Eindhovens Dagblad op het web

Brabants dialectenfestival in Lieshout

'Onze kennis had geen zin in hond op het menu'

Door WIM POELS

LIESHOUT - Hoe Brabants Lieshout deze zondag ook is, aan één onderwerp valt zelfs tijdens het dialectenfestival niet te ontkomen. D'n Valkenswirdse twilling heeft zich gehuld in een afzichtelijke bloemetjesjurk, een oranje sjaal en dito pet maken de aankleding compleet. De dames zijn toe aan een vent en bezingen daarom op een carnavaleske manier de benen in ons nationale elftal.

Gelukkig is Brabant meer dan carnaval en feest. Eigenlijk hebben de artiesten die de twaalf podia in het Lieshoutse centrum bevolken maar één ding gemeen: hun taal. Bezingt het trio Houdoe plus één op het ene podium nostalgisch de vader van een van de leden, even verderop behandelt singer-songwriter Jan van der Heijden de ongemakken van gsm en televisie. In de volgende partytent staat een folkband. Achter het Dorpshuis speelt Dè vèlt op, een groep die naam maakt als amusementsorkest in de aanloop naar carnaval. Binnen staat Frans van der Aalst, die in boerenkiel een humoristische bloemenhulde aan zijn vrouw brengt.
Spelen in de open lucht heeft zeker zijn charme, al zijn er soms ook ongemakken. Cor Swanenberg wordt een paar keer gestoord door een voorbijronkende brommer. Als Lya de Haas met gitarist Hennie Korsten haar bekendste nummer over Ons Lieve Vrouwke inzet, begint het carillon bij het gemeentehuis aan zijn eigen melodie.
Hoeveel bezoekers op het evenement zijn afgekomen, is niet te schatten. Het hele centrum van Lieshout staat in het teken van het festival, het volk loopt van Heuvel naar Dorpshuis en over de Dorpsstraat. Is er bij het ene podium nauwelijks belangstelling, dan staan en zitten er bij het volgende weer honderden te kijken. Duizenden mensen moeten gisteren hun weg naar Lieshout gevonden hebben.
Hoewel de meeste bezoekers met een Brabants accent spreken, komen lang niet alle toeschouwers uit de directe omgeving van Lieshout. Een man die twee cd's van Cor Swanenberg aanschaft, heeft een randstedelijke tongval. Piet de Haan en zijn vrouw Ineke komen vanuit Ridderkerk bij Rotterdam al voor de vierde keer naar het Brabants dialectenfestival. 'Mijn moeder kwam uit Uden, ik logeerde vroeger regelmatig bij familie in Vinkel. Brabant bleef trekken', legt De Haan uit. Zijn vrouw werd vanzelf meegetrokken. Dus gaat de muziek van Lya de Haas gaat mee op vakantie en doet het paar liever de boodschappen in Den Bosch dan vlak bij huis in Rotterdam. Pas kort geleden ontdekte Ineke dat ze het niet van een vreemde heeft: haar opa kwam uit Heesch. Vandaag komt het echtpaar vooral voor de muziek. En voor het dialect natuurlijk. 'Ge moet nie lullen, dan krèdde een dik been' is nog altijd een van haar favoriete Vinkelse uitdrukkingen. Ooit nam het koppel een kennis uit de Randstad mee naar Brabant. De gastvrouw wilde Haontjes (haantjes) serveren. De kennis bedankte vriendelijk. 'Die had geen zin in hond op het menu.'

terug naar Brabants dialectenfestival

Deze pagina is bijgewerkt op