13 mei 2011
Arena op het web
Ridder Bert van der Linden kan Herpen niet missen
‘Het bloed kruipt waar het niet gaan kan’
OVERLANGEL - Vele bossen bloemen en cadeaus getuigen van een feestje in zijn huis aan de Dr. Ruijsstraat 11 in Overlangel. Bert van der Linden (60) is op Koninginnedag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De onderscheiding voor jarenlange inzet in Herpen is onverwacht. Hoewel Van der Linden het 'stiekem' prachtig vindt dat hij zich Ridder mag noemen, doet hij al het vrijwilligerswerk puur uit betrokkenheid met de gemeenschap. "Ik heb gewoon iets met Herpen”, stelt de decorandus vast.
Vijftig jaar actief lid bij muziekvereniging St. Hubertus, 36 jaar dirigent van jongerenkoor Forte Vicante, 22 jaar vrijwilliger bij dienstencentrum BrabantZorg en 20 jaar bestuurslid van Stichting Jeugdbelangen. De lijst van vrijwilligerswerk van Van der Linden is te lang om op te noemen. Reden genoeg voor Emiel de Kleijn, voorzitter van Stichting Herpen in Woord en Beeld, om een aanvraag bij de Koningin in te dienen. Zelf blijft Van der Linden nuchter. "Het is geen verdienste om zo lang bij een vereniging te zitten. Wel ben ik iemand die niet snel opgeeft. Ik kom al die jaren trouw op de repetities en probeer zo weinig mogelijk verstek te laten gaan bij openbare optredens. Dat doe je voor de gemeenschap.”
Al vanaf zijn tiende zit de musicus bij St Hubertus. Hij speelt euphonium, een grote bariton. Behalve betrokken, noemt de ridder zich ook ‘honkvast’. “Als ik op vakantie ben in Limburg of de Achterhoek, denk ik wel eens: hier zou ik wel kunnen aarden. Maar eigenlijk weet ik dat ik nooit zal verhuizen. Ik zou de omgeving hier veel te veel missen.”
‘Van de oude stempel’
Bert van der Linden, geboren en getogen in Herpen, heeft zijn drang om naasten te helpen van zijn moeder geërfd. Naast de zorg voor vier kinderen - vader werkte vijfenhalve dag bij Philips - zat moeder ook in de kraamzorg. Ze hielp gezinnen die het moeilijk hadden, was bestuurslid van de vrouwenbond en was de rechterhand van de dokter bij bevallingen. “Mijn moeder zat dan achterop de fiets bij de dokter om hem te assisteren.”
Zijn standvastigheid blijkt ook uit zijn werk. Van der Linden heeft 33 jaar op dezelfde basisschool in Overlangel gewerkt. De onderwijzer geeft glimlachend aan ooit voor dit beroep gekozen te hebben 'voor de vakanties'. Hoewel, hij vindt het gewoon geweldig om kinderen iets mee te kunnen geven. “Ik ben een leerkracht van de oude stempel. Ik probeer ze respect bij te brengen voor bijvoorbeeld de natuur. Daarbij vind ik het belangrijk dat kinderen trouw en sociaal zijn. “Het kost hem dan ook moeite te accepteren dat jongeren tegenwoordig minder plichtsgetrouw zijn dan vroeger. Hij maakt zich duidelijk zorgen om de individualisering van de maatschappij. “Vroeger vonden kinderen het geweldig om buiten schooltijden deel te nemen aan de voorbereiding van een kerstspel. Ze kwamen altijd trouw naar de repetities. Het was een uitje. Nu is de wereld veel te gehaast, kinderen moeten zoveel: feestjes, sporten, clubs. Er is geen rust. Je merkt overal dat de sociale aspecten ondergeschikt zijn aan het individu.”
Nu de onderwijzer hard op weg is naar zijn pensioen, werkt hij 'nog maar' vier dagen per week op verschillende scholen. Hij maakt deel uit van de vaste invallersgroep en komt op scholen in de wijde omgeving. Van Boxmeer tot Gennep en van Megen tot Reek. Hij vindt het niet erg om steeds een andere klas te hebben. "De afwisseling maakt het juist interessant. Soms heb je leuke klassen, soms klassen waar je moeilijk grip op hebt. Maar het werk blijft fantastisch.”
Behalve zijn activiteiten voor kinderen, zet Van der Linden zich in voor ouderen. Hij raakte twintig jaar geleden betrokken bij BrabantZorg, toen zijn eigen moeder in bejaardenhuis Maasland (nu Dienstencentrum Maasland) terechtkwam. Hij gaf zangles, doet spelletjes, organiseert de jaarmarkt. Ook hier weer komt zijn betrokkenheid om de hoek kijken. “Ik voel dit werk niet als roeping, maar als plicht. Ik kan dingen moeilijk loslaten. Ik wil samen iets voor de ouderen bereiken.” Sinds een jaar zit de vrijwilliger in de cliëntenraad, een functie waar hij wel aan heeft moeten wennen. “Het is moeilijk om je rol te vinden. Je moet peilen bij de bewoners in hoeverre ze het op prijs stellen dat je op bezoek komt of dat ze bij je terecht kunnen voor problemen. Ik vind het heel interessant, maar ook spannend.”
Ondanks zijn zestig jaar, bruist Van der Linden van de energie en zit zijn levenstaak er nog lang niet op. Hij is vader van een dochter en twee zonen en geniet als opa van zijn vijf kleinkinderen. Daarnaast staan buitenlandse reizen met zijn echtgenote Gerda hoog op zijn lijstje. Ook schrijft hij artikelen voor Brabants Dagblad en oude Brabantse liedjes in dialect. En uiteraard blijft hij voorlopig actief in diverse verenigingen. “Tsja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.”
Simone van de Wijdeven