de Volkskrant op het web

Geet der iemand met?

Dialectpop, dat is moerasmuziek

Langs schnaps en berkenbos 'leupt 't spoar' van de regiopop van Erica naar America. Caspar Janssen stapt in de auto en gaat achter de muziek aan.

Het regent, 't is nat. Plassen op de snelweg. Ongelukken, files. Maar: 't is mij allemaol wel best. Want in de auto blijft het droog en klinkt Skik.

't is klotenweer klotenweer
kloot kloot klotenweer
't is klotenweer klotenweer
kloot kloot klotenweer
't is klotenweer


Dat mag dialect zijn, er is geen woord Chinees aan. Klotenweer is het nog altijd, bij het binnenrijden van Erica. We gaan een dialectpoproute maken door Nederland, een tocht die de vitale punten van de dialectmuziek met elkaar moet verbinden. Te beginnen in Erica, in zuidoost-Drenthe, dorpje aan de verlengde Hoogeveensche vaart.
Erica betekent 'dopheide'. Dit is voormalig turfstekers-gebied, rechte lijnen, kanalen, akkerbouw op afgegraven veengrond. En glastuinbouw, niet te vergeten, grote bakken met oranje licht in de donkerte van vandaag. Parkeren bij het supermarktje en de drogist, dan lopen door de Havenstraat, de brug over naar café The Spot.
De deur is open, maar het café is officieel nog dicht. 'Maar wij zijn niet zo moeilijk', zegt Hans Roling, die samen met zijn vrouw Truus en de postbode koffie drinkt aan de stamtafel. The Spot is een café waar jongeren uit de hele buurt 's avonds komen, zegt Roling. 'In de weekenden is het hier stampvol.
Skik reed in de eerste jaren in een auto van Roling - die toen Amerikaanse auto's importeerde - en Roling ging vaak mee. Nog altijd is hij een bewonderaar van Skik en vooral van Daniël Lohues. 'Hij heeft Erica op de kaart gezet' Dat is letterlijk zo. Op basis van Skiks beroemdste nummer Op Fietse maakte de Emmense VVV in 1998 een fietskaart: 'Op Fietse', met Skik door Zuidoost Drenthe. Het andere Drenthe dus, niet dat van de bossen en de hunebedden, maar dat van de vroegere moerassen, de kanalen, de leegte, de berkenbosjes, de rechthoeken.
Buiten hoost het nog altijd, maar de postbode moet nu toch echt weer op pad. Zeker dertig kilometer fietst hij op een dag en vandaag is dat niet bepaald een pretje, kan hij zeggen, want de wind langs het kanaal is nietsontziend. Gebogen over het stuur dus en extra oppassen voor betonpaaltjes. Want: Betonpaolties, betonpaaltjes bennen kut!!
In de auto weer, met Op Fietse op, de Pannekoekendiek af richting Amsterdamscheveld, linksaf langs het Dommerskanaal richting Weiteveen. Daarachter ligt het echte veld, heidegebied met 'buulzand' waar het met de auto moeilijk komen is.
'Hier is de horizon nog niet zo dichtbij', zei Daniel Lohues ooit. Inderdaad: er is ruimte en leegte, genoeg ruimte en leegte om eens iets te bedenken, om een bandje te beginnen bijvoorbeeld.
We zijn in grensgebied, de Skikroute voorziet ook in een uitstapje naar het 'buutenland'. Ook nog veengebied, vreemd niemandsland.Via Schöningsdorf weer langs een kanaal, door het dorpje Hebelermeer waar zowaar een Gasthof is, weer terug naar Drenthe. Op de Herendijk, tussen Oranjedorp en Erica klaart het zowaar wat op en begrijpen we het ineens weer, dat van die horizon en wat daar zo bijzonder aan is.
Van Erica naar de Achterhoek, het land van Normaal, van Jovink en de Voederbietels en van Boh Foi Toch. De 'oude' Achterhoek, zeggen kenners, die vind je in de grensstreek. Rond Winterswijk, of beter: achter Winterswijk en dan via binnenweggetjes door het essenlandschap naar Aalten en het gebied tussen Dinxperlo en Varsseveld. Hoewel: rondom Lochem is het ook nog mooi.
Streektaalmuziek heeft altijd iets met het 'oude' landschap, met ‘oude' verhalen. Het is de kunst om dan niet oubollig te worden. Door de traditie met het nu te verbinden bijvoorbeeld, en door de blik ook naar buiten te richten. Dat doet Skik, in Canada en de Verenigde Staten, waar Lohues zich uitgebreid verdiepte in de blues. Rowwen Hèze speelt zydeco en texmex, bezocht Texas en maakte muziek met Los Lobos en Flaco Jimenez. Het Achterhoekse Boh Foi Toch speelt cajun en zydeco en deinst niet terug voor een walsje. Tekstschrijver, zanger en trekharmonicaspeler Hans Keuper maakte jarenlang muziek in Kameroen, waar hij ontwikkelingswerk deed.
En Normaal? Ja, Normaal speelt rock 'n roll, fantastische liedjes over 'zoepen' en 'wieven'; dat motorcrossen leuk is, de boer troef en de stadsen fratsen hebben. Dat kenden we al, dus luisteren we richting Doetinchem naar Beernd van Kuperi-j van Boh Foi Toch, met tekst van Hans Keuper op een compositie van de Canadees Daniel Lanois (Jolie Louise).

Ik zag ow aover straote gaon
I-j kwamen kort an mi-j veurbi-j
Mag ik wal efkes bi-j ow staon
Mien naam is Beernd van Kuperi-j


Daarna gaan we dieper de Achterhoek in, nu met Hans Keuper zelf in de auto, die feilloos de weg wijst door een wirwar van weggetjes tussen dorpjes als Silvolde, Sinderen, Breedenbroek en Dinxperloo, waar Keuper opgroeide. Wegen die vaak. recht zijn en 'diek' heten, want ook dit is veengebied, ook hier was het vroeger moeras, weet Keuper, het is alleen nooit grootschalig afgegraven.
De ex-leraar biologie en ex-ontwikkelingswerker is nu pas, op zijn 62ste, full time met muziek bezig. 'Wij hebben nooit de druk van de commercie gevoeld, we doen gewoon wat we leuk vinden: En Keuper vindt het vooral leuk verhalen van Achterhoekers op te tekenen. Bij zowat elke boerderij die we passeren heeft hij een verhaal, over religieuze gekte, over incest, over alcoholisme, over overzeese familiebanden. 'Mijn teksten gaan over mensen, maar het kan niet zonder het Saksische dialect en zonder deze omgeving', zegt Keuper.
We geraken bij het 'echte' essenlandschap, rond plaatsjes als Woold en Kotten. Rijdend over dat kunstmatig opgehoogde land is van de iets lagergelegen boerderijen alleen het dak te zien. Dan nog even naar het 'buutenland', bij Zwilbroek de grens over naar Zwillbrock, naar Landgasthof Reirink. Dat is wat je in de Achterhoek hoopt te vinden, de zeldzame plaatsen die nog niet in de greep zijn van het formuledenken. Precies de plaatsen die ook Keuper altijd zoekt.

Geet der iemand met naor Reirinks's Marie
Daor gunder bi-j't hekken
Nemes hef der gleu'k een better idee
't wödt tied da'w goot vertrekken


In het boerderijcafé van Ludwig Reirink, jarenlang gerund door zijn moeder; vlamt alleen het licht van het haardvuur hoog op, verder is het donker. Maar dan heeft Keuper Ludwig gevonden. Achter het huis drinken de mannen schnaps en bier, er komen nog wat andere mannen bij en ze raken aan de praat in onvervalst grensdialect, over de jacht en het afmaken van beesten, rondom het vuur in een verder donker café. Boer en caféhouder Ludwig gooit achteloos nog een compleet houten hek in het vuur en vertelt over de wielerwedstrijd die elk jaar in december dwars door zijn café loopt.
Hans Keuper, op de terugweg naar Doetichem: 'Ludwig is het type cafébaas dat op een gegeven moment naar bed gaat en tegen de gasten zegt: hou zelf maar bij wat je gedronken hebt.'

Eten en slapen in Hummelo, bij De Gouden Karper, stijlvol en klassiek Achterhoeks. Uiteraard staat er wild op het menu. Hummelo, dat is een mooi dorpje, het is Normaalterrein. Wi-j goat an 't moven, schoeven, moved de luu noar Hummelo.
Een ideaal dorpje voor een mooie karmis, Je ziet het voor je, die paar attracties, de feesttent, de volle cafés, de opstootjes, het brommers kieken. Kermis, fanfare, harmonie of schutterij, ook dat is een constante in de Nederlandse dialectpop.
Nu treffen we 's avonds in het café van De Gouden Karper de Hummelose herensociëteit aan, ongeveer twintig keurige mannen van rond de zestig. Met, verdomd als het niet waar is, een orerende Bennie Jolink. Jolink, zo blijkt, heeft werkelijk overal een mening over, ook over martelen en over de doodstraf. Misschien niet kies om het zomaar te noteren, maar een Groen Links-lijstduwer zit er niet in Jolink.
De Achterhoek verlaten richting zuiden, dat doe je in stijl via Montferland, dat overal in de zuidelijke achterhoek zo prachtig in de verte gloort. Onder begeleiding van Boh Foi Toch, van Zeddam naar Beek.

At achter 't Montferland de zunne
langzaam ondergeet
En 't duuster zich breed mek an de loch
At de maone zo stil tussen de steerne steet
Gaot mien dreume umhoge in een vloch


Dan naar het zuiden, naar America, naar de Peel. Na de accordeon van Boh Foi Toch weer de accordeon aangevuld met het 'schetterend koper' van Rowwen Hèze. Feest in de auto met Henk is Enne Lollige Vent, Bestel Maar en Dansen. Maar vlak voor America gaat Station America op, dat kan niet anders. Dan horen we Jolie Louise van Daniel Lanois opnieuw, nu in Limburgse uitvoering: Allemoal vur us.

't is er allemoal vur os elke daag wir opnij
elke boem in elk bost is vur os 't is vur os
elke bij die danst op de hei elke muk in elke wei
(...) elke daag elke nacht 't is d'r allemoal vur os


Het kaarsrechte spoor Venlo-Eindhoven volgen, dan America binnen, waar Rowwen Hèze in 1985 min of meer begon en waar Jack Poels zijn inspiratie haalt, sinds hij iemand op radio hoorde zeggen 'Als er een beek door je dorp loopt moet je niet over de Mississippi zingen: Dus zingt Poels:

Vur de kerk op 't plein
leupt 't spoor
als altied, verder weg
nar 't volgende joar
nar 'n gans nij begin
nij refrein
vur de kerk op 't plein


Dat is America op een doordeweekse dag: de Spar, de bakker, het pleintje voor de kerk, een brievenbus, een infobord, een telefooncel en het geluid van spoorbomen voor de langsrazende trein. En café Boëms Jeu is gesloten. Hier houden niet alleen de bandleden van Rowwen Hèze vaak hun nazit, maar ook de fanfare, de joekskapel en leden van de voetbalclub en de biljartclub.
Het dorp weer uit naar De Zwarte Plak, op het veen, langs de Sint Antoniushoeve waar opa Poels woonde en langs de bungalow waar Poels zelf opgroeide. Dan is het niet ver meer naar Helenaveen en gebeurt er iets moois.
Onder de donkerblauwe wolkenlucht verschijnt een gele rand, die langzaam oranje kleurt en dan rood. Van Helenaveen naar Griendtsveen, dwars door het hoogveen, met dit licht klopt het helemaal, het water en de avondzon die door de berkenstammen schijnt.
En in Griendtsveen bestaat er een Ericaweg, dat kan geen toeval wezen.
Trouwens, langs het Dommerskanaal bij Erica in Drenthe zagen we al de oude fabriek van de N.V Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij, het grijpt allemaal in elkaar.
Nu, in de Peel, gaan we terug over de Griendtsveense-weg naar America, de rode gloed over oeroud land en water.
Je weet nu: dialectpop in Nederland, dat is moeras-muziek, dat kan niet anders. En er hoort ook fanfare bij, en kermis, dat is logisch allemaal. En dat de Peel net Louisiana is, dat begrijp je ook, hier moet wel cajun en zydeco klinken.
Je snapt opeens waarom Jack Poels zingt:

Want ik wiet zeker,
ik koom terug,
ik wiet neet hoelang,
ik wiet neet hoe vlug
want ik wiet niks,
ik denk allien,
d'n hemel kan ni moeier zien.


America weer uit, over diezelfde weg, met het woordloze liedje Station America op, over het station dat er niet meer is, dat is om stil van te worden, zo in het rode avondlicht.

Deze pagina is bijgewerkt op