7 oktober 2005
Provinciale Zeeuwse Courant op het web

Ernst en luim, ook in het dialect

Twintig jaar muziek in De Twee Duiven

door Wilma Valk

GROEDE - Met het plompverloren poneren van een echt (West-)Zeeuws- Vlaamse uitdrukking krijgt Adrie Oosterling, bard uit ’de Groe’, de zaal na twintig jaar nog steeds plat. „A da kanog é“ (vrij vertaald: da’s me ook wat moois), is een van de gezegdes die immer voor een gulle, van herkenning vervulde lach zorgen.

Maar het publiek hoort niet alleen Zeeuws-Vlaams in De Twee Duiven, het eigen huiskamertheater van Oosterling in de Slijkstraat in Groede. „De mensen genieten natuurlijk vooral van herkenbare dingen van vroeger, situaties die ze voor zich kunnen halen en waarom ze kunnen lachen. Maar ik streef toch naar een breder programma, niet alleen nostalgie uit Zeeuws-Vlaanderen.“
Adrie Oosterling (56) viert dit najaar zijn twintigjarige jubileum als artiest in zijn huistheater. Hij staat wekelijks meerdere keren op het podiumpje in De Twee Duiven en staat vrijdag 11 november in het Scheldetheater in Terneuzen. Het is geen afscheidstournee, want hij heeft nog plannen voor zeker honderd jaar. „Gelukkig ben ik nu meer relaxed dan vroeger. Lukt het dit jaar niet, dan volgend jaar wel. Dat heb ik moeten leren, ook bij het Vlaams Erfgoed. De Slijkstraat viert dit jaar ook zijn tienjarig jubileum als hét museumstraatje van Groede.“
Oosterling is een lange weg gegaan. Hij heeft veel gedaan en bijna evenveel niet afgemaakt. Na de kweekschool gaf hij ruim een jaar les, om daarna rond te zwerven zonder vaste binding. „Op het Zeldenrustcollege heb ik Engels, muziek en godsdienst gegeven. Al met al haast twintig jaar, altijd parttime, zodat er nog voldoende tijd was voor andere dingen. In die tijd volgde ik het conservatorium in Rotterdam en werkte ik ook nog voor de Nederlandse Opera Stichting, heel interessant.“
Na zes jaar De Twee Duiven is Adrie uiteindelijk gestopt met lesgeven. „Het pand hiernaast was een oud Luthers armenhuis en op de plaats van mijn theater stond een oude schuur. Alles is afgebroken en in oude stijl opgebouwd. In de garage is nu de bakkerij gevestigd. Mijn broer wilde het theater ’De Zwemmende Leeuw’ noemen, er is zelfs een bord voor gemaakt. Langzaam kwam de naam Twee Duiven bovendrijven, symbolisch en makkelijk te onthouden. Vroeger werden hier de duiven van de plaatselijke vereniging ingekorfd.“

Genen
Muziek zit Adrie in zijn genen. „In ons gezin werd veel gemusiceerd. Muziek maken, schrijven, dat is mijn gave. Veel technieken leerde ik op het conservatorium, van andere kan ik zelf niet uitleggen waar ik ze vandaan heb.“
Hij schreef teksten voor Marie-Cecile Moerdijk. De Zuiddorpse zangeres gaf hem meer zelfvertrouwen door hem te vertellen dat hij veel meer kon dan hij zelf dacht. „In het begin schreef ik vooral over de omgeving: over vlas, over kwallen en herinneringen, de geuren uit mijn kinderjaren. Nu ben ik bewuster bezig. Ik lees veel kranten en kijk vooral naar de BBC. Ik tracht mezelf verder te ontwikkelen en ben meer bewust met de inhoud van mijn liedjes en conferences bezig.“
Oosterling is meer bezig met de actualiteit en vooral ook met zijn eigen mening over dagelijkse ontwikkelingen. „Ik ben vaak ernstig, maar ik steek ook regelmatig de draak met van alles en nog wat. Aan de ene kant melancholisch, aan de andere kant spottend. Ik zing en vertel alleen over dingen die ik interessant vind. Men zal mij niet horen over voetbal. Je moet niet praten over dingen die je niet kunt.“
De bezoekers horen in De Twee Duiven niet alleen liedjes in het dialect, maar ook Engelse songs en Franse chansons. Oosterling zoekt naar een ideale mix van meezingers - vaak in het dialect (’dat mag gelukkig weer’) - en ernstiger overpeinzingen. „De mensen genieten van bekende nummers over Klara de knol of Lena I. Maar ik wil meer brengen dan nostalgie uit Zeeuws-Vlaanderen. Een programma over de volle breedte met zoveel mogelijk van mijn eigen ik er in.“

terug naar Adrie Oosterling

Deze pagina is bijgewerkt op