KONTAKT
Parochieblad Zeilberg
22 augustus 2005
Zijn wiegske stond op 't schoonste plčkske
DOOR PIET SNIJDERS
NECROLOGIE
DEURNE - Het was niet het meest tot de verbeelding sprekende stukje Peelland, waar in 1930 zijn wieg stond. Maar Zeilberger Jan van Ooij was er zo hevig aan verknocht, dat hij er gisteren ook overleed. Precies op diezelfde plek. langs de spoorlijn in de Zeilberg. Jan van Ooij is 74 jaar geworden. Zoals toevalligerwijze vorige week nog in deze krant werd aangehaald, heeft niemand zijn geboorteplek zo warm en liefdevol bezongen als Jan van Ooij in zijn 'Zeilbergs Volkslied'. Hij schreef het beginjaren '60 toen hij lid was van de in Zeilberg fameuze Driekwart Zangers: 'Want er is geen schoonder plčkske in de Peel / dan waar oew wiegske hé gestaan / waar ge als een jungske vrager het gespeuld en naar de school nog bent gegaan...' Tekst en melodie lagen zo voor de hand dat vele Peellanders en mensen van daarbuiten het lied in tal van varianten nazongen. Van Ooij vond dat niet erg. Zolang zijn Zeilbergs Volkslied maar niet door wildvreemden commercieel werd uitgebuit - en pogingen daartoe zijn er geweest - leek hij alles goed te vinden.
Jan van Ooij was een goedlachs en zachtaardig menneke. En een zeer bezige baas. Drie jaar geleden kreeg de voormalige amanuensis van het Deurnese Peelland College een koninklijke onderscheiding wegens zijn vele verdiensten voor de Zeilbergse dorpsgemeenschap. De fanfare, het missiethuisfront, toneelvereniging Ons Vermaak/De Klotlanders. carnavalsvereniging De Pottenbakkers, Heemkundekring Hendrik Ouwerling. het hermenieke Hendig Zat, allemaal profiteerden ze van zijn (muzikale) talenten, zijn liefhebberij in heemkunde en zijn grote werklust. Ook particulieren deden niet gauw vergeefs een beroep op hem. Van Ooij schreef liedjes -teksten en zonodig muziek- voor tal van bijzondere gelegenheden en festiviteiten. Jan van Ooij kon nu eenmaal geen nee zeggen tegen zijn volkje, dat hij al in 1964 tijdens het vijftigjarig bestaan van de parochie Zeilberg liefdevol had geportretteerd in zijn openluchtspel 'Schón Volluk'.
Tussen 1974 en 1985 -ten tijde van de eerste folkrevival en tevens de tijd waarin Omroep Brabant tv een populair medium werd- kreeg Jan van Ooij regionale bekendheid als de oprichter en beminnelijke voorman van de Deurnese volksmuziekgrocp Moek. Moek is dialect voor 'mist' en dat had voor Van Ooij een speciale betekenis. Net als zijn collega Harrie Franken van Ut Muziek in de Kempen deed, verzamelde hij in zijn Peelstreek oude liedjes om te voorkomen dat ze letterlijk de mist in gingen. Met zijn groep blies hij die liedjes nieuw leven in en al doende leerde hij andere regionale artiesten dat dialect een mooie taal kan zijn om in te zingen. In zijn groep manifesteerde Van Ooij zich als bescheiden zanger en als talentvolle multi-instrumentalist. Thuis bouwde hij oude instrumenten na als luit en draailier. Met Moek en De Contente Mens (wijlen Nol van Roessel) maakte Van Ooij in 1978 bij het label Xilovox de elpee Brabant. In 1981 volgde de elpee 'Moek' plus een bijdrage aan de verzamelaar 'Omroep Brabant jubileert'. Diverse nummers uit het Moek-repertoire vonden later via Clipsound ook een plaatsje op de Brabants Bontste-cd's. Jan van Ooij bleef muzikaal actief, onder meer als gitaarleraar, tot hij dat wege een slopende ziekte niet mee kon. Hij wordt dinsdag in Zeilberg begraven.