24 december 1998
Provinciale Zeeuwse Courant op het web
Mina, pak gij de kodde in ouw ant
door Conny van Gremberghe
Tegenwoordig heb je van die coltruizangers die liedjes zingen waarbij de emoties net zo omfloerst zijn als de wazige videofilmpjes waarmee ze hun producten trachten te slijten aan het grote publiek. Zinderende synthesizerklanken moeten pathos in de puberale sehnsucht brengen. Nee, da's ingeblikte passie, valse emotie.
Het levenslied is pas echt als het gezongen wordt door een zanger die geleefd heeft. Echt geleefd heeft, dingen heeft meegemaakt. Piet Scheerders de stuwende kracht achter de volksmuziekgroep Ambras en verzamelaar van volks-, liefdes-, levens- en keukenmeidenliedjes, zag twee jaar geleden in Den Dullaert in Hulst hoe een simpel vrolijk - en wat schuin - sportliedje uit 1912 echte emoties losmaakte. Bij het publiek in de zaal, een handjevol familieleden en een krasse eeuwling, die zo prachtig met het liedje uitpakte.
Ko van Hoove uit Vogelwaarde had er een lang leven, van hard werken maar ook van liefde en lol, opzitten toen hij die najaarsavond in 1996 Piet Scheerders bij de presentatie van de CD 't Wier Tijd van Ambras vroeg of hij 'ook een nog 'n lieken mocht zingen.'
Een honderdjarige weiger je niets. Dus zei Scheerders 'Tuurlijk Ko'
De ogen van de oude man begonnen ook direct te glimmen, want hij wilde zijn favoriete liedje van Mina ten gehore brengen. Terwijl zijn familie nog riep van 'neenee' kraakte Ko zijn eerste noten al.
En Ko zong over de sport die hij zo graag mocht beoefenen, het vissen, samen met zijn vriendin Mina. Rustig en netjes inzettend om bij het derde couplet wat guitig uit de hoek te komen met:
We vissen een paor uren, dan zettem ons in 't gos,
we drinkenm dan een pintjen, ja, dan gaomen d'r op los.
Zij geef mij een paor toten, ik rol mij op mijn zaai,
ze krul eur in mijn errems, ieder vist op zijn getaai,
maar ik zeg tegen eur,
di's geen vissen maor gao't deur...
Mina ou gij de kodde in ouw ant,
Mina, gij doe da zo sjermant.
Mina kijk naor den dopper, zoa tie staot,
en ondergaot (maor alt paroat)...
Ko zong het lied - tot ongenoegen van zijn familie - met helle en felle stem waaruit de ondeugd sprak, net als uit zijn ogen overigens. Het was een prachtig moment om die oude man daar te zien staan, een zaal te bespelen met een liedje uit zijn jeugd. Geen bijzonder lied, maar wel een bijzonder moment.
Jacobus van Hoove is niet meer. Hij overleed vorig jaar op 101-jarige leeftijd. Zijn 'Mina' is inmiddels onderdeel geworden van het repertoire van Ambras. Als de groep het vertolkt moet het volgens Scheerders gezien worden als een eerbetoon aan een sociaal bewogen, aardige, gewone man.