BN DeStem op het web

Dialectenavond is feest van herkenning

Door Li-ja Termijn

SPRUNDEL –„Als het regent rengert ’t in Zundert en rengel ’t in Sprundel. Een kind is een kiend en wit is wiet, en dat is niet dat spul dat je tegenwoordig in de koffieshop kunt kopen“, aldus Adrie van Ginneken, organisator van de Sprundelse dialectenavond gisteren in De Trapkes.

„Dialect is veel ouder dan ABN. Maar helaas is ABN, voornamelijk door de komst van de boekdrukkunst, tot standaard verheven. De kinderen op school mogen al niet meer in dialect spreken. Het zou toch zonde zijn als die oude taal verloren zou gaan.“
Bang om het Sprundelse dialect voor altijd kwijt te raken, heeft Van Ginneken samen met Frans Verschueren en Heemkundekring Onder Baronie en Markiezaat deze avond op poten gezet. De overwegend 55-plussers in de zaal knikken instemmend als taaldeskundige Michel de Koning hen het verschil tussen het Oost- en West-Brabantse dialect uitlegt. „Wij in West spreken de H niet uit. Een ’ondje zit in een ’okje. De r en de t willen we ook nogal eens weglaten. En aan het woordje éh? aan het einde van een zin, kun je horen dat we uit West komen, in Oost zeggen ze daarvoor in de plaats war? Ook het klinkergebruik is anders. Bij ons is een bank een bangeske, in Tilburg is het een bengeske.“
Volgens dialectdeskundige De Koning kenmerkt het Sprundels zich door een mengeling van de taal van de Baronie en van het Markiezaat. „In het Markiezaat zegt men Ik doen iets en in de Baronie zegt men ik doei iets.“

Niesel
Van Ginneken vraagt vanaf het podium aan de zaal of het nou nissel of niesel is. Het blijkt om een schoenveter te gaan, en de meerderheid kiest voor niesel. Dat is, volgens Van Ginneken niet zo vreemd, want het gebruik van de ie in plaats van de i heeft alles met de invloed van Antwerpen te maken.
Dan betreedt Adrie Hoppenbrouwers het podium. Ze vertelt in plat Zunderts over vroeger. Hoewel het dialect afwijkt van het Sprundelse, is de inhoud van haar verhaal heel herkenbaar.
„Mulderke, mulderke telt oew geld, en laot ze nog us vliege“, zingt Hoppenbrouwers en de zaal zingt mee. Een lied dat gaat over de meikever, die in vroeger tijden door de kinderen gevangen werd gehouden in een luciferdoosje.
Na een praatje van de Sprundelse Riekje Vergouwen, die in haar moedertaal ook herinneringen aan vroeger ophaalt, is de beurt aan Puur Natuur. Sinds een jaar speelt deze groep, bestaande uit drie Sprundelse vutters, West-Branbantse volksliedjes. Prima passend bij het thema van de avond.

Vertaling
Na de pauze mag de zaal weer meedenken door een aantal zinnen uit het Sprundels te vertalen. Voor een buitenstaander is het af en toe moeilijk te volgen, maar voor de aanwezigen is de dialectenavond vooral een feest van herkenning. En aan het eind van de avond kon Van Ginneken zo blij als een kiend de deur achter zich diecht trekken!


Deze pagina is bijgewerkt op