TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 116, april / mei 2008
NEWfolkSOUNDS op het web
BRETELER, KORTHUIS & MEYERS
Nothin’ niks-neat-niks
(Friese Pers boekerij / DRC Records, DRC 132007)
Op nieuwjaarsdag 1997 overleed Townes Van Zandt, door velen beschouwd als dé grondlegger van de Americana. Nog veel meer mensen bewonderen hem. Niet vanwege zijn levenswijze maar wel voor zijn door de wol geverfde teksten die tijdens zijn wispelturige leven opborrelden. Drie noordelijke streektaalzangers vertaalden elk twee teksten van de gevierde singer/songwriter in hun eigen taal en zetten die op een schijf. Gerrit Breteler, de in de folk gepokt en gemazelde kunstenaar, zong het Friese deel overtuigend in. Vooral St. Jan de Doarmer is knap ingebed in de begeleiding. Het fraaie pianospel van Jelle Koolstra, die ook de arrangementen verzorgde, valt daarbij op. Het Groninger deel, van Martin Korthuis, klinkt het meest ingetogen en dan vooral in Wachten op t in. Dit mede dankzij de uitgebreide doch ingehouden steun van zijn vaste begeleiders en de muzikanten van Muppetstuff. Egbert Meyers completeert het originele drieluik. De bijdragen van de Drent, zowel An mien venster als Niks meer, liggen emotioneel het dichtst bij de Amerikaan. Toetsenist Kees Hendriks accentueert de zang van countryspecialist Meyers fraai en functioneel. In een uitgebreid boekje waarin de journalisten Harry de Jong en Peter Bruinsma hun kennismaking en bewondering zwart op wit onderbouwen, zijn de teksten ondergebracht. De streektaalversie van Van Zandt is met 22 minuten eigenlijk iets te kort. Ongetwijfeld zijn er andere streektaalzangers die zich graag bij deze hommage hadden willen aansluiten.Joop van den Bremen