Limburgs Dagblad op het web

Liedjes met de realiteit van gisteren en vandaag

Sjef Diederen: troubadour
van de tachtiger jaren!

Van onze showpaginaredactie

HOENSBROEK - U kent wel het bekende sprreekwoord van de vogeltjes die in mei een ei leggen. Wanneer het om nieuwe plaatprodukties gaat dan zou er een parallel getrokken kunnen worden met Sjef Diederen een voortreffelijke troubadour die nu al voor de derde achtereenvolgende maal ieder jaar in mei met een langspeelplaat met Limburgse liedjes voor de draad komt. „Leedjes veur jong en oud” is de titel van de schijf die Sjef in de Munstergeleense Karelhoeve-studio van Jan Theelen onder „eigen beheer” liet opnemen. Opmerkelijke, spitsvondige teksten, goede composities. Vooral echter het geluid van een troubadour in de jaren tachtig. De plaat, die vanaf medio volgende week (Sjef wordt dan 48) in de Limburgse platenzaken ligt, verdient alle aandacht omdat ie kwalitatief een der beste Limburgse produkties van de laatste jaren is.

Desondanks: Nederlandse radio en televisie zullen er wellicht ook nu weer geen aandacht aan besteden. Sjef is aangewezen op de Limburgse media. En dat terwijl van zijn tweede elpee destijds eerder verschenen „Romantiek oet Limburg” en „Leedjes in mien Modderstaal”) op tijd van een half jaar 10.000 exemplaren werden verkocht. „Ik heb nu in totaal vier elpees gemaakt. Een ander die net twee singles heeft gemaakt wordt voor de tv gesleept. Maar ik lig er niet wakker van. Wij moeten het van de piratenzenders hebben. Die ondersteunen de Limburgse artiesten".

Dertig jaar troubadour

Sjef Diederen („Ik sukkel al drie jaar met m'n rug”) is een gezellig verteller. Z’n wieg stond in het Valkenburgse Broekhem. Toen z’n ouders vrij kort na elkaar kwamen te overlijden kwam hij bij familie terecht. Zijn levensverhaal: „Dat was na de bevrijding. De gitaar was in die tijd hèt instrument. Na veel wikken, wegen en nog meer babbelen kreeg ik een gitaar. 46 harde guldens moesten er voor worden neergeteld. Voor die tijd veel geld. Ik ben wat gaan lessen. Mijn begintijd dateert uit de periode van Jo Erens die Limburgse liedjes maakte. De durf en de gedachte om op de Limburgse toer te gaan sprak me aan. Ik dacht: wat die kan kun je zelf ook eens proberen. Eerst werd het uitproberen in huiselijke kring, toen het café in de straat en later tijdens carnaval met de in die tijd de populaire Vaesener Jonge. De verwachting van het Limburgse lied was in die tijd niet zo hoog als nu.
Het meisje waar ik mee vrijde (thans mijn vrouw) zong en deed ook mee”. Sjef Diederen, tegenwoordig voor halve dagen werkzaam bij Vorming en Opleiding in Heerlen, kreeg in z’n beginjaren ook nog even les van een professor uit Bonn. Opera zag hij niet zo zitten vanwege de reisafstanden die gemaakt moesten worden. Hij specialiseerde zich dus op het Limburgse lied. „Daar kun je je stem in geven. Overigens is mijn lievelingsgenre ook Russische muziek en negro spirituals”.

Diederen, vader van drie kinderen - Lilian, René en Inge - was aanvankelijk schilder en dakdekker. Om de militaire dienst te ontvluchten ging hij ook de mijn in (Staatsmijn Emma). Het is even belangrijk dit te weten. „Immers wanneer je over iets zingt moet je er ook mee te maken hebben gehad. Ik hou van gewone teksten. De mensen moeten kunnen begrijpen waar je het over hebt. Het is onwaarachtig om over de mijn „D'r Koel” te zinsen als je er nooit in bent geweest”, vindt Sjef.

„Stank voor dank”

Daarmee zijn we dan meteen bij de inhoud van een aantal liedjes uit zijn nieuwe elpee „Veur jong en oud”. Over het lied van de mijnwerker daarop (Veur ’t sjravele) zegt Sjef: „Dat liedje had ik eigenlijk bedoeld voor m’n eerste elpee. Maar toen had ik „d'r Hein” erot staan. Dat was de mijnwerker in humoristische zin afgeschilderd. Een ander lied over „d'r Koelpiet” was „Zo is het leven”. Toen heb ik gezegd: twee is genoeg. Maar nu kan ik met m’n serieuze lied niet lan¬ger wachten. Volgend jaar is het misschien te laat. Het gaat over een doorsnee mijnwerker, de waarheid en realiteit van een „koelhoer”. Hij stond met de mijn op en ging er mee naar bed, hij werkte zich het laplazerus omdat-ie koelgek was. En... omdat hem beloofd werd dat als-ie doorging de funktie van meester-houwer in het vooruitzicht werd gesteld. ‘s ochtends, ‘s middags, ‘s avonds, op zondag. De mijnwerker was op z’n post. En wat kreeg hij als dank voor al zijn werken? Een pensioen om van te huilen, de longen vol stof, de rug krom een wrak versleten als herinnering aan de schop. Zo kregen ze de mijnwerker kapot. Ik was ook zo'n stomme gek die zich kapot werkte in stof en rotzooi. Een stuk van je leven. Misschien een beetje hard gezegd dat woord koelhoer, maar zo was het wel. Ik heb het op de Emma in Hoensbroek zelf meegemaakt. Daarom kan ik er ook realistisch over zingen”.

Radio en TV

Ik vraag Sjef Diederen of hij weleens naar de radio luistert, TV kijkt?
Sjef Diederen: „Ik luister niet veel naar de radio omdat ik geen innerlijke rust heb. Met m’n gedachten ben ik met andere dingen bezig. Met teksten en composities. Bovendien wil ik niet in de verleiding komen. Je hoort een melodie, onwillekeurig zou je tijdens een compositie iets kunnen overnemen. Dat wil ik vermijden. Ik probeer in deze visuele circel te blijven. Er zijn natuurlijk zeer veel goede zangers en zangeressen waar ik wel eens naar luister. Maar die neem ik dan op zodat ik zelf kan bepalen wanneer ik er eens naar wil luisteren. Alleen wanneer voetbal op TV is, dan krijg je me met geen kanon weg bij het scherm”.

De supporters

Voetbal. Ook daarvan een liedje op deze nieuwe plaat. Titel: De supporters. Daarin beschrijf ik dan hoe het gaat op het ogenblik op de voetbalvelden en hoe het vroeger was. Vroeger in al die onderafdelingen. In onze boerendorpjes. Daar werden en worden nog veel van die typische scheldwoorden gebruikt". Wij vragen Sjef Diederen om eens een stortvloed over ons heen te laten gaan. „Sjtomme sjeive tuteplekker, houte badding, duf geval, Iinkse koelsjoon, kromme teckel, ieês de man en dan de bal, sjlome meuge achtereuver, hoavegare haneworger, ongeciviliseerde panlat, sjtieve knuppel, farizeeër”.

Enfin zo is het wel genoeg. Sjef: „Ik heb het eens op een rijtje gezet. Het geweld heb ik buiten de deur gehouden. Dat zijn incidenten en extreme gevallen”. Is Sjef zelf een voetbalfan? ,Nou en of. Maar de laatste jaren heb ik nergens meer tijd voor. Het wordt dus de buis”.

Huillands liedje

„’n Huillands liedje” heeft betrekking op het Heerlens dialect. „Het gaat er niet om ergens tegenaan te schoppen. Maar ik erger me vaak aan mensen die „plat willen kalle, wà”. Oftewel ze doen het goed oftewel ze spreken fatsoenlijk Nederlands. Ik herinner me nog goed m'n eerste elpee. Ik had een kinderkoortje nodig. Zegge en schrijve drie van de kindertjes uit Gebrook (Hoensbroek) konden dialect zingen. De rest moest tijdens de bustocht naar en in de platenstudio worden bijgespijkerd. Die spraken dat Heerlens Huillands met knuibelen. Ik vind hei jammer dat een stukje cultuuren dat is de Limburgse taal - zodoende verloren gaat. Maar in Heerlen kunnen ze er niets aan doen. De bevolking daar is gewoon goed. Het is allemaal de schuld van dat steenkolen-huillands Daarvandaan komen die gekke woorden en zinnen zoals: Ik moest naar de schuster. ik snapde mij de fiets en de mam was gauw goftig”.
Hoe kwam Sjef op het idee voor dat „Huilands liedje”? Sjef: „Zelf heb ik een paar jaar op de HBS gezeten. Ja als dakdekker dan. Als er een venster openstond dan hoorde ik hoe de leraar de kinderen alles bijbracht. De kompels van me woonden in die tijd allemaal hier en in Heerlen. De een had een Nederlandse moeder en een platte vader (laatste sprak dialect). Dan krijg je een mengelmoes van Nederlands met Limburgs dialect”.

100 Dialecten

Een aardige vraag waar geleerden jarenlang wetenschappelijke rapporten over kunnen schrijven. Misschien zelfs iets voor een proefschrift. Sjef Diederen, welk dialect is voor de meerderheid der Limburgers goed te verstaan?

Sjef daarover: „Er zijn wel honderd verschillende dialecten. Laten we zeggen dat elk dialect een actieradius heeft van zeven tot tien kilometer. Volgens mij is het dialect dat gehanteerd wordt tussen Sittard/Geleen/Hoensbroek/Heerlen voor iedereen wel te verstaan. Het is niet met Duitse inslag, evenmin met Maastrichtse woorden doorspekt”. Sjef heeft voor zichzelf een eigen dialect gecreëerd. Tot nu toe voor iedereen die de Limburgse taal verstaat, goed te begrijpen.
Over de verscheidenheid van onderwerpen zouden we nog lang kunnen praten. Bijvoorbeeld over dat aardige liedje over het Maastrichtse Vrijthof in Parijselijke sferen met daarbij de authentieke klok van de St.-Servaaskerk en het verhaal van Sjef, die in Maas¬tricht een biertje zou gaan vatten. Het liep - zoals zo vaak - uit de hand.

Wat de plaat betreft: gefeliciteerd. Ook Jan Theelen uit Munstergeleen, die vakman als hij is de arrangementen weer toespitste op de teksten en composities. Allemaal van Sjef Diederen. Voor bloemen en bestellingen van platen: St.-Josephstraat 63, Hoensbroek, telefoon 045-213248.

terug naar Sjef Diederen

Deze pagina is bijgewerkt op