16 juli 1991
Provinciale Zeeuwse Courant op het web

De dijk tussen Kattendijke en Wemeldinge

Goed tegen spanning, snotneus
èn dichtgeslibde dichtaders

Pakweg één keer in de veertien dagen is-ie er te vinden. Een kwartiertje, soms wat langer. Hij laat zich er graag in het gras zakken. En staart er vaak minuten lang naar omhoog; naar het spel van wind en wolken.
Er is daar altijd wel iets om van te genieten: het geratel der lieren van een mosselschip, de duikvlucht van een meeuw, een. surfer die in perfect evenwicht door het water snijdt, bollende witte zeilen die scherp afsteken tegen dreigende grijzen.
Het favoriete plekje van liedjeszanger Engel Reinhoudt: het stukje dijk tussen Kattendijke en Wemeldinge; één kosteloos kuuroord tegen spanningen, dichtgeslibde dichtaders èn tegen verstopte neuzen.
Jáááren geleden dichtte hij daar, ergens tussen Kattendijke en Wemeldinge, één van z'n eerste versjes:
Aan d'ene kant de slikken, de slikken en de zeeë,
An d'are kant een durpje, mi een uus of tweeë.
An d ene kant de paarden, de paarden en de boer,
Aan d'are kant een schuutje, mi eenschipper an 't roer.
Den diek lig' alverwege, dat lie-ke net groen lint,
De, kokkemeeuwen vliege, en. schreeuwer di kom wind.

Engel Reinhoudt (45 jaar, 's-Hoerenhoek, in werktijd cursusleider bij het Regionaal Educatief Centrum te Goes, in z'n vrije tijd vertolker van Zeeuwse liedjes) heeft een paar plekjes waar hij zéér liefkozend over kan doen.
De dijk bij Kattendijke staat bovenaan. Maar ook rond de Plompetoren bij Burghsluis, aan de overkant van de Oosterschelde, is het aangenaam toeven. En zo zijn er nog wel een paar. Ze hebben één ding met elkaar gemeen: ze liggen op de scheiding van land en water. „Om op zo'n dijk te staan; dat is heel fascinerend, echt om lyrisch van te worden - het geeft een enorm ruimtegevoel."

Muurtje
De zee en de slikken, het bootje en de meeuwen, het dorpje, de paarden en de boer; ze waren er toen, ze zijn er tussen Kattendijke en Wemeldinge nog steeds. Alleen het betonnen muurtje langs de dijk is gesneuveld. Jammer; daar kon-ie zo lekker op gaan zitten en dan maar kijken. Kilometers ver. De troubadour wuift over het water; je moet het wel even weten, maar daar ligt Tholen, en als je de andere kant uitkijkt zie je heel duidelijk Schouwen--Duiveland met zéér prominent het silhouet van Zierikee. En meer links de contouren van de Zeelandbrug, het Goese Sas met z'n windmolen en z'n scheefgewaaide bomen. „Dit is een plekje waar je je nooit verveelt. Het is nog typisch Zeeland."
Toen Engel Reinhoudt nog een jongetje was en in Wolphaartsdijk woonde; tòen al leerde hij van de zeedijk te houden. „Als klein jochie mocht ik vaak met de buurman mee naar het land.

Z'n akker lag bij Kwistenburg. En die boer zei altijd tegen me: 'als je daar bent, moet je niet vergeten eventjes op de dijk te kijken, want je weet nooit wat je daar ziet.' En je kwam daar inderdaad van alles tegen; een maaltje krukels, je zag een bootje, je maakte een praatje met iemand die daar zat te vissen. Vanaf die tijd fascineert de; zeedijk mij."

Kommetje
Zeker één keer in de twee weken zit hij daar. Bij voorkeur ('dit zijn plekjes, die zoek je alléén op') in z'n eentje. Dan eet hij er een boterham. Of hij kijkt alleen maar. En als de spanning van de dag na een kwartiertje of een half uur van hem is afgegleden, staat-ie weer op en rijdt hij naar kantoor. Of naar een zaaltje om er z’n liedjes te zingen. Over dat plekje 'mie een mosselsenschuutje an d'ene, en een oeve an d'are kant'. Een enkele keer, als-ie verkouden is, vouwt hij onderaan die dijk z'n handen tot een kommetje om wat van het schone Scheldewater te scheppen. En maar snuiven, héél diep; zuiver zeewater helpt niet alleen tegen dichtgeslibde dichtaders maar óók tegen een verstopte neus.

Het is er altijd mooi. In het najaar, als de 'zee wat meer spreekt'. In het voorjaar, wanneer 'de wind de lucht schoonwaait'. Maar het móóist is het er des avonds. „Ik ga graag op vakantie; naar de Ardennen, naar Frankrijk, Engeland. Maar het vervelende is, dat je daar heel moeilijk een plekje kunt vinden, waar je de zon in de zee ziet zinken. D'r staat altijd wel ergens een berg in de weg. Maar hier, hier kun je dat zien gebeuren; een prachtig spektakel.. En ik kan me voorstellen, dat mensen alleen al dáárom naar de kust komen."

Willem van Dam

terug naar Engel Reinhoudt

Deze pagina is bijgewerkt op