10 november 2007
BN DeStem op het web
‘Lekker zingen met een zachte g’
door Marja Klein Obbink
OOSTERHOUT - Twee nieuwe nummers heeft hij al op papier gezet. Beide in dialect. Sinds zijn deelname aan het liedjesfestival in Den Hout heeft Wil Nelemans (50) de smaak van de Brabantse taal te pakken.
"Ik heb gemerkt dat het toch lekkerder zingen is met die zachte g,", zegt de Oosterhoutse muzikant die al jaren in de omgeving van zijn woonplaats aan de weg timmert, maar nu ook in het 'Brabantse' circuit is ontdekt. Speciaal voor het liedjesfestival schreef hij 'Den Eik op den Lind.' En brak hij meteen door tot een tweede plaats. Als enige West-Brabander in dat door Oost-Brabanders gedomineerde fenomeen: Brabantse liedjes schrijven en zingen.
De jury was laaiend enthousiast over zijn talent. Hij had als eerste kunnen eindigen als zijn refrein niet zo 'moeilijk' was geweest, hielden de juryleden hem voor. Hij: "Het 'ratataplan' in het refrein ging over de leuzen die geroepen werden naar de gehavende Franse soldaten die voorbij marcheerden. Ik denk dat dat iets te hoog was gegrepen." Maar de melodie is prachtig. Wanneer hij het voorspeelt in zijn woonkamer, begin je vanzelf mee te deinen op de muziek. Een Brabantse Don McLean kun je hem noemen. Naar de stijl van generatiegenoten als Ralph McTell en Gary Rafferty. Zijn grote voorbeeld is Bob Dylan. Diens muziek-'ik snapte zijn teksten toen nog niet'- bracht hem ertoe om van het geld van zijn krantenwijk op z'n vijftiende een gitaar te kopen. Waarna hij zichzelf opleidde. Wil, lachend: "Nu nog zie ik kenners kritisch naar mijn a-technische vingerwerk kijken."
Maar dat vingerwerk was goed genoeg om vorig jaar op te treden met het lied van 'de fanfare van honger en dorst' op het proms-concert van de 80-jarige fanfare Sint Joris in Dorst. Een lied van zijn grote Brabantse voorbeeld Gerard van Maasakkers. Naar hem stuurt Wil waarschijnlijk ook zijn twee nieuw geschreven nummers in Brabants dialect.
Of hij ooit nog echt door zal breken? Afgezien dan van zijn 4,5 minuten durende filmpje over zijn optreden met de fanfare op op YouTube? Wil verwacht het niet, zegt hij meteen. "Ik ben al vijftig", lacht hij.
Bovendien is hij niet zo'n showmaker, verklapt hij. Alhoewel hij deze weken z'n eerste danspasjes instudeert met de vijf andere leden van zijn close harmony-groepje uit Vught, Back on track.
Bovendien ontbreekt het hem aan apparatuur om een demo op te nemen. Het wachten is op een muzikant of studio die met hem in zee wil gaan.
En alsof de duvel er mee speelt komt nog deze zelfde middag een telefoontje van presentator Rinus Rasenberg van het Houtse liedjesfestival. Die vond de kwaliteit van de drie winnaars zo hoog en zo dicht bij elkaar liggen dat hij gaat proberen ze alle drie een opname te laten maken. In de Swampstudio in Raamsdonk.
Wil, verrast en lachend: "Wordt dit dan echt mijn doorbraak? Nou ja, ik kan dan in ieder geval laten horen hoe mijn liedjes moeten klinken."
Van de andere kant, relativeert hij weer meteen: "Ik heb ooit een mailtje met een liedje gestuurd naar Boudewijn de Groot, maar daar heb ik nooit meer wat van terug gehoord. Laat mij nou maar gewoon lekker muziek maken."