34, Jaargang 9, nummer 2, juni 2012
Brabants op het web
Cor Swanenberg
Zonnekanter Peter Haans
(1918-1993)Menig liefhebber van Brabantse avonden zal goede herinneringen hebben aan het duo Peter en Ad Haans; zij brachten een vrolijk Brabants repertoire op de planken. Nu Peter al bijna twintig jaar dood is, leek het een goede zaak hem eens in het zonlicht te zetten. Om de juistheid van de feiten rond deze Brabantse zanger te registreren, togen we naar zijn muzikale zoon Ad in Venray.
Peter Haans is geboren in 1918 te Geldrop in een gezin van vier kinderen. Hij groeide op in een textielmilieu in de arbeiderswijk Braakhuizen. Peter ging vanaf de lagere school rechtstreeks de fabriek in, waar vader werkmeester was. Hij verloor zijn vader al toen hij vijftien was en moest als oudste zoon de rol van kostwinner overnemen. Hij had het niet makkelijk en moest destijds nog met klotjes voor de stook langs de deur.
De jongen ontwikkelde zich naast zijn werk vooral via avondstudies en de textielschool. Talen en dialectbeschrijvingen hadden vooral zijn interesse. Tijdens zijn jaren bij de Jonge Werkman, (de jongerenafdeling van de KAB) was hij als drummer en als leider van orkestjes prominent bezig, ondanks het ontbreken van een muzikale opleiding. Hij leverde daar al op zestienjarige leeftijd zijn eerste teksten voor de revue's We gaon ten blakke. Peter ging zich geleidelijk meer bezig houden met dialectteksten in het Geldrops. Hij trad ook als zanger op de voorgrond. Destijds verscheen hij dan in kiel op het toneel. Vanaf 1937 kreeg hij steeds meer de leiding bij diverse Geldropse toneel- en muziekuitvoeringen.
In de oorlogsjaren bestond er in Geldrop een ‘beroemd’ Salonorkest. Men vroeg Peter om in het muzikale programma variaties aan te brengen met sketches en liedjes en allengs trok hij de leiding naar zich toe. Hij schreef sketches over de Geldropse politiek, ook weer in het dialect en vertolkte zijn liedjes in het dialect en in het Nederlands.
Na de diverse revues, voor het merendeel geschreven door hemzelf, ging het Salonorkest zich toeleggen op operettemuziek. Na de oorlogsjaren was Peter verantwoordelijk voor de libretto’s; bekende operette melodieën in een eigengemaakte aangepaste tekst. Peter ging geleidelijk aan de hoofdrollen hierbij vervullen. Natuurlijk had ‘het Haantje’ ook de regie.
De operettes werden na de pauze opgevoerd. Voor de pauze bestond de programmering uit een variatie van toneelstukjes, solozang en koorzang. Hoogtepunt in dit gedeelte werd ‘t Brabants lied van en door Peter. Hij had zichzelf hiervoor gitaar geleerd en schreef het repertoire, bijvoorbeeld een van zijn eerste dialectliedjes, Janske Stoppel (1950).
In die tijd werd hij uitgenodigd bij de KRO-radio. Daarvoor verzorgde hij onder meer optredens in het programma Negen heit de klok en bij de Bietenbouwers.
Het Salonorkest was inmiddels Geldrops Salonorkest, de Zonnekanters gaan heten en bestond uit ca. 75 mensen, over wie Peter de algehele leiding had. In 1954 is er trammelant ontstaan, waarbij Peter opnieuw begon met een kleinere groep van 35 personen: de Brabantse Zonnekanters. Peter Haans had de leiding van de Brabantse Zonnekanters en trok semi-professionele musici aan voor de begeleiding van de solisten. Er volgden tal van succesvolle optredens in de provincie en daar buiten; wel 100 per jaar!
De inhoud van Peters teksten bestond uit tafereeltjes, die hij graag Brabantse monumentjes noemde. Daarbij was niet alleen sprake van nostalgie, maar ook scheen hier en daar maatschappijkritiek door. Die kritiek werd wel meteen gerelativeerd.
Alles wat Peter zong en deed op het toneel, meende hij met hart en ziel; het was altijd alsof hij het repertoire voor de eerste keer deed. Dat maakte zijn voordrachten zo boeiend. Peter was nog altijd werkzaam in de textiel. Hij trouwde in 1942 met Anna Stoef. Zij werd huisvrouw en grootste fan van Peter. Ze kregen een zoon, Ad. En dat de appel niet ver van de boom valt, werd bewezen door het feit dat deze muziektherapeut/pianist/accordeonist werd. Vader Haans verzorgde ook nog optredens vanaf 1953 met Het Peter Haans Trio en Het Peter Haans Gezelschap; zijn dialectliedjes kregen in deze programma's steeds meer accent.
In 1981 trad Peter wekelijks op in een TROS-radioprogramma o.l.v. Han Peekel. In 1986 werd het programma Bijna een halve eeuw Zonnekanters gepresenteerd. In 1979 waren vader en zoon ook begonnen met gezamenlijke optredens. Hun vaste outfit daarbij was: Peter in trouwpak met streepjesbroek, billentikker en platte pet en Ad als pianist/accordeonist strak in het zwarte pak. De Brabantse ‘solo-optredens’ bestonden vooral uit vertolkingen van eigen liedjes met begeleiding van Ad op accordeon en/of piano. Dit zijn ze blijven doen tot een maand voor Peters dood in 1993.
Ze maakten in 1980 hun eerste lp Muzikale monumenten in Brabant. Hierdoor kwam Peter in het Brabantse circuit van prominente Brabantsvertolkers (voor die tijd was hij meer de man van cabaret/revue/operettegezelschap de Zonnekanters).
In 1983 verzocht Cees van Zijl (van studio Crossroads ) de Haansjes een nieuwe lp te produceren. Dat werd Brabant van de Zonnige kant.
Het duo werkte ook mee aan de lp van het Bossche Bisdom, Brabants Bonte Kathedraal (1985) en ze verschenen met het lied Kerstmis in de sneuw op de eerste Brabantse Kerst-cd in dialect. In 1998 bracht Clipsound nog de cd Brabant van de Zonnige kant uit, een reprise van de eerdere gelijknamige plaat. Peter Haans schreef twee bundels in opdracht van het Geldrops Gemeentebestuur: Vrije tijdsbesteding van volwassenen tussen 1900 en 1945 en Vrije tijdsbesteding van jongeren. In 1992 verscheen zijn bijdrage over het Geldrops in Onder ons gezegd... in Brabant. Peter leverde eerder ook nog een bijdrage aan het boek Hedde gij, zedde gij. Een bonte staalkaart van Brabantse dialecten dat in 1987 verscheen.
Rond zijn vijftigste jaar, toen het in de textiel steeds slechter begon te gaan, kreeg Peter de kans om toneelleider te worden in de ontspanningsafdeling van de psychiatrie in het Psychiatrisch Centrum van de Broeders van Liefde in Venray, waar zijn zoon toen al als muziektherapeut werkzaam was. Peter schreef therapeutische teksten, die in toneel- en musicalverband door de patiënten werden uitgevoerd.
Er waren tussendoor nog wat ‘uitstapjes’ geweest zoals Brabantse avonden tezamen met Leo Derijks en Peter verzorgde dialectvoorstellingen tezamen met Akke Dirkx en Kees van Houten, twee artiesten uit de Zonnekanters, in de programma’s van Cia van Boort in de Schellenboom in Oisterwijk.
Peter was heel zijn leven een bijzonder nijvere bij: in Venray was hij als gepensioneerd lid van de KBO in 1980 ook nog regisseur van de Venrayse middagen voor ouderen geworden! Voor al zijn verdiensten werd hij tijdens een reüniefestijn van de Zonnekanters koninklijk onderscheiden. Deze happening vond plaats in 1991; hij stond destijds zelf bijna 60 jaar op de planken. De Zonnekanters bestonden toen 50 jaar.
In 1955 werd het gezelschap de Zonnekanters begiftigd met een koninklijke onderscheiding. Zij wonnen toen het Mierlo's Landjuweel. (De juryvoorzitter aldaar was Antoon Coolen!) De Haansjes traden op in een breed gebied van Breda tot Roermond. Ad vertelde ons dat zijn vader ondanks de enorme ervaring altijd een zekere onzekerheid en onrust behield bij zijn soloprogramma, ondanks zijn rijke ervaring. Maar Peter bleef ook immer geloven in zijn mogelijkheden en maakte tot het einde toe een bijzonder energieke indruk op het podium. Dat jeugdig elan was waarschijnlijk de verklaring voor de persoonsverwisseling die nog aan het einde van zijn carrière plaats vond. Ad stapte als eerste op de voorzitter van de organisatie af en deze vroeg meteen: “Is je zoon er toch ook bij?”
Peter Haans zal bij vele liefhebbers van Brabants in het geheugen blijven als de positieve, vitale zanger en verteller die met zijn zoon zijn publiek opvrolijkte met Brabantse liedjes.