ZONDAG
25 februari 1996
Oosterhout
AAN DE TOOG MET: Ruud Broeders
Bertus Staigerpaip duikt weer de studio in
Door Petra Merkx
Twaalf jaar geleden richtte hij de succesvolle band Bertus Staigerpaip op. Die leidt hij nog steeds, maar hij is nu ook paardenfokker: ZONDAG interviewde Ruud Broeders, alias Bertus Staigerpaip in café-restaurant De Stal in zijn geboorteplaats Geertruidenberg.
Geertruidenberg, daar ligt het hart van de 39-jarige Ruud Broeders alias Bertus Staigerpaip. Hij is er geboren en zijn vrienden wonen er, vroeger ging hij ‘struinen’ in de Biesbosch. Ook al woont hij nu in Babyloniënbroek, hij gaat nog regelmatig een pilske drinken in zijn geboortestad. Zoals in café-restaurant De Stal op de Markt. Daar spreekt hij af voor een interview met ZONDAG. Gespreksstof komt hij niet tekort, want behalve zijn activiteiten in de muziekwereld heeft hij zich de laatste jaren gestort op de paardenfokkerij. Maar, nu zijn manege én studio in Babyloniënbroek gereed zijn, duikt hij de studio in voor een nieuwe CD van Bertus Staigerpaip.
„We gaan gewoon met de groep de studio in met een bak bier erbij en dan zien we wel", vertelt Broeders, terwijl hij voor zichzelf en de verslaggeefster een likeurtje bestelt bij de koffie. „De meeste liedjes ontstaan spontaan. Zo is het nummer `Rits' in de kroeg ontstaan. Mijn broertje Edwin (drummer van de band, PM) imiteert altijd iedereen. Ook het nummer `Kiss' van Prince. Ik vond dat we daar iets mee moesten doen. Zo is dus `Rits' geboren."
De nieuwe CD van Staiger-paip moet lekker `stevig' worden. „Weer een flinke portie rock 'n roll erin. Maar ook gein", aldus Broeders.
Ruud Broeders is al zijn hele leven met muziek bezig. Hij komt uit een muzikale familie. Zijn vader speelt nog steeds saxofoon in een showorkest. Van zijn vijfde tot zijn twaalfde had Staigerpaip pianoles. „Toen ondekte ik dat je als gitarist veel meer meiden kan versieren. Ik heb het mezelf geleerd. Echt een virtuoos ben ik niet. Maar ik speel wel met gevoel, dat is beter dan wanneer je perfect Jan Akkerman kan imiteren."
Rond zijn twintigste speelde hij onder andere met Herman Brood en Vitesse. „Maar ik had het gevoel dat ik niet echt verder kwam. Ik wilde ook niet meerijden op de rug van een ander. Ik wilde iets voor mezelf."
Twaalf jaar geleden richtte hij Bertus Staigerpaip op, in eerste instantie meer als een geintje. Maar wat bleek: de nummers ‘Christine, gooi 'm nog 'ns vol benzine' en ‘Ome Teun trekt al jaren van de. steun', werden meteen hits. Staigerpaip stond op de rails. Broeders werkt dan nog in de bouw, als kraanmachinist. Vandaar ook de naam Staigerpaip. „Iedereen in de bouw heeft een bijnaam." Staigerpaip zingt in het Westbrabants dialect. „Voor die tijd had ik dat gênant gevonden. Ik vond dat teveel op Normaal lijken. Maar ik dacht later, waarom zou ik in het Engels zingen. Ik ben maar een gewone boer."
De formule werkte in ieder geval. Staigerpaip heeft sinds de oprichting regelmatig hits gehad. Toch gaat het bloed waar het niet gaan kan, want dit voorjaar komt een Engelse versie uit van de hit 'De jongens van de bouw'. „We hebben dat nummer door een stel echte Engelse meiden laten vertalen, lekker plat, het heet nu 'The brickies on the job'. Optreden doet Staigerpaip voornamelijk tijdens festivals in de zomer. Daarnaast treedt Broeders zelf enkele malen per jaar op in een Nederlandse discotheek in Mallorca. Nathalia, met wie hij nu vier jaar getrouwd is, komt daar vandaan.
Zo heeft ie de eigenaar van De Stal, Henk Boezer, nog in contact gebracht met een oude jeugdvriend. „Ik kwam in een kroeg in Mallorca die werd gerund door een Nederlander. Hij bleek uit Waalwijk te komen en heette Jan Bakker, een oude vriend van Boezer. Bakker heeft daar verschillende horecazaken. Boezer gaat nu zelf ook regelmatig naar Mallorca. Tijdens het interview - Boezer voorziet Staigerpaip en de verslaggeefster regelmatig van drank, terwijl hij het interview volgt - wijst hij Broeders nog op een manege op Mallorca, ook van een Nederlander. „Daar wil ik naar toe", reageert Staigerpaip enthousiast. „Ik wil nog een paar Spaanse paarden voor mijn vrouw kopen." De paardenfokkerij is de tweede grote hobby van Broeders. Een hobby die inmiddels ook is uitgegroeid tot werk.
In Babyloniënbroek in het Land van Heusden en Altena heeft hij een manege. Daar worden ponyrijlessen gegeven en fokt hij paarden. Zij favoriete paard is de Shagya-arabier, een ras dat hij in Nederland introduceerde.
„De paardenfokkerij is voor mij niet belangrijker dan de muziek. Het kan naast elkaar bestaan. Ik kan toch niet stilzitten, wil altijd wat doen. Ik schrijf ook nummer voor andere artiesten. Zo schreef ik 'Ronkebonken' voor Franky Boy en `Beun de beunhaas' voor Henk Wijngaard. Daarnaast begeleid ik ook bandjes en regel voor hun contracten. Door Bertus Staigerpaip heb ik veel contacten in Hilversum. Ik blijf altijd mezelf, doe maar gewoon, blijkbaar waarderen ze dat daar wel, want ik kan vanalles regelen."
Op het podium staan is voor Staigerpaip nog steeds het summum van genot. „Ze zeggen wel dat seks het beste is wat je kan overkomen, maar op het podium staan is ook te gek. Daar kan je alles in kwijt."
Duidelijk is dat het Nederlandse publiek voorlopig Bertus Staigerpaip niet hoeft te missen. „Over een paar maanden kunnen ze mijn nieuwe CD horen."