15 oktober 1980 |
Limburgs Dagblad op het web |
Vijfde Limburgse Vastelaoves Leedjes Konkoer in Geleen
GELEEN - De stichting Limburgs Vastelaovend Konkours houdt dit jaar voor de vijfde keer in successie het gelijknamige festival van carnavalsschlagers. Op de openingsavond van het carnavalsseizoen, de elfde van de elfde, zal het Hubertushuis in Geleen 's avonds om 20.11 uur de finaleplaats vormen van de twaalf finalisten die dit jaar om de carnavalsschlager 1980/81 zullen strijden. Er is één finalist meer dan andere jaren omdat tijdens de voorselecties twee kandidaten evenveel punten behaalden. Daarop werd besloten om voor één keer af te stappen van de traditie van elf finalisten.
De presentatie van de finale is in handen van Opper-Uul Jo Willems terwijl de Ragtimeband uit Kerkrade voor de muzikale begeleiding zorgt. De winnaar mag bij Telstar in Weert de carnavalsschlager op de plaat zetten. De winnende liedjes van voorgaande keren waren Van Eijsden tot de Mookerhei (1976), De Zachte Geej (1977), Daan kal ich plat (1978), De Beerheering (1979).
De jury wordt gevormd door Frits Rademacher, Sjaak Lambrigts, Hans van de Veeken, José Hermans, Frits Hermans, Ton Jorna en Cor Bertrand. Voorzitter van de jury is Zef Nijsten. De inzendingen die de finale niet hebben gehaald, kunnen worden afgehaald aan de kassa van het Hubertushuis of bij platenzaak Schenkelaars in Geleen. In totaal waren er 19 inzendingen.
De carnavalsschlager 1980/81 zal worden gekozen uit de volgende titels: D-r Eeke-houte Kop, De Vastelaovend heurt biej Limburg, Sjaele Kal, Sjuuve effe Sjuuve, Wiej ich in dien Ouge keek, Ós Limburgs Paradies, Ein Plank van Brónsgruin Eikehout, 't Sjnórke, Dao zit Vastelaovend in de Loch, Et Vasteldoveskónzert, Ich wil mich eine drenke en De Einzelgangers.
