Volkscultuur Magazine op het web

De Zâalnêelden

Shanties aan de Noord-Hollandse kust

Tekst
Albert van der Zeijden

In de zomermaanden zijn ze een populaire verschijning in heel wat badplaatsen aan de Noord-Hollandse kust. De shantykoren houden een oude muziekcultuur levend, die nauw verweven is met de Nederlandse culturele identiteit: het zeemanslied.

De belangstelling voor het Nederlandse muzikale erfgoed is tegenwoordig groter dan ooit. Her en der zijn mensen actief om oude muziekvormen levend te houden. De populariteit van oude Nederlandse liedjes kun je zien aan de uitgave van populaire liedbundels met bekende Nederlandse liedjes zoals Toen wij uit Rotterdam vertrokken (van Vic. van de Reijt). Dergelijke liedjes liggen letterlijk in het nationale geheugen verankerd. Wie kent ze niet? Liedjes als Bij ons in de Jordaan of Jo met de Banjo (en Lien met de mandolien: van Jasperina de Jong) en, meer in de popmuzieksfeer: Kom van dat dak af, van Peter Koelewijn.

Shantykoren
Een leuke vorm van levend houden van oude liedjes wordt beoefend door de shantykoren. Deze koren hebben zich gespecialiseerd in het zingen van traditionele zeemansliederen. Shantykoren zijn tegenwoordig heel populair. Nederland telt er naar schatting zo'n tweehonderd. Ze zijn niet eens tot de kustprovincies beperkt, je hebt ze ook in Overijssel, Drenthe en Utrecht. De koren dragen beeldende namen als Piratenkoor Meppeler Muiters, het Scheepskoor bij Nacht en Ontij, het Groot Blokzijl Piratenkoor, de Flagellanten en de Ketelbinken. Het is een vorm van geënsceneerd erfgoed, een museale manier om volkscultuur uit het verleden onder de aandacht te brengen van een publiek.

De Zâalnêelden
In Egmond aan Zee, de Noord-Hollandse badplaats waar ik woon, hebben we een heel leuk shantykoor: De Zâalnêelden. Het koor zingt oude zeemansliedjes, onder begeleiding van twee accordeons, een gitaar, een basgitaar en een fluit. De Zâalnêelden zijn nog niet zo oud. Het koor werd pas in 1999 opgericht. Initiatiefneemster Grietje Visser liet zich inspireren door koren die tijdens de visserijdagen in Egmond kwamen optreden. De naam 'De Zâalnêelden' verwijst naar de zeilnaalden waarmee de netten worden gemaakt. Maar het woord betekent in Egmonds dialect ook 'een vreemd uitziend persoon'. Het vijftigkoppige koor treedt regelmatig op, als toeristische attractie. In de zomermaanden kan het oplopen tot meerdere keren per week. Tijdens de braderie, bij presentaties van de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij, op het Pomplein. Er wordt ook opgetreden buiten Egmond, soms wel eens zo ver als Rotterdam of Delfzijl. Er zijn zelfs Shantykoren-festivals, competities waarin de koren met elkaar de competitie aangaan.

Authentieke sfeer
Het koor wil een authentieke sfeer stralen. De liedjes zijn vaak in Egmonds dialect. Maar ook de kleding moet zo authentiek mogelijk zijn. De mannen dragen werkkleding van zeelieden van rond 1850 terwijl de vrouwen gekleed gaan als meiden uit de kroegen waar die mannen hun vertier zochten. Grietje Visser vertelt dat ze zich voor de kleding hebben laten inspireren door een klassieke Amerikaanse piratenfilm. 'We lagen voor de televisie. Als er werd ingezoomd op bijvoorbeeld de benen van een piraat, dan zetten wij het beeld stil om precies te kunnen zien hoe de broek eruit zag.'

Website
Veel informatie wordt ook ontleend aan het internet. Met name aan de website van de ISSA, de International Shanty and Seasong Association. Op deze site is ook informatie in het Nederlands te vinden, van en over ISSA Nederland. De ISSA database file is heel praktisch als je op zoek bent naar teksten en melodieën van shanties. Op een vraag en antwoord pagina kun je antwoorden vinden over allerhande vragen over teksten maar kun je ook een advertentie plaatsen als je bijvoorbeeld op zoek bent naar een tweede accordeonist of trekzakspeler. In de ISSA Websiteshop kun je boeken en cd's kopen van en over shanties. Ook De Zâalnêelden hebben inmiddels een eigen cd uitgebracht.

Ritmische begeleiding
Shantykoren treden op tijdens gezellige markten, in Scheveningen bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse vlaggetjesdag. Ze geven luister en kleur aan onze oude vissersdorpjes. Omdat Egmond een oude vissersplaats is, horen de zeemansliedjes bij Egmond. Op de jaarlijkse visserijdagen, waarin het roemrijke vissersverleden van Egmond gevierd worden, mogen de shanties dan ook niet ontbreken. De toeristen vinden het gezellig om er naar te luisteren. De zeemansliederen representeren een band tussen heden en verleden. Erfgoed, dat waard is om te koesteren en te bewaren. Zeemansliederen zijn verweven met de Nederlandse culturele identiteit: Nederland is immers van oudsher een zeevarende natie. In het verleden is er al veel onderzoek naar gedaan, onder andere door de Nederlandse historicus Karel Davids, die in 1980 een boek publiceerde over het onderwerp: Wat lijdt den zeeman al verdriet. Het Nederlandse zeemanslied in de zeiltijd 1600-1900. Een recenter boek is geschreven door Ton Keesom: Over shanty's en seasongs - 40 zeemansliedjes ontrafeld. Het boek is verkrijgbaar in de ISSA bookshop.

Zeemansliederen
Zeemansliederen hebben hun oorsprong in de cultuur aan boord, op de zeilschepen. Het werken op de zeilschepen was fysiek zwaar en omvatte bijvoorbeeld het laden en lossen van de schepen, de bediening van het zeiltuig, het pompen. Als een soort ritmische begeleiding werden bij dit werk liedjes gezongen. De liedjes brachten je in een ritme, dat het werk vergemakkelijkte. AI naar gelang het werk wat je moest doen, werd wel gesproken van laad- en losliedjes of van haalliedjes. De liedjes werden voorgezongen door een voorzanger, de matrozen gaven in koor antwoord.
Het woord shanty is natuurlijk Engels. Het is waarschijnlijk afgeleid van het engelse woord shant of het franse woord chanter, wat zingen betekent. De cultuur op de schepen was internationaal: de Nederlandse schepen werden bemand door matrozen van uiteenlopende nationaliteiten. Er zijn dan ook onderzoekers die beweerd hebben dat er geen specifiek Nederlandse shanties zijn. Volgens Davids echter werden er op de Nederlandse schepen wel degelijk ook Nederlandse liedjes gezongen. Voor de tweede helft van de negentiende eeuw noemt hij liedjes als 'Daar was laatst een meisje loos' en 'Gooi los die tros'.
Als typisch voorbeeld van een zeventiende-eeuws liedje noemt hij:

'Hio hoch
Hio im hoch
Hio settop
Hio setthen droogh
Ay lustig als manne
Ay haaler wat anne.'

Het is een haalliedje, dat gezongen werd bij het binnenhalen van de zeilen. Dergelijke liedjes werden in de zeventiende eeuw al op schrift gesteld en gepubliceerd in boekjes als Matroosen vreught, vol van de nieuwste ende hedendaagsche liedekens, aldermeest gebruyckelijck onder de zeevarende luyden.

Dynamische ontwikkeling
Met de veranderende techniek aan boord, veranderde vanzelfsprekend ook de liedjes die gezongen werden aan boord. Met de komst van de stoomboten behoefden er natuurlijk geen zeilen meer te worden binnengehaald en verdwenen dan ook de traditionele haalliedjes die het binnenhalen van de zeilen altijd begeleid hadden. Natuurlijk wordt er nog steeds wel gezongen aan boord, maar het zijn andere liedjes dan in de zeventiende en achttiende eeuw. Daar kwam in de twintigste eeuw nog de komst van de radio bij. Aan boord kan je tegenwoordig gewoon muziek opzetten en die muziek al dan niet meezingen. Een traditionele cultuur ging verloren.
De shantykoren maken echter duidelijk dat er mensen zijn die deze traditionele cultuur willen vasthouden. Zoals in Egmond de Zâalnêelden. De liedjes worden echter niet meer aan boord gezongen, maar aan de wal, als onderdeel van een uitvoering voor een toeristisch publiek, dat in de zomermaanden Egmond komt bezoeken. De shanties zijn erfgoed geworden, dat op een aantrekkelijke manier wordt levend gehouden voor een publiek van badgasten. De shantykoren geven leven en dynamiek aan onze badplaatsen maar staan tegelijk ook voor een stukje erfgoed, dat waard is om te bewaren.

terug naar Zâalnêelden

Deze pagina is bijgewerkt op