4 mei 1994
Limburgs Dagblad op het web
Kerkraads plat en hoog
Leni & Ludwig-gehalte
DOOR BENTI BANACH
KERKRADE - Zijn eerste tekst in Kerkraads dialect kreeg hij terug vol rode strepen. De ene correctie na de andere. Ja, de regels van het kirchroatsj plat zijn onverbiddelijk. Nu weet hij: „Als je de regels versoepelt is het geen Kerkraads meer,” en is hij een belangrijk voorvechter geworden van dit stuk onvervalste Klankstad-cultuur.
Frans Stollman (55) presenteerde met collega Hans Brinkman (47) afgelopen zaterdag de honderdste aflevering van het radioprogramma Uvver Plat Jekald. Begonnen op 4 april 1992 heeft het duo twee jaar lang onafgebroken wekelijks een uur zendtijd gevuld over en in het Limburgs dialect in het algemeen en het Kerkraads plat in het bijzonder.
Het bereik van duo Stollman-Brinkman is beperkt: de Kerkraadse radio-omroep is slechts te beluisteren in de Kerkraadse bejaardenhuizen, verpleegklinieken, het ziekenhuis en de vroedvrouwenschool. Toch zijn deze gebouwen goed voor enkele honderden aansluitingen en, wat belangrijker is, daar woont exact hun doelgroep, de ouderen. Stollman: „De ouderen kunnen veel woorden op de Nederlandse radio en tv niet verstaan. Ja, dat horen we. Daarom was het idee om iets in het dialect te doen.”
Hoeveel luisteraars ze hebben blijft ongewis. „De ouderen zijn zonder techniek en telefoon opgegroeid. Die bellen niet uit zichzelf naar ons,” zegt Hans Brinkman. Stollman: „Maar de vrijwilligers die wekelijks de huizen afgaan om de briefjes voor verzoekplaatjes op te halen, die krijgen veel respons, zo'n 75 aanvragen per week. En zo krijgen we ook vaak te horen dat we moeten uitbreiden, op de kabel ofzo. Want als ze uit het ziekenhuis komen, dat kunnen ze niet meer naar ons luisteren.”
Maar er bestaat toch al zoiets als het Ei van St.-Joost, het dialectprogranuna van Omroep Limburg? Brinkman hoofdschuddend: „We vinden dat ze daar te veel praten. Of dat een persoon die in bed ligt interesseert? Nee, dat betwijfelen we. We willen het woord zo kort mogelijk houden en veel muziek laten horen.” En daarom liggen tussen het stapeltje bij de technicus onder andere Leni & Ludwig, Sjef Diederen, Jo Erens en De Palemiger Spatzen.
Het Kerkraads mag in ieder geval niet verloren gaan, vinden ze. „Dat hoort bij de cultuur,” zegt Stollman. „Ik stond laatst voor een loket in Merkstein (Herzogenrath, red.). Een oude man voor me vroeg iets in het dialect en de vrouw achter het loket antwoordde in hoogduits. Toen ik aan de beurt was, vroeg ik ‘U komt niet van hier?’. Jawel, zei ze. ‘Waarom spreekt u dan geen dialect?’, vroeg ik. ‘Dat mogen we niet van de directie’. Kijk, daar koop ik dus nooit meer,” zegt Stollman zeer beslist.
Stollman is tevens lid van de Kerkraadse dialectvereniging. Een puristisch clubje, zo blijkt. „Ze redeneren ‘als je niet in het dialect denkt, kun je het ook niet schrijven’. En als je daar zegt ‘lch bedoel’ in plaats van ‘ich ming’, dan word je op de vingers getikt.” „Dat vind ik dus overdreven,” zegt Brinkman. Ook Stollman moet toegeven dat de voertaal van zijn gedachten hollendsj is. Hij weet ook: „Bij de meeste mensen die dialect praten is het geen echt dialect meer.”
Ze bereiden zich wekelijks gedegen en professioneel voor. Voor de uitzending staat alles papier. Er wordt gezorgd voor berichtjes uit Kerkrade, verenigingsnieuws, dialect-sprekende studiogasten, af en toe reportages en een keurige playlist, een woord dat uiteraard niet in de uitzending wordt gebezigd.
Het radiomaken is echter van ondergeschikt belang, vinden Stollman en Brinkman. „Ik zit er niet voor de radio, maar voor de mensen. Ik wil gewoon het dialect promoten.”