De Stentor op het web

Duo Höllenboer:
'We werden zelf ook gek van Busje komt zo'

Sallandse kleinkunst uit Luttenberg

'Hoewel we niet veel voorstellen, stel ik voor dat, we vóór deze voorstelling ons voorstellen. 'Zo luidt de introductie op hun laatste ceedee. Cabaret, kleinkunst, theater. Ze vinden het allemaal maar 'grote woorden'. "We doen de dingen waar we zelf plezier in hebben. Voor cabaret moet je echt goed zijn", zegt Gerard Oosterlaar tekstschrijver en zanger van Höllenboer. 'Stukkies, liedties en varsies' maken ze, in het Salllands dialect. "Sallandse kleinkunst, oké, dat komt misschien nog wel het meest in de buurt." Vrijdag spelen ze in Raalte.

Door MARION GROENEWOUD

LUTTENBERG - Ze zijn razend populair geworden door hun hit 'Busje komt zo'. "Het was allemaal niet de bedoeling. We zijn er door overvallen." Een half jaar lang hebben ze het lied in heel Nederland en België gezongen. "We stonden nummer 1 in de Clipparade, met een clip die we hier in Luttenberg hebben gemaakt. Michael Jackson stond op twee."

Gerard Oosterlaar (40) en zanger/gitarist Bas van den Toren (40) vormen al meer dan twaalf jaar een duo. Ze hebben diverse nummers voor Normaal gemaakt, zoals Ik word prof en Weekend. Van den Toren is verantwoordelijk voor de composities en de muzikale begeleiding. Oosterlaar schrijft de meeste teksten en is ook de maker van Het busje.
Dit in twee uur geschreven liedje was in '93 bedoeld voor de Methadon-studiedagen, waar Oosterlaar als hulpverlener bij het Centrum voor Alcohol en Drugs jaarlijks 'een stukkie' deed. Dat het twee jaar later zo'n succes zou worden, kon niemand bedenken. Maar het werd niet overal hartelijk ontvangen. "Sommige collega's en ook verslaafden waren woedend. Dat ik zo'n lied durfde te maken. Ik zou succes hebben over de ruggen van slachtoffers. Dit leidde tot dreigbrieven en boze telefoontjes. Maar wat ds. Visser met de Pauluskerk doet, doe ik gewoon met humor." Busje komt zo, dertien keer achter elkaar, per couplet. "We werden er zelf ook gekvan. En het publiek op den duur ook. Na enkele maanden stonden er nog optredens gepland, terwijl het succes al voorbij was. Toen moesten we met gevaar voor eigen leven toch zingen. We kregen de bierglazen naar ons hoofd geslingerd. Nee, dat was niet leuk meer. Vooral in discotheken, dat was niks voor ons. Stond je voor zo'n hossende menigte. Dan zei de eigenaar: zing twee keer Het busje en ga dan maar weer weg."

Kunstje
"Het steekt me nog dat sommigen ons alleen beoordelen op dat ene lied', zegt Oosterlaar. "Begrijp me goed, het was een fantastisch avontuur, maar we deden, ook toen al veel meer. Onze andere liedjes zijn, wat ons betreft, waardevoller."
De teksten, de zang en de muziek, zijn zeker professioneel te noemen. De humor doet denken aan Herman Finkers. ('Dit lied gaat over een anorexia-prostituée, dus over een meisje van wel heel erg lichte zeden...') Waarom zo bescheiden? "Dat is Sallands. Een soort nuchterheid. Het is voor ons een uit de klauwen gelopen hobby. Een carrière in de muziek hebben we niet. Het moet leuk blijven. je doet in feite gewoon een kunstje. Zelfspot blijft daarbij heel belangrijk."

Höllenboer, een bijnaam in Salland (betekent 'boer op, een heuvel'), heeft drie cd's uitgebracht. De laatste onder de titel Vort met die pröttel, ofwel Weg met die rotzooi. Op de omslag staan de heren in groene containers. Hun titellied Gruune container, gaat over de ongemakken met zo'n bak: Die gruune bak is veur 't milieu zo alderbassens slecht dus stop um in de grieze en zet um an de weg.
"Een rode draad in ons programma? Die hebben we niet. Voor de Rode Draad (belangengroep prostituées, red) konden we in Luttenberg geen subsidie krijgen", zegt Oosterlaar. "Nee, we doen maar wat. We hadden eerst korte gedichten tussen de liedjes door en die zijn uitgegroeid tot een soort conferences. In ons nieuwe programma zitten nu ook Nederlandse teksten. Dit doen we niet met opzet, het gaat als vanzelf."

Gimmick
Luttenberg, de geboorteplaats van beiden, speelt een centrale rol in hun repetoire. "Als wij dood zijn, moet iedereen weten waar Luttenberg ligt. Wat er bijzonder is aan Luttenberg? Nou, we hebben een stoplicht. En iedereen kent elkaar hier, dat is trouwens ook wel eens een nadeel. Maar Luttenberg heeft een rijk muziekleven, er zijn hier twaalf bands. Luttenberg is het Volendam van het oosten. Onze pastoor doet zelfs mee in een van onze muziekclips, daarin zit hij in een motorzijspan. Hier treden zondagochtend popbands op in de kerk", vertelt Van den Toren met trots.

De kleine 'grote man' achter de schermen is manager Jo Oortwijn. "Hij timmert voor ons aan de weg. Als hij er niet was, dan waren we nooit zo ver gekomen." Oortwijn luistert met glimmende ogen en mompelt af en toe wat tussendoor. "Ik geloof gewoon in wat ze doen. Maar als ze in het Nederlands of Engels zouden zingen, werden ze nog veel beroemder", is zijn commentaar.

TV-programma
Oosterlaar en Van den Toren zijn druk bezig met de opnames voor een eigen tv-programma op TV Oost, dat vanaf januari elke donderdagavond is te zien. Oosterlaar: "Ik heb er eerder presentaties gedaan, maar dat liep niet echt lekker. Ik kon niet spontaan zijn. Nu mag ik helemaal zelf een programma maken, onder de naam Dettededut (dat hij dat doet). Het is infotainment, informatie met humor. Ik speel typetjes zoals Meester Bennie met een groepje kinderen (Hierrr is meesterrr Bennie, we gaan het vandaag hebben over de dood. Wie is er wel eens dood geweest?), maar er zijn ook serieuze onderdelen. 'Bas in het bos' bijvoorbeeld, waarin Bas de natuur ingaat. En natuurlijk onze eigen muziekclips."
"We willen met onze muziek meer de kleine theaterzalen in. En dan graag op een uur rijden van huis.Dan kunnen we nog een pilsje drinken en op tijd naar bed. Want het gezinsleven is ook belangrijk", zegt Oosterlaar. In hun nieuwe theaterprogramma zingen ze oud en nieuw repertoire.

Het busje zullen ze uit zichzelf niet meer laten horen. "Maar als we beginnen met inpakken, komt er altijd iemand naar ons toe: jullie moeten Het busje nog zingen. Nou dat doen we dan natuurlijk, maar meer als een soort gimmick. Als jullie het refrein zingen, zeggen we dan, want dat zijn we kwijt.'

Hoftheater Raalte, vrijdag 4 dec, 20.15 uur en Caroussel Ommen, zaterdag 6 februari.

Dit artikel verscheen in het Deventer Dagblad
terug naar Höllenboer

Deze pagina is bijgewerkt op