10 januari 2011
De Stentor op het web
De ziekte als derde persoon
door Marion Groenewoud
STEENWIJKERLAND - Muziek maken kost hem al een jaar meer moeite dan normaal, vanwege dat ‘kankergedoe’. Maar Gerard Rutger Buisman (1952) installeert zich nog vaak in het studiootje in de garage naast zijn woning in Steenwijkerwold. Zijn nieuwste lied gaat over de nieuwe burgemeester, Marja van der Tas die per 1 februari aantreedt.
„Steenwieker lanterfanters pas maar op, want Marja komt eraan!” Ruim 35 jaar bezingt Buisman „zo akoestisch mogelijk” de ontwikkelingen in zijn geboortestad waarin hij na de gemeentelijke herindeling vooral het platteland het meest waardeert. „Geen staarke stad/zunder kraachtig plattelaand”.
Hij was vooral bang dat na de eerste chemo zijn baard zou uitvallen. „Op mijn hoofd draag ik wel een hoed maar aan die baard ben ik gehecht. Gelukkig, het zit er nog anders had ik zo’n aanplakgeval moeten nemen”, zegt Buisman terwijl hij over de grijze haardos strijkt en zijn zoveelste sigaartje aansteekt.
Afgelopen donderdag begon hij aan zijn tweede chemokuur. „Als je hoort dat je alvleesklierkanker hebt, geven ze je eigenlijk op. De specialist sprak kil: het verbaast me dat u hier nog zit, meneer Buisman. De meeste pancreaskankerpatiënten zijn binnen drie maanden dood.” De muzikant is hier nog verontwaardigd over. „Je bent als patiënt zo afhankelijk”, constateert hij op zijn eigen droge nuchtere toon. „Ik heb liever dat ze zeggen, hoe moeilijk het ook zal worden, we doen er alles aan om je leven te verlengen.”
Buisman schrijft nog wel liedjes maar geeft toe dat de ziekte zijn fantasie ook aantast. Samen met drie zangeressen treedt hij binnenkort weer op, maar de afspraken zijn allemaal onder voorbehoud. „Gelukkig heb ik mensen om me heen die vooruit kijken. Ik wil nog lang niet dood. De eerste maanden wilde ik ook niets over deze ziekte lezen. Nog steeds denk en praat ik over de ziekte in de derde persoon. Alsof het een ander betreft.”
De ellende begon met buikpijn en vermoeidheid maar hij had ook „wat andere zorgen” dus hij dacht aan stress. Totdat hij helemaal geel werd. De tumor sloot de weg naar de lever af. Buisman onderging afgelopen zomer een ingrijpende zeldzame whipple-operatie. „Ik heb een enorm litteken in de vorm van een smiley op mijn buik”, glimlacht hij gelaten. Maar er bleken toch weer uitzaaiingen te zijn. Natuurlijk, als suikerpatiënt was hij aan de nodige ongemakken gewend. Buisman loopt al jaren met een stok omdat hij het gevoel in zijn rechterbeen kwijt is. Ook ziet hij als gevolg van die suikerziekte erg slecht. „Ik moet het doen met contouren.” Dat is de reden dat hij vier jaar geleden moest stoppen als docent. Het werk en het contact met de leerlingen mis ik nog vreselijk, alle dagen.”
De troubadour schreef talrijke ‘varsies en vertellegies’ over alles wat erom hem heen gebeurde maar ziekte inspireert Buisman nog niet. Wel houdt hij voor zichzelf een dagboek bij. Hierin komen vooral de misstanden naar boven die hij als patiënt in de ziekenhuizen van Meppel en Zwolle aan den lijve ondervond. „ De communicatie tussen beide ziekenhuizen is verschrikkelijk slecht, als patiënt ben je compleet overgeleverd aan de goden. Als je dan binnen tien dagen voor de achtste keer van kamer moet wisselen, wordt het je echt teveel.”
Buisman heeft al geprobeerd bij te dragen aan verbetering. Door zijn ervaringen te delen in een forum voor artsen en verplegend personeel. Over het al zo zwaar belaste verplegend personeel heeft hij niets dan lof. „Ik kwam zelfs een oud-leerlinge tegen, we hebben samen gezongen. En onlangs ontmoette ik in Zwolle eindelijk een aardige chirurg die me meteen ontspande. Hij zei tot mijn grote geluk: We gaan er tegenaan.” Als streekcorrespondent voor het NCRV-radioprogramma Plein 5 doet hij sinds vijf jaar tweewekelijks verslag vanuit eigen regio. „Ik heb verteld over onze otters, de waterdorpen en natuurgebieden. Ik volg de actualiteit en pik er iets leuks uit. Zoals de nieuwe vrouwelijke burgemeester.” Zijn lied over Marja van der Tas is klaar. „Ben je het niet eens met haar passie/ dan slaot ze oe met heur tassie”, zingt hij op countrygitaarklanken. Buisman kent de Steenwijker politiek. „Ze kunnen wel een sterke vrouw gebruiken”, meent hij. ” Voor Van der Tas heeft hij het advies dat zij ook aandacht schenkt aan de dorpsbelangen. De gemeentelijke herindeling bestaat in 2011 tien jaar en ligt nog steeds gevoelig, weet hij. „Giethoorn loopt wel met Steenwijk mee, maar Vollenhove, Oldemarkt en Ossenzijl worden nog miskend.
Van zijn inmiddels 85-jarige moeder moest Buisman altijd algemeen beschaafd Nederlands spreken. Als lerares vond zij dat belangrijk. Het Steenwijker dialect leerde hij vooral spelenderwijs op school. „Het is de taal van onze voorouders en ik houd van de melancholie van streektaal.” De laatste jaren op school onderwees hij het vak heemkunde. „Jongeren moeten op de hoogte blijven van de geschiedenis van stad en streek. Als troubadour probeer ik mijn liedjes de verhalen en anekdotes levend te houden.”
De tweede chemokuur is begonnen, iedere donderdagmiddag naar Meppel. „Mij werd geadviseerd niets meer te doen maar dat voelde niet goed. Dan moet ik lijdzaam afwachten. Dood zijn is niet zo moeilijk. Tegen de pijn zie ik wel op. Mijn huisarts stelde al morfinepleisters voor, maar als ik daar aan begin?”. Hij glimlacht: „Zover ben ik nog lang niet.”
www.muziekmakerijbuismanenzo.nl
Op 28 februari zingt Buimsan op het streektaalfestival in Gieten. Hij werkt momenteel met Jan Mateboer aan een Engelstalig album City of Stones. Gerard Buisman werd twee dagen na het interview benoemd tot ereburger van de gemeente Steenwijkerland voor zijn verdiensten op het gebied van streektaal en- cultuur.