat en Engelstalige folk speelt. Behalve Martens en Kalma maken Liedwien Schaper en Piet Kok van de band deel uit. De roem reikt echter niet verder dan de provinciegrenzen. Maar folk blijft Kalma's passie. Als hij platen hoort van de Belgische groep Rum, is hij daar helemaal weg van. Rum zingt in het eigen Vlaamse dialect en dat brengt hem op het idee folk te gaan maken met teksten in het Nederlands. Echter, nadat hij iemand Friese gedichten heeft horen voordragen, legt hij zich toe op de Friese taal, die hij op dat moment nog niet geheel machtig is. Samen met Inez Timmer, een studente Engels, gaat hij op zoek naar verhalen, wortelend in de Friese geschiedenis en mythologie. Want Kalma wil geen losse liedjes, maar een verhaal, liederen rond een bepaald thema. Veel popgroepen produceerden destijds een zogenaamd 'conceptalbum', een plaat met een rode draad. Kalma raakt vooral onder de indruk van de lp Arthur or the decline and fall of the British empire van de Kinks uit 1969. Die plaat verhaalt over het conflict tussen de hardwerkende generatie van de jaren vijftig en de zorgeloze jongerenmentaliteit in de jaren zestig in Engeland.
Een thema-lp in het Fries dus. Dit idee slaat ook aan bij Wobbe van Seijen, de uitbater van de Leeuwarder platenzaak Bij de Put, tevens baas van het platenlabel Universe. Hij is bereid het project op vinyl uit te brengen. Vervolgens worden mensen met schrijfervaring in het Fries gevonden die van de gekozen verhalen geschikte liedteksten maken. Dat zijn Sybe Krol, Jan Tulp en Herke Wijnalda. Als Kalma alle teksten bij elkaar heeft, gaat hij er zelf de muziek onder schrijven. Het idee om er oude Friese muziek bij te zoeken had hij laten varen, dat bleek een te ingewikkeld traject. Vervolgens moesten de composities nog worden opgenomen. Enkele vrienden uit de Leeuwarder muziekscene worden bereid gevonden mee de studio in te gaan. Daaronder de oude makkers van Pugh's Place Hans Kerkhoven op elektrisch en akoestisch gitaar en George Snijder op drums en percussie. Verder zijn van de partij accordeoniste Geppy Haarsma, die Kalma nog van de Muziek Pedagogische Academie kent, en zanger Aart Kuyt. En natuurlijk Inez Timmer als zangeres en Kalma zelf op gitaar, bas en mandoline. Dan komt het moment dat het project zijn voltooiing nadert. Merkwaardig genoeg is er dan een plaat, maar nog geen artiestennaam en die moet toch echt op de hoes vermeld worden. Hoewel Inez en Nanne voor het idee en de uitwerking hadden getekend, wordt toch voor een groepsnaam gekozen, omdat er meerdere muzikanten aan het project hebben deelgenomen. Het wordt Irolt, een naam afkomstig uit de Gudrunsage, die de inspiratiebron voor de plaat vormt. Daarin is Irolt de vazal in Friesland van koning Hettel van Denemarken. De sage, die uit de vroege dertiende eeuw stamt, geldt naast het Nibelungenlied als het grootste Duitstalige heldenepos en speelt zich af aan de Noordzeekust, van Normandië tot Denemarken. Hoofdpersoon is Gudrun, de beeldschone dochter van koning Hettel en zijn vrouw Hilde. Koningen en prinsen komen van verre om haar hand te vragen, maar haar vader weigert. Zonder zijn medeweten verlooft Gudrun zich met Herwig, de vorst van Zeeland, maar wordt dan ontvoerd door Hartmoet van Normandië. Daar leidt ze jarenlang een vernederend slavenleven zolang ze niet met hem wil trouwen. Op een dag verschijnt er een vogel die de komst van haar verloofde en haar broer Ortwin aankondigt. Met een list weten zij haar te bevrijden en Gudrun kan eindelijk met Herwig trouwen.
Op De Gudrun Sêge staan in totaal tien nummers, vijf op elke kant. De liederen op kant 1 zijn gebaseerd op oude Friese volksverhalen en legenden waarin de zee een hoofdrol speelt. Het loopt niet altijd goed af. In Sémansûnk wordt een ontrouwe zeeman voor straf door zeemeerminnen de diepten der zee in gesleurd en in Greate Rodger fan it Reaklif wordt een vrouw door haar man verwond omdat ze uit armoede niet voor vlees op tafel kan zorgen. Ze neemt wraak en ook hij verdwijnt voor eeuwig in de golven, met schip en al. Een bekend verhaal is de legende van It wite wiif. Een zeemansvrouw sterft van verdriet nadat haar man op zee is omgekomen en haar geest waart sindsdien als een witte gestalte rond door de duinen. De Gudrunsage vinden we op kant 2. Het verhaal wordt keurig in chronologische volgorde verteld in de nummers De skaking, It gefong, De fûgel en De befrijing. Titels die ook voor niet-Friezen voor zich spreken. Op de hoes prijkt een gravure met een klassiek-romantisch tafereel, die Kalma tegenkwam op de omslag van een klein Nederlandstalig boekje over de Gudrunsage. Bij de hoes hoort een inlegvel in de vorm van een pagina uit een krant met alle songteksten en een samenvatting van het verhaal.
De muzikale begeleiding op de plaat is sober en sfeervol. Ze staat geheel in dienst van de zangpartij van Timmer, met hier en daar een instrumentaal intermezzo. Akoestische en elektrische gitaar zijn de bepalende instrumenten en soms de stuwende accordeon van Haarsma, zoals op Klaes Kunst. Kalma heeft bij de instrumentenkeuze met een schuin oog gekeken naar Engelse voorbeelden als Fairport Convention en Steeleye Span, waardoor hij op het idee van de accordeon kwam. De plaat doet het in de verkoop uitstekend en niet alleen in Friesland. Er gaan zo'n dertienduizend stuks in heel het land over de toonbank, waarmee de naam van Irolt is gevestigd. Na het verschijnen van De Gudrun Sêge volgen er talloze aanvragen voor optredens. Maar omdat Irolt slechts een studiogroep was, is er van optredens aanvankelijk geen sprake. Men besluit dan toch als volwaardige band door te gaan, inclusief het geven van optredens. Toch zullen die beperkt blijven tot de weekeinden en vakanties, want allen hebben naast Irolt gewoon hun baan. In de loop der jaren zou Irolt op vele podia staan, waaronder festivals in België, Duitsland en Engeland.
Na De Gudrun Sêge zijn er van Irolt nog zes albums verschenen. Ze zijn alle Friestalig, maar verre van chauvinistisch. Ook de thematische aanpak komt telkens terug. Kunnen de eerste platen nog onder de folkrock geschaard worden, vanaf 1979 gaat het roer om en speelt de groep enkel nog akoestisch, totdat in 1987 het doek valt. Zeven jaar later volgt er nog een éénmalig reünieconcert van Irolt in theater Romijn te Leeuwarden.
Wat de betekenis van Irolt voor de Nederlandse folkmuziek is geweest, is moeilijk te zeggen. Feit is dat de groep een belangrijk stempel heeft gedrukt op de ontwikkeling van de folk in Friesland. Met name de verbreiding van de Friese taal in de muziekcultuur mag mede op het conto van Irolt worden geschreven. Irolt maakte deel uit van het bloeiend folkklimaat in het Friesland van midden jaren zeventig. Er schoten tal van nieuwe folkgroepen uit de grond, waarna, nota bene in Artis, het eerste Friese folkfestival werd georganiseerd. In het kielzog van Irolt besloten vele folk- en streekmuzikanten in de eigen Friese taal te gaan zingen en schrijven, zoals Doede Veeman, Roel Slofstra, Pyt-Jon Sikkema en de groep Jarje. Sikkema zou tot Irolts belangrijkste tekstschrijver uitgroeien. Ook liedjesschrijvers in de kleinkunst kozen steeds meer voor teksten in het Fries. Nanne Kalma speelde daarnaast een sturende rol binnen de naar alle kanten uitdijende folkbeweging. In veel Friese dorpen werden folk- en liedjesfestivals opgezet. Om de organisatie hiervan in betere banen te leiden werd mede op initiatief van Kalma de Ferieniging foar Fryske Folkmusikanten opgericht. Daarmee werd de basis gelegd voor het jaarlijkse Tsjoch-festival, dat dit jaar op 15 september voor de dertigste maal plaatsvindt. Tsjoch is inmiddels niet meer enkel een podium voor folkmuziek, maar biedt ruimte aan allerlei muziekstromingen.