3 november 2005
TC Tubantia op het web
Zaand, Zeep & Zoda laat zondag met
Noaberconcert weer eens van zich horenFolkmuziek met een knipoog
Ze zijn er nog, alive and kickin’ zelfs. Marcel Oorthuis wil het maar even gezegd hebben. Zaand, Zeep & Zoda vertolkt nog steeds het leed en de lusten van de gewone Twentenaar in aangrijpende levensliederen. Zondag wil de gelouterde dialectgroep met een Noaberconcert in Markt 19 nog eens ouderwets toeslaan.
OLDENZAAL Zanger Marcel Oorthuis was door hartproblemen een tijd uit de roulatie. ‘Misschien dat het daardoor komt dat veel mensen dachten: speelt Zaand, Zeep & Zoda nog wel?’ denkt de mede-directeur van het reclamebureau Markt & Media hardop. ‘Maar laat één ding duidelijk zijn. We zijn er echt nog. Volgend jaar bestaan we 20 jaar. En misschien’, laat ie er met hoop in zijn stem op volgen, ‘komen we wel met een cd en mogelijk zelfs een dvd op de markt.’
Sinds Marcel Oorthuis een aantal omleidingen kreeg gaat het veel beter met hem. En heeft hij als vanouds zin te tokkelen op zijn ukelele en zijn wat rauwe door het leven getekende stem te geven aan evergreens als Plodd’n Bennat en Oh Pannekookplas.
‘Pretfolk, folkmuziek met een knipoog’, duidt de 57-jarige Oorthuis kort en krachtig de muziek van Zaand, Zeep & Zoda aan. ‘We zijn ook wel eens volkorenband genoemd. We laten de mensen meespelen, meezingen, maken grappen en grollen en dat doen we het liefst in een kroeg waar de lucht is doortrokken van bier en sigarettenrook.’
Sjikker Frits is het bekendste nummer van de groep, maar ook voor een nummer als An de driet draaien Oorthuis en de zijnen hun hand niet om. Teveel paella, cerveza, ‘bölten’ sangria en tappa breken hun op aan de Spaanse Plaja: ‘N balg ging oons der van staon, jao dat köj wa raon, en al vlot zaat’n wie op ’n pot, renn’n oons kepot’.
Zaand, Zeep & Zoda trad voor het eerst op op 4 januari 1987 als driemansformatie, bestaande uit Marcel Oorthuis (zang, ukelele en mondharmonica), Karel Vlutters (zang, gitaar en mandoline) en Philip Augusteijn (zang, gitaar, mandoline en banjo). De groep werd later uitgebreid met Edith Leusenkamp (dwarsfluit en tin whistle) en Machiel Everts op accordeon. Augusteijn is er niet meer bij, Hans Sombekke (slagwerk) en Theo Kisteman (gitaar en zang) zijn erbij gekomen.
De Twentse cafémuziek van Zaand, Zeep & Zoda vindt wat Marcel Oorthuis betreft zijn voedingsbodem in Ierland. ‘We zijn daar al een paar keer op toernee geweest. Geweldig. Volgend jaar gaan we zelfs voor de derde keer. Het is een land waar men in de cafés nog respect heeft voor muzikanten. Niet zelden tref je er een plek met een bordje waarop staat: Only musicians. Maar er wordt ook echt geluisterd als je speelt. Hier wordt in een kroeg onder het spelen en zingen vaak gewoon doorgekletst.’ Vroeger werd er intensiever gerepeteerd en gespeeld, geeft Oorthuis toe. ‘Tegenwoordig proberen we een keer per maand bij elkaar te komen en trachten we de discipline op te brengen thuis wat meer te repeteren. Dat we niet zo vaak bij elkaar zijn komt ook doordat leden van de groep ook in andere bands spelen.’ Hoe dan ook, Zaand, Zeep & Zoda drijft enerzijds op een grote ervaring - Plodd’n Bennat gaat al 20 jaar mee - maar de creativiteit is bepaald niet verloren gegaan. Zo is zondag in Markt 19 de première van het Noaberlied, speciaal geschreven voor deze middag.
Het Noaberconcert aan de Markt komt voort uit het feit dat Zaand, Zeep & Zoda regelmatig vragen kreeg weer eens te spelen voor een wat groter publiek.
Hemelvaartsdag
Traditiegetrouw doet de groep dat al jaren op hemelvaartsdag in de tuin van het boet’ncafé ’t Peuleke in Volthe. Het optreden daar is een begrip geworden bij de liefhebbers van vrolijke Twentstalige volksmuziek, een lading kale grappen, koud bier uit een ouderwetse beugelfles en de fris geurende lentelucht.
Zelfs voor de kenners van het Twentse dialect is er veel te beleven, want tussen de liedjes door geven de muzikanten volop commentaar in een soort Twents waar het Van Deinse-Instituut of de Kring veur de Twentse Sproake zich de vingers niet aan branden.
De naam Zaand, Zeep & Zoda kwam overigens op een aardige manier tot stand. Marcel Oorthuis moest op de foto en ging thuis tegen de muur staan. Naderhand bleek een rekje met drie bakjes met daarop de woorden Zaand, Zeep en Zoda ook op de foto te staan. ‘Toen iemand zich liet ontvallen dat dat een leuke naam voor de groep zou zijn, waren we het daar snel mee eens.’
Misschien klinkt zondagmiddag ook nog even het schone lied Vot oet Olnzel. Daarin worden aangrijpend en subtiel de gevoelens bezongen van de jonge man die node en met beprangd gemoed ‘zijn’ Boeskoolstad verlaat en een laatste snik werpt naar de grijze Plechelmustoren. Het is Zaand, Zeep & Zoda op zijn best.