magazine
van folk tot
wereldmuziek
10 april 2012
NEWfolkSOUNDS op het web
Brel op z’n Brabants – Sjaak
Bijna twintig jaar geleden lukte het niet. Nu wel. Een cd met chansons van Jacques Brel, in het Brabants. Toch bezorgde het nageslacht van de Brusselse chansonnier projectleider Jan Smeets de nodige hoofdbrekens. Dat is de reden dat de meest uitgesproken Brabantse chansonnière op Sjaak ontbreekt.
In 1994 werkte Smeets bij het Centrum voor Amateurkunst in Noord-Brabant. Als consulent voor theater en literatuur waagde hij een poging. Brabantse zangers en zangeressen een chanson van Brel in het Brabants laten zingen, dat leek hem wel wat. “Om iets anders te hebben dan die schommelstoel bij d’n herd en al die nostalgie.” Smeets vond dat veel zangers te kort schoten. Dat was allereerst omdat ze in hun teksten vrijwel altijd achteruit keken. Bovendien legden ze zich te gemakkelijk neer bij het muzikale idioom van de volksmuziek. “Ik heb niks tegen een polka en niets tegen een wals. Maar het is zonde dat als je op een bepaald niveau gekomen bent, je daar de rest van je leven blijft herhalen. Daarachter liggen nog zoveel avonturen. Dan ligt Brel in the picture want Brel heeft op het punt van tekst zowel als op het gebied van muziek zoveel te bieden. Zoveel variatie maar tegelijkertijd ook zoveel beleving.”
Smeets ging op zoek naar vertalers. Die waren er voldoende maar tot zijn grote teleurstelling vond hij slechts vier zangers om de chansons in het Brabants te vertolken. Anderen hadden koudwatervrees. “Die zeiden: ‘Je moet mij niet lastig vallen met Brel want dat zijn zulke grote emoties, die passen absoluut niet in mijn dialect’.” Smeets begreep daar niets van. Hij groeide van jongs af aan op met dialect. Voor hem was het juist de taal van zijn emotie. “Bij mijn eerste kind merkte ik dat de verzorging helemaal in het dialect ging. Daarbij dacht ik: ‘Ja als ik heb leren lachen en huilen in dialect, waarom neem ik die taal dan niet serieus?’.”
Hoederschap
Het Hoederschap van de Brabant Bokaal verenigt de winnaars van de Brabant Bokaal. Dat is de jaarlijks toegekende culturele prijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds in Noord-Brabant. De laureaten wilden wel een cd met Brabantse chansons van de Brusselse zanger uitgeven. Ze hadden daarbij financiële rugdekking van de moederorganisatie. Smeets kreeg het verzoek om het nieuwe Brelproject te leiden. Die had daar wel oren naar en het Hoederschap was blij omdat de intussen gepensioneerde consulent nog steeds over een groot artiestennetwerk in de provincie beschikt.
Ervaring van Smeets bij het Beatlesproject kwam ook van pas: “Toen hebben we de liedjes laten adopteren door de muzikanten. Het gevolg was dat de nummers niks met elkaar te maken hebben. Dat is de reden dat ik naar Theo Wouters ben gestapt en heb gezegd ‘kunnen wij een orkest formeren dat in ieder geval wat de begeleiding betreft een eenheid maakt?’ Daar had Theo wel oren naar.”
Vertalers uit alle hoeken van Brabant leverden vijftien teksten. Vervolgens lagen er twee vragen: Is er iemand die dat dialect kan zingen? Is dat ook de zanger die de bijbehorende emotie goed naar voren kan brengen? “Zo hebben we zangers gezocht die pasten”, vertelt Smeets, “eigenlijk gecast zoals bij het toneel.” Het eigen dialect lukte niet altijd. Daarom luisterden vertalers mee tijdens de repetitie, kregen zangers bijles en werden mp3-tjes uitgewisseld.
Teksten
Jan Smeets schreef in zijn leven zo’n 800 teksten. “Het gevolg is dat als er een tekst binnenkomt, je er ook commentaar op levert. Het aardige is, dat het soms andersom gaat.“ In 1994 schreef Smeets al een Brabantse tekst voor Ne me quitte pas. Hij stuurde die tekst op naar zijn dochter Jet met de vraag ‘Wil je dat zingen?’ “Een dag later krijg ik een telefoontje van haar en ze zegt: ‘Pa, mag ik zelf een nieuwe vertaling maken?’ Ik zeg: ‘Ja meid, waarom? Is de mijne niet goed?’ ‘Ja, dat is een prachtige vertaling maar ik zou graag wat dichter bij Brel willen gaan zitten.’ Ik zeg: ‘Dichter bij Brel, in welk opzicht bedoel je dat?’ ‘Nou’, zegt ze: ‘Jij vertaalt Ne me quitte pas alsof het goed komt. Maar het is een lied van een man die verlaten wordt. Dat komt niet meer goed.’ Ik heb twintig jaar in het bevorderen van de amateurkunst gezeten. Dus zodra iemand iets wil doen, dan doe je een stap terug. Ik vond het geweldig en zei: ‘Doe dat meid.’ Nou toen kwam zij met een vertaling. Het is interessant om ze naast elkaar te leggen. De mijne is rond en warm en zo nu en dan poëtisch. Haar tekst is veel wanhopiger. Dat is heel spannend natuurlijk. Op zo’n niveau zijn we met teksten bezig geweest.”
Peter Dictus pakte Mon enfance op. Brel vertelt in dat lied over zijn slechte jeugd en de teleurstelling. Dat er nergens tijd voor was vanwege de oorlog. Die bitterheid zit ook in de muziek. Dictus schreef een volledig nieuwe tekst. Hij gaf het chanson een nieuwe en actuele richting. Jongensjaren verwoordt ingetogen en overtuigend de onmogelijke situatie van een jongen in een internaat. Hij vindt daarbij steeds woorden die emotioneel geladen zijn. ‘Het jongensjaar begon vol tikken en tegels.’ Als je in zo’n lange gang van een seminarium gelopen hebt, weet je precies wat hij bedoelt.
Hindernissen
Theo Wouters schreef de arrangementen. Een gigantisch karwei. De eerste repetities starten in mei 2010. De opnames volgden vanaf augustus. Eind november zou de presentatie plaatsvinden maar dat pakte anders uit. Twee vertalingen kregen niet het fiat van de familie Brel.
Al in februari 2010 was de volledige projectgroep naar Brussel gereisd om het projectplan voor te leggen aan de echtgenoot van dochter France Brel. Hij was de vertegenwoordiger van Editions Jacques Brel, die de rechten over het werk van Jacques Brel beheert. Het project lag binnen de doelstelling ‘om respect voor het werk van Jacques Brel te bevorderen’. De projectgroep wees er op dat de vertalers de liedjes sterk naar zich toe zouden trekken om er Brabantse liedjes van te maken. De familie Brel wilde graag inzage in de vertalingen evenals de arrangementen om een idee te hebben hoe het muzikaal in elkaar stak. Dat was een soort formaliteit.
“Wij gingen naar huis, “vertelt Smeets, “met het idee daar lopen in ieder geval geen beren op de weg.” De vertalingen werden in april opgestuurd. Omdat er geen commentaar kwam, zijn de opnames gestart. “Dan komt er een verzoek uit Brussel of wij alle nummers die op de cd staan, willen opsturen.”
Toen de cd praktisch rond was (het tekstboekje was al gedrukt) kwam er een mailtje van de familie Brel. Er was een probleem met twee vertalingen. Vertaler Jan van Nassau had in Merieke ‘de Bruges et Gand’ door ‘d’Oòge brug en de Baon’ vervangen. Twee zeer herkenbare plaatsen in Roosendaal. Verder mocht het chanson Madeleine niet als Hein worden gezongen. Dat chanson was vertaald door Marja van Trier, die het op de cd ook zou zingen.
“We hebben een vrij stevige argumentatie opgestuurd met een toelichting,” vertelt Smeets. Dat mocht echter niet baten. Een bemiddelingspoging door de Belgische zanger Johan Verminnen haalde eveneens niets uit. De fixatie van de familie Brel op de chansons en de bijbehorende rechten is blijkbaar zo groot dat er voor een logische aanpassing in het artistieke vertaalproces geen ruimte zit.
Maar er speelt nog iets. De familie Brel uit Brussel (ooit de hoofdstad van Brabant) spreekt blijkbaar geen Brabants. Met de overige veertien vertaalde chansons waren geen problemen. Zelfs niet bij het nieuw opgezette Jongensjare door Peter Dictus. Om te ontdekken dat vertalers ‘de Bruges et Gand’ veranderden in ‘d’Oòge brug en ‘de Baon’ en ‘Madeleine’ in ‘D’n Hein’ hoef je geen Brabants te kennen. Om de overige teksten te begrijpen natuurlijk wel.
De twee vertalers kregen het verzoek een nieuwe vertaling te maken. Van Nassau ging aan het werk. Dat lukte. Marja van Trier vindt echter haar eerste vertaling perfect en wil daar niets aan veranderen. Zij trok daarom haar bijdrage terug. Artistiek gezien terecht maar tevens wrang. De presentatie van Sjaak vond uiteindelijk op 3 maart 2012 plaats. Daarop dus geen D’n Hein. Dat is jammer omdat daarmee bijdrage van de meest uitgesproken Brabantse chansonnière ontbreekt.
Sjaak, Brel op z’n Brabants (www.erfgoedbrabant.nl)Joop van den Bremen