08 maart 2010
BN DeStem op het web
'Er is zoveel waar ik niet aan toe kom'
Als hij voorgaat naar zijn werkkamer, om op zijn computer vast wat tracks van de komende cd te laten horen, kun je er niet omheen. Op zijn bureau staat een trofee. Twee houten billen met een veer erin. Veer in de reet, staat er treffend op.
door Ton Ouwehand
Een bijzondere prijs. Herman Finkers (1954) kreeg hem van collega-cabaretiers. Hij zoekt even in zijn computer naar het filmpje dat Lebbis ervan heeft gemaakt. Maar kan het niet vinden. Hij twijfelt ook of het niet te privé is om het te laten zien. Het was zo leuk dat het bijna niet meer leuk was, zegt hij. "Er stopte op een gegeven moment een bus voor de deur. Dat gebeurt wel vaker. Mijn huis maakt deel uit van de De Jongeleu En Oale Groond-route. Maar deze bus bleef wel heel erg lang staan. Ik zei tegen mijn vrouw: moet je kijken, er stappen allemaal bejaarden uit. En ze komen deze kant uit. Ik zag het grijze haar van Paul van Vliet, van Freek de Jonge, het kale hoofd van Diederik van Vleuten. Ze waren er allemaal: Jeroen van Merwijk, Bert Visscher, Jack Spijkerman, Lenette van Dongen, Jan Boerstoel, Ivo de Wijs, Daniël Lohues. Er waren er een stuk of dertig. Ze hadden in de bus een lied voor me gemaakt. Dat zongen ze met begeleiding van Freek. Die had van Lohues net een handigheidje geleerd op gitaar en zat met een briefje voor zich te spelen."
Aan de keukentafel vertelt hij later over een ander 'enorm cadeau'. Op tweede kerstdag hebben meer dan 2,5 miljoen mensen gekeken naar de uitzending Na de pauze. Met pieken steeg het naar 2,9 miljoen. "Zo'n hoge kijkdichtheid heb ik nooit eerder gehad. Ik had verwacht dat een groot deel van mijn publiek af zou haken en dat er een klein deel bij zou komen. Maar het was precies andersom. Het programma week zo af van wat men van mij verwacht. En daar werd ik dus voor beloond. Er zaten best wel moeilijke stukjes in. In het land heb ik meegemaakt dat er aan het eind, bij het filosofische deel over de dood, mensen op de eerste rij zaten met rood omrande ogen. Mensen die elk woord wat ik zei, opzogen. Terwijl naast ze iemand zat die in slaap was gevallen." Met Na de pauze kwam een einde aan de grote avondvullende shows van cabaretier Herman Finkers. Na een pauze van zeven jaar kwam hij terug met zijn meest persoonlijke programma ooit. Met als thema's liefde, leven en dood. Daarin sprak Finker vrijmoedig over de chronische lymfatische leukemie die bij hem is geconstateerd.
"Het voordeel van die lange pauze was dat het programma dat ik had geschreven klaar was. Eigenlijk hoefde ik niet eens te try-outen. In de kleine zalen heb ik het gebracht zoals ik het had geschreven. Ik hoefde er niets aan te veranderen. Dat moest pas, toen ik naar de grote zalen ging. Een grote zaal is trager, minder bereidwillig. Toen merkte ik dat de conference over het slecht nieuwsgesprek voor veel mensen te lang doorging. In Gouda liepen mensen weg, het was te veel voor ze. En dat was daarvoor ook al een keer gebeurd. Ik had het over het gevaar dat je misbruik van je ziekte gaat maken. Dat ik tegen mijn vrouw zei: 'Ach, zet jij de vuilniszak even buiten, ik heb kanker.' Op dat moment liepen mensen weg. Terwijl het niet grof is, maar juist fijnzinnig. Maar ik heb dat stuk wel weggelaten."
Wat dat een zware periode?
"Zware periode? Dat werd het in januari vorig jaar, toen ik allerlei infecties kreeg. Ik heb 45 voorstellingen moeten afzeggen. Heel vervelend. Eerst heb ik een week in het AMC gelegen. Daarna was Almelo aan de beurt. Daar had ik tien jaar niet meer opgetreden. Ik was van de koortsen en de infecties af, dus ik kon het door laten gaan. Dacht ik. Maar dat had ik beter niet kunnen doen. Ik zag er slecht uit en dat hoor je terug uit de zaal. En de week na Almelo kreeg ik opnieuw een infectie. Weer het ziekenhuis in. Ik moest een langere herstelperiode nemen."
In 2007 begon hij met Na de pauze. Als de regiosoap er niet tussen was gekomen, was hij in 2005 al de theaters in gegaan. Maar hij had Van Jongeleu En Oale Groond niet willen missen. "De titelsong vind ik een van mijn beste liedjes. Het is tot nu toe de enige die ik direct in het Twents heb geschreven."
Dat is iets waar hij nog wat mee wil. Liedjes in de eigen streektaal. "Twents leent zich uitstekend om in te zingen. Veel beter dan de Nederlandse taal. Waar Nederlands zo afgemeten is, wordt in het Twents de woorden met elkaar verbonden. Het harde, moeilijk zingbare 'ui' klinkt in het Twents met 'oe' veel zachter, zangeriger."
Tegen de zomer komt er een cd van Herman Finkers uit.
"Daniël Lohues heeft voor Na de pauze meegewerkt aan de begeleidingsbanden. Hij vond dat ik de liedjes uit het programma ook apart in een studio moest opnemen. Dat hebben we gedaan. Het is bijna klaar. Maar er moet ook een dvd bijkomen. Want tegenwoordig bestaat muziek niet meer zonder filmpje. Op YouTube staan liedjes van mij, waar mensen zelf een clipje bij zijn gaan maken. Vreselijk schattig dat mensen daar mee bezig zijn. Lief, maar die filmpjes voegen niets aan het liedje toe." Mensen overstelpen hem met ideeën. Maar hij heeft zelf plannen genoeg. "Ik wil nog zoveel waar ik niet eens aan toekom. Ik moet nu al keuzes maken."