22, Jaargang 6, nummer 2, juni 2009
Brabants op het web
Cor Swanenberg
In gesprek met Lein den Bleui, alias Bert van der Linden
Onze eerste vraag aan Bert van der Linden betrof zijn personalia.
"Ik ben in 1950 te Herpen als eerste zoon van Rein van der Linden geboren. Onze vader werkte bij Philips in Oss, ons moeder was actief in de gezondheidszorg. Na mij kwamen nog een tweeling, twee meisjes, en een vierde kind, Henk, in ons gezin.
Na de lagere school in Herpen fietste ik vier jaar naar het Titus Brandsmalyceum in Oss, waarna ik overstapte naar de kweekschool in Nijmegen. Die duurde inclusief hoofdakte nog vijf jaar. In 1972 kwam ik vlot aan de slag in Overlangel. Ik was er al bij het jongerenkoor als trompettist en ik werd ook maar meteen dirigent van het koor. Tot voor twee en een half jaar terug ben ik er trouw aan gebleven. Zo bleef ik ook even lang werkzaam op de Sint Antonius Abtschool in Overlangel. Na 33 jaar vond ik het voldoende en stapte over op de Vervangerspool. Nu kan ik worden ingezet op honderd en één scholen in de regio Cuijk, Wychen, Groesbeek en van Megen tot Sambeek.
In 1973 trouwde ik met Gerda Janssen Steenberg uit het Gelderse Altforst. Ik ontmoette haar tijdens een stage op de plaatselijke school en het was liefde op het eerste gezicht. We kregen drie kinderen: Mariecke, momenteel componist en beeldend kunstenaar in Amsterdam, Rogier, die in Overlangel woont en leraar is aan een middelbare school in Geldermalsen, en jongste zoon Vincent, die in Hengelo woont en na de HAS in Den Bosch het vak van landschapsinrichting heeft gekozen. Momenteel werkt hij voor de stad Oldenzaal. We zijn ondertussen al de trotse grootouders van vier kleinkinderen."
Op onze vraag hoe Bert tot zingen in dialect is gekomen, was het antwoord:
"Onze pap zong altijd, als hij zondags uit de mis aan het aanrecht stond of zomaar wat aan het doen was. Hij zong steeds in zichzelf, nooit echt om er een ander mee te behagen of te confronteren. Ons mam was veel meer iemand die de planken opzocht: toneel bij de vrouwenbond en later zingen in het ouderenkoor. Ze liet zich graag horen. Zelf heb ik altijd gezongen. Als kind floot, neuriede of zong ik van Herpen tot Oss en terug. Ik heb altijd het Herps dialect hooggehouden. Op pronkzittingen deed ik een buut die eindigde met mijn mottolied Dè kan alliejn mar in Hèrrepe en nerges anders bestôn. De hele zaal zong dat jarenlang mee. Voor mijn eerste cd heb ik wat algemene coupletten gemaakt die de Herpse mens typeerden: goei volk mar rauw.
Van het een kwam het ander en met het liedje Zaand, wat lekker meegezongen kon worden, was mijn naam in Herpen gevestigd."
Hoe kwam de artiestennaam Lein den Bleui in de wereld?
"Ik trad wel eens op met mijn neef Bert van der Linden (Janzoon), die helaas veel te vroeg gestorven is aan een hartstilstand. Onze achternamen associeerde ik met lindebomen. In de lente bloeien die volop en dan krijg je lindebloesem oftewel Leindenbleui. Zo traden we samen op. Die naam heb ik uiteen getrokken toen ik alleen ging optreden; het werd Lein den Bleui."
Hoeveel cd's heb je ondertussen gemaakt? "Er kwamen van Lein den Bleui twee cd's uit: Zaand (1996) en Glas in Loewd (2001). Op de cd Goeien ammezuur in de reeks Brabants op z'n Best prijkt mijn lied Mantelzorg."
Wat zijn voor jou hoogtepunten in je zangcarrière geweest tot nog toe?
"Ik was bij Willem Iven bij zijn koninklijke onderscheiding in zijn huiskamer in Herpen. Het lied dat ik speciaal over en voor hem geschreven heb, deed hem glunderen en dat is voor mij de grootste dankbaarheid die je kunt krijgen. Zo heb ik ook bij avondwaken en begrafenissen troost kunnen bieden met een speciaal gemaakt lied en dat geldt ook voor het lied Rimpels, dat op de cd Glas in Loewd staat."
Wat zijn je plannen op muziekgebied?
"Ik wil graag nog een derde cd maken. Ik heb daarvoor al een stel liedjes, die verhalen over bijzondere mensen of gebeurtenissen. Met dit plan loop ik al een paar jaar. Het kwam er niet van door al mijn andere activiteiten: dorpsraadlid Herpen, lid toneel, lid 'Herpen in Woord en Beeld', correspondent-schrijver Brabants Dagblad, regio Oss, vrijwilliger (dienstencentrum), muzikant bij 'Brassband St. Hubertus' en 'Bônlander Hofkapel', liefhebber van tuinieren ... en dan sta ik ook nog gewoon vier dagen voor de klas (ik geniet één dag Bapo). Lein den Bleui is dus vaak een stiefkind. Ik treed niet veel op, maar wil daar toch wel meer werk van gaan maken."
Hoe zie je de toekomst van het Brabants dialect?
"De moeilijkste vraag heb je voor het laatst bewaard. Als ik ervaar dat steeds minder kinderen het plaatselijk dialect spreken, zie ik het niet florissant in. Helemaal verdwijnen zal het niet, omdat er toch veel inspanningen verricht worden om het dialect te promoten. Ik prijs ook altijd mensen die het dialect koesteren en thuis aan tafel met hun kinderen hun moerstaal spreken. Heel belangrijk vind ik dat door middel van het dialect heel direct een gevoel van eigenheid, vertrouwen en saamhorigheid kan worden uitgedrukt. Ook volkswijsheden die in het dialect heel direct kunnen worden gezegd, zijn een verrijking voor de geest. Helaas zijn er volgens mij al veel in
onbruik geraakt." Enkele liedjes van Lein den Bleui zijn tweetalig. Soms zingt daarin je dochter mee. (Luister bijvoorbeeld naar Pech gehad blues op Brabants cd 7)
Hoe kijkt zij daar op terug?
"Ons Mariecke zong mee op mijn cd Zaand (bij Un Keind en het refreintje van Dè kan alliejn mar in Hèrrepe.) Als je vraagt wat ze daar van vond, kan ik alleen maar zeggen dat ze het met heel veel plezier deed. Als professioneel componist met daarnaast ook zangtalent dat ze op de conservatoria maar ook bij pedagogen heeft ontwikkeld, was het voor haar gewoon even iets erbij. Ze moest wel concessies doen, want haar bijdragen moesten kinderlijk klinken. Per slot van rekening was het in dat lied een kind dat in alle eerlijkheid open vragen stelt en daar vaak teleurstellende antwoorden op krijgt. Een vriend van Mariecke, Benjamin Herman, speelt op een aantal nummers op zijn altsax. Hij is absoluut de grootste jazzsaxofonist die ons land kent, onder meer oprichter en leider van 'New Cool Coilective', en ik ben er natuurlijk nog steeds trots op dat hij mijn cd inspeelde." Bert van der Linden heeft de wereld als inspiratiebron en komt beslist nog met nieuwe Brabantse liedjes. We wensen hem daarbij veel succes.
Onder de Maosdijk kozen we deze keer als voorbeeldlied. Heel Keent is hard op weg om een natuurgebied te worden, maar veel van het verhaal klopt nog steeds.