Tijdschrift voor folk en volksmuziek
Nr. 30, juni 1980
D'N GOEIE AOUWE TEÊD IN BRABANT
CNR 655 099
In het Brabantse is men de laatste tijd erg aktief in het maken van platen met volksmuziek. Temidden van de overige neemt deze een aparte plaats in. Hij is namelijk niet gemaakt door een folkgroep en mikt kennelijk ook niet op een folkpubliek. De plaat is samengesteld door Joop Schepens, er wordt gezongen door Jo Hoogendoorn en door het jeugdkoor ZaMuDa onder leiding van Cor Santegoets en de begeleiding is door de Tocata' s, een soort kombo. Het is dus een aanpak van volksliedjes, zoals je die ook wel tegenkwam in de periode voor de revival-beweging op gang kwam en ook nu nog op de vele dialektplaten, zoals die bijvoorbeeld door Telstar op de markt worden gebracht. Toch vind ik de plaat de moeite waard. Zanger Jo Hoogendoorn beschikt over een sympatiek stemgeluid: nergens heeft hij het aanstellerige - galmend of slijmerig - dat dergelijke platen nogal eens ongenietbaar maakt. Hij houdt het eenvoudig; recht toe recht aan. Het repertoire is interessant: het zijn namelijk liedjes die bijna allemaal door Joop Schepens zelf zijn opgetekend in de omgeving van Tilburg. Met uitzondering van Hertog Jan zijn het daardoor onbekende nummers. De mate van belangwekkendheid loopt sterk uiteen. Enkele zijn romantiese lofzangen op dorpen of streken die voor mij niet zo hadden gehoeven zowel in tekst als in melodie zijn ze erg sentimenteel en weinig zeggend. Nummers als Klein Kèeke en Toen ik in dienst was maken dat echter ruimschoots goed en helemaal het lied waarmee de plaat besluit: Driekoningen 1950, een pracht van een parodie op het driekoningenverhaal: de drie koningen op de fiets naar het kindeke Jezus, Jozef heeft de koffie al klaar, Maria, smeert een boterham voor ze en het kindeke zegt: Ge lekt we1 gek, zo ver te reeze: Dat evenaart wat mij betreft wel de parodie op dezelfde gebeurtenis in Monty Pyhton's Life of Brian!
Ondanks de paar saaie nummers een leuke plaat en eigenlijk is het wel verfrissend om dit soort liedjes ook weer eens in een ander soort arrangementen te horen dan bij de meeste Brabantse folkgroepen gebruikelijk is.JAN ERIK GRUNVELD