Tijdschrift voor folk en volksmuziek
Nr. 21, februari 1979
R.K. VEULPOEPERS
PRESENTEERT: DIARREE
FONTANA 6460 502De Veulpoepers , afkomstig uit Hilvarenbeek, verschil den oorspronkelijk niet zo sterk 'van andere brabantse folkgroepen, of het moest zijn door de omvang van de groep: elf man. Afgezien van die omvang -die is gelijk gebleven- is er nogal wat veranderd. De groep ging gedeeltelijk elektrisch spelen en is zich steeds meer gaan bewegen temidden van de strijdcultuur en politieke muziekgroepen. Daar behoren zij, met o.a. de utrechtse groep Rapalje, tot de meest folkachtige groepen. Veel manifestaties worden opgevrolijkt door hun uitermate aanstekelijke muziek. Dat de teksten enige betekenis hebben gaat helaas vrijwel geheel verloren in de algehele uitbundigheid die ieder optreden van de groep omgeeft. Daar is met het verschijnen van hun eerste plaat verandering in gekomen: je kunt nu verstaan waar ze het, over hebben. Op een simpele en speelse manier worden rake klappen.uitgedeeld aan de gevestigde orde, bijvoorbeeld aan de (katholieke) kerk en aan de advokatuur. Dat laatste gebeurt in het fraaie 'Potverkaatje', op de wijs van 'Advokaatje ging op reis'. Hier gaat het: "Advokaat tegen 'n hoge prijs, kliere, kliere, kliere,- en hij maakt je maar wat wijs, klere, klere, dom".
De Veulpoepers maken veel gebruik van bekende wijsjes, vooral uit de nederlandse en bretonse volksmuziek. Afkomstig uit Bretagne is de melodie van 'Terrorist'. In dit uitstekende nummer is voor enige mildheid geen plaats meer, het is een felle aanklacht: " 'k zou nie gere wille wone in zo'n land van haat en nijd, waor de ergste Hitlerszonen 't leven maken tot 'n strijd". Naast de uitgesproken politieke nummers vinden we ook bewerkingen van bijvoorbeeld de 'Beren dans' en 'Twee emmertjes water halen'. Dat laatste op de melodie van ( ongeveer) 'The drunken sailor' Het gebruik van de saxofoon zorgt in een aantal nummers voor jazz-achtige klanken, bijvoorbeeld in 'Den Egelantier', muzikaal gezien het beste wat op deze plaat te horen is. Let ook eens op het banjospel ( van Dick Broere): tijdens de optredens zit hij er wat onopvallend bij maar zo terloops laat hij een aantal sublieme staaltjes horen.
Kritiek geldt voornamelijk het laatste nummer, dat voorafgegaan wordt door een erg lang gewild-leuk gesproken gedeelte. Misschien is het een parodie op de brabantse en limburgse 'tonproaters', maar dan geen erg geslaagde. Verder is het idee om de plaat live op te nemen, en zo de sfeer van de optredens goed vast te leggen, niet zo best uit de verf gekomen. Na de meeste nummers klinkt een wat plichtmatig en armzalig applausje dat zo snel mogelijk weer weggedraaid wordt.
Ondanks een paar kleine kritiekpunten vind ik dit een erg leuke plaat geworden en ik vind het bovendien erg belangrijk dat van een groep die zo'n eigen plaats heeft in de nederlandse folkmuziek, nu een plaat is uitgebracht. Wat die eigen plaats betreft: enkele vergelijkingen dringen zich op. De wat boerse eenvoud van de teksten en het gebruik van dialekt ( met mate) herinnert aan Normaal, maar de muziek niet. Ook Bots maak te wel gebruik van bretonse melodieën, maar op een minder kreatieve manier. Bovendien zijn de Veulpoepers de volksmuziek meer trouw gebleven, wat ook blijkt uit het feit dat hun teksten nergens zo dogmatisch en intellectualistisch worden als bij Bots steeds meer het geval is. De uitdrukking 'punkfolk' is bij de Veulpoepers misschien meer dan bij enige andere groep op zijn plaats, gezien het uiterst simpele en rudimentaire ritme in het over grote deel van de nummers. Tenslotte de hoes: volgens mij zit er een luchtje aan deze plaat.JAN ERIK GRUNVELD