24 december 2008
BN DeStem op het web
Politici hoeven niet te beven voor eindejaarsshow
door René Hoonhorst
GROEDE - Het repertoire voor de eindejaarsvoorstelling staat nog niet helemaal vast. Adrie Oosterling doet ook de laatste week nog ideeën op, die hij in zijn programma verwerkt. Maar op hekeling van gemeentelijke blunders of plaatselijke politici, die afgelopen jaar samen voor meer dan genoeg reuring zorgden, hoeven de bezoekers van de voorstelling niet te rekenen.
Niet dat de Groedse kleinkunstenaar, die onlangs zijn zestigste verjaardag vierde, de actualiteit mijdt. Hij raakt in zijn programma's aan 'universele thema's' als de opwarming van de aarde en het wereldwijde vluchtelingenprobleem. "Als de polen smelten, gaan we echt allemaal dood. En vluchtelingen horen zowel bij het kerstthema als bij de streek. Tenslotte stammen veel mensen in de regio af van Hugenoten en Lutheranen, die eeuwen geleden hier een goed heenkomen zochten. Maar ik doe niet aan politiek cabaret. Dat past niet zo bij me."
Op tweede kerstdag treedt Oosterling op in zijn eigen huistheater De Twee Duiven. Naast stemmige 'klassiekers' van eigen hand komen dan kerstliedjes in een aantal talen voorbij. "Jingle Bells, Rudolph the Rednosed Reindeer, Duitse en Franse nummers. En Stille Nacht. Dat blijft het nummer dat toehoorders doet smelten en spontaan laat meezingen, merkte ik afgelopen weekeinde weer tijdens een voorstelling."
Het is al haast een kwarteeuw geleden dat Oosterling zijn baan als leraar Engels en muziek er aan gaf om verder te gaan als kleinkunstenaar en cursusleider. De Twee Duiven viert in 2010 het zilveren jubileum, maar aan sluiting denkt de 'theaterdirecteur' nog lang niet. Aan stoppen met optreden nog veel minder. Hij verheugt zich erg op de Eindejaarsvoorstelling over een kleine week. Het is het vierde jaar dat Oosterling vlak voor de jaarwisseling in 't Kerkje van Waterlandkerkje optreedt. "Het voelt al als een traditie en dat hoop ik er ook van te maken. Het is elke keer weer een genot om in dat op het eerste gezicht onooglijk dorpje op te treden."
De kleinkunstenaar vindt de speciale sfeer van het dorp in de kleinschaligheid, het pittoreske kerkje en de leilinden. "Het is een dorp vol ritsels en rammels, een plek waar verhalen tot leven komen", definieert hij uiteindelijk.
Oosterling is immer gespitst op mensen en plekken waar verhalen aan kleven. Veel van die mensen en plekken stammen uit zijn vroegste jeugdherinneringen. Pa Oosterling dreef een bakkerswinkel, kruidenierszaak annex drogisterij op 'de Groe'. Hij leverde ook aan mensen buiten het dorp. De bedoeninkjes van landarbeiders en vissersknechten komen hem weer helder voor de geest als hij verhalen van of over oude streekbewoners hoort. Heel wat typetjes zagen zo het levenslicht. Een vrij nieuwe favoriet is 'ome Ko', een op een oom zaliger van zijn vriendin gebaseerde streekbewoner. Ome Ko is eerder dit jaar vastgelegd op ik bin d'r eih'luk foo…, een cd die Hans Kusters Music (HKM) Records Adrie liet opnemen om het dialect van en gewoontes en gebruiken uit de streek vast te leggen vóór het wordt vergeten.
HKM is een internationale muziekuitgeverij; zo heeft Kusters ook de rechten van Tom Waits, meldt Adrie. Een internationale carrière streeft Oosterling niet koste wat kost na, hoewel het leuk zou zijn om over de grens een wat groter publiek aan te boren. Over belangstelling van buiten de streek heeft hij overigens niet te klagen: hij treedt op in theatertjes in heel het land. Omdat die podia graag dialecten uit heel Nederland laten horen, maar ook omdat mensen de sfeer van zijn programma's waarderen. "Ik begreep eerst niet zo wat mensen bedoelden als ze me humoristisch of ontroerend noemden, omdat ik het anders ervaar als ik het vertel. Maar nu ik zelf de cd heb gehoord, snap ik het beter. Je wordt als luisteraar het verhaal ingetrokken en daarvoor hoef je het niet eens helemaal te begrijpen, omdat je de sfeer aanvoelt." Ter verduidelijking komt hij met een anekdote op de proppen: "Ik heb een - al zeg ik het zelf - mooi Engels liedje over een zwerver gemaakt. Dat zong ik van de zomer ook in Bruinisse. De zaaluitbater, een echte Bruënaar, zei me na de voorstelling dat niemand van het Schouwse publiek er een woord van had verstaan. 'Maar je kon een speld horen vallen toen je het zong.' Die opmerking deed me weer eens beseffen dat je niet alles precies hoeft te begrijpen om het gevoel van een lied of een voorstelling op te pikken."