Nr. 34, december 1980

HORLEPIEP

ZOALS DE OUDEN ZONGEN

XILOVOX 050480

Een positief fenomeen in onze Nederfolk is, dat er tussen de schuifdeuren heel wat (volks)muziek wordt gemaakt. De meeste van vrienden & familiegroepjes blijven meer binnenshuis aktief of in beperkte kring. Maar af en toe treedt zo'n 'schuifdeurgroep' ineens en verrassend, naar buiten. Zo ook de mij totaal onbekende Brabantse zesmansgroep (waaronder twee vrouw) Horlepiep. Vier leden afkomstig uit de familie Snijders, aangevuld met twee vrienden van buiten. Het typische 'volkse' instrumentariun omvat o.a.: gitaar, akkordeon, trekzak, viool, mandoline, fluit, rommelpot, trom, lepels etc.
De plaat is uitgekomen via Xilovox, dat van studio voorzichtig lijkt uit te willen groeien tot platenmaatschappijtje. De plaattitel doet denken aan een LP van het Belgische Jan Smed uit 1976: 'Soo d'ouden songen'. Maar ja, het is en blijft een algemeen gezegde oorspronkelijk uit de koker van ('kinderen zijn hinderen') Vader Jacob Cats, geloof ik. Helaas ontbreekt bij de veertien hier gebrachte nummers elke vorm van achtergrondinformatie (laat staan bronvermeldingen...). Wel staat op de hoes vermeld, dat de opbrengst van de plaat gaat naar een projekt in het kader van de ontwikkelingssamenwerking. Niets dan lof daarvoor natuurlijk.
Voor een klein deel bestaat het materiaal uit goede bekende (school)liedjes: 'Wel Annemarieke en 'Het meisje van Scheveningen. Aardig is 'Mama/Moeke. Hier worden het Groningse 'Moeke d'r staat een vrijer aan de deur' en het Zuid-Afrikaanse , 'Mama ik wil een man hè' tegen elkaar in gezongen. Een leuke vondst met een erg grappig resultaat.
Hun versie van 'De Perdemert' (in de bundel van Harrie Franken, p. 577) heeft een wat andere melodie dan die van Dommelvolk (op hun halve-LP 'Dommelbeschuit', 1977, opgenomen onder de titel 'Bleske'). Het misschien wel meest gezongen Nederlandse volkslied. De drie ruitertjes' (alias Toen ik op Neerlands bergen stond) werd recentelijk in de revival nog door Wannes Raps opgenomen (LP: 'Brabantse Folk', Stoof MU 7444). Deze deden het ook al a capella. De versie van Horlepiep wordt zelfs voorafgegaan door zeegeruis, kompleet met zeemeeuwen. Nou ja....
Onder de instrumentalen brengt de groep natuurlijk o.a. een horlepiep. meestal zijn in de instrumentalen meerdere danswijzen verwerkt, maar die worden niet met name genoemd. Leuk, door het samenspel van trekhrmonika en akkordeon is 'De Weversdans'. Het 'Vastenoavendlied' is in feite een aaneenschakeling van leuke rommelpot'liedjes. Nogmaals: jammer dat niet alle titels vermeld worden en achtergrondinfo totaal omtbreekt.
Uit het korte dankwoord op de hoes is af te leiden dat de groep kennelijk veldopnamen maakt, o.a. in eigen familie. Prima natuurlijk. Vandaar waarschijnlijk de meer onbekende liederen als 'Het boerenmiddagmaal', 'Zjoemla', 'De Zummerse Wever', 'De botermarkt' en 'Ik zal es goan vertellen'. Door dit soort onbekende straatliederen (vooral uit het Brabantse) wordt de plaat extra interessant. Er wordt op goed nivo gemusiceerd en gezongen. Een gezellige en belangwekkende LP dus, de zoveelste uit Brabantse sferen. Van mij mogen meer van dit soort groepen de huiskamer in dit stadium verlaten en op straat gaan spelen resp. de folkpodia beklimmen.

JAN KLINKENBERG

terug naar Horlepiep

Deze pagina is bijgewerkt op