NEHALENNIA
150, Winter 2005
Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek
Eerste CD van Zeeuwse zangeres
Anja Kopmels is te groot voor Zeeland alleen
Rillingen krijg ik er van. Is het dat mooie, donkere Zeeuws dat zo op mijn eigen Zeeuwse gevoel speelt? Of zijn het de melodielijnen die je ergens doen denken aan de oude Keltische gezangen? Of nee, misschien is het die stem, met dat aparte keelgeluid, dat me doet denken aan Joan Baez in haar glorietijd. Of is die vergelijking niet een tikje overdreven'? Voor mij geenszins.
En zomaar uit Zeeland. Vanuit Kortgene, een vlekje op de kaart van Noord-Beveland. Aardappelland, de streek van de lage horizonten en de glansgekeerde klei*. Na jaren van optredens en liedjes schrijven heeft Anja Kopmels nu haar eerste CD gemaakt. 'Diek' heet het album en die titel dekt de lading.
Het is een dijk van een CD.
De CD wordt op 10 september met enig ceremonieel gepresenteerd in Ellewoutsdijk.
Anja Kopmels (1962) zingt uitsluitend in het Zeeuws, de bedreigde taal, die zich in de teksten van Kopmels zo mooi laat verbuigen en versoepelen. Ze rijmt 'oorlog' op 'aol nog'. Probeer dat maar eens in het Nederlands.
De liedjes en ballades op de CD zijn door haar jaren van optredens en experimenteren bijgeslepen en verfijnd. Ze heeft lang gewacht met het uitbrengen van haar CD, te lang vinden de fans, maar het eindproduct is er met verloop van de jaren alleen maar beter en doordachter op geworden.
Er staan lichte liedjes op, zoals het nummer over de twee Arnemuidse vissersvrouwen die garnalen zitten te pellen en er ondertussen lekker op los roddelen, maar ook serieuze ballades zoals Reunie, Kind van et waeter, Wi bluuft de tied en het ijzingwekkende Anden.
Dit laatste nummer (geschreven in 1998) is uitsluitend vocaal. De stem van Kopmels zonder gitaar, indringend, puur en volkomen, gaat over de werkhanden van de Zeeuwse vrouw. De handen, die zo ruw zijn geworden en vergeven zijn van de kloven, van het harde werk op het land. Hetzijn geen dameshandjes waar Kopmels over zingt. Maar de rauwe, kapotgeschuurde handen van de boerin. Het lied is een eerbetoon aan de eelt. Zonder valse emoties, zonder effectbejag. Kopmels is geen zangeres van odes. Ze zingt over het werkelijke leven. Vroeger heeft ze de blues gezongen, oudere fans weten dat nog, en die invloed is nog duidelijk merkbaar. Kopmels zingt recht uit haar hart.
Een fragment uit Anden:
Meisje oe komme jen anden zo rauw
wel dat is van et werk op et land
langs aol die reken moj' hae en ahauw
ei j' een kerve of een klove in jen and
van peeen wiee en dunne
en `t optrekken van vlas
Het staat er zo droog, op papier, maar je moet het horen. De eerste CD van Kopmels is meer dan het zoveelste Zeeuwse streekproduct. Anja Kopmels is geen zangeres van simpele volksliedjes, die refereren aan de folklore. Haar talent is groter dan Zeeland alleen.
Cees Maas
* De term 'glansgekeerde klei' stamt uit het gedicht 'Verdwenen huis van Sint-Jan' (over de middeleeuwse commanderij te Wemeldinge) van Jan J.B. Kuipers.