29 december 1976
Limburgs Dagblad op het web
Herman Veugelers verafschuwt valse romantiek
“IK BEN GEEN PIAS”
“Er zijn twee manieren, waarop je de werkelijkheid kunt beschouwen: de romantische en de wetenschappelijke. Beide manieren zijn legitiem. Ze verketteren en bijten elkaar en dat zal ook zo moeten zijn”. Dit filosofietje zet de 39-jarige Limburgse troubadour Herman Veugelers uit Limbricht op. Hij neemt met zijn liedjes een speciale plaats in. Ze zijn kritisch, fel, soms met een ondertoon van weemoed en heimwee, maar bovenal eerlijk. Er straalt een bewogenheid en een doorleefdheid uit. Bovenstaand filosofietje is ontstaan naar aanleiding van een discussie, die Herman Veugelers had over zijn DSM-lied met een ingenieur van DSM. In dat lied haalt hij fel uit naar de stank en gevaren, die aan dit chemisch concern verbonden zijn. De DSM-ingenieur vond het tamelijk goedkoop om op die manier kritiek te leveren, zonder met alternatieven te komen. “Maar dat is toch niet de taak van de liedjeszanger. Ik signaleer en leg de vinger op de zwakke plekken van de maatschappij. Alternatieven moeten de wetenschappers bedenken”. De kritiek is langzaam in de liedjes van Herman Veugelers gegroeid. Hij weet zelf niet hoe het gekomen is. Jarenlang was hij overal op de carnavalspodia in Limburg te vinden met gezellige ongecompliceerde liedjes. Dat is voorbij. Herman Veugelers: “Ik ben geen pias, die zich laat inhuren. Zo van: wij willen eens goed lachen. Nee. Daar pas ik voor. Bovendien verloedert het carnavalsfeest. De blote konten-humor, het belachelijk maken van de vrouw, de sex, dat is zo'n goedkope humor. Dat moet ik niet meer. Ik kan niet grappig zijn voor een anonieme massa. Ik moet een binding hebben met het publiek”.
Onheilsprofeet
"Ik baal er vaak zelf van om de kritische jongen uit te hangen en om als een onheilsprofeet op de zwakke plekken van de maatschappij te wijzen. Daar wordt ik doodmoe van. Af en toe moet ik iets lichtvoetigs doen. Ik vind het wel steeds moeilijker om dat soort liedjes te maken. Dat is misschien een teken aan de wand”. Toch zijn die liedjes van Herman Veugelers, waaruit nu eens geen boodschap spreekt, maar die gewoon gezellig zijn om naar te luisteren, overwegend erg geslaagd. Nog vreemder is, dat een van de felste - het DSM-lied - een van zijn grootste toppers is.
Maar op toppers schrijft Herman Veugelers niet. Hij verkeert in de ideale situatie, dat hij zijn optredens zelf kan uitzoeken. “Ik ben financieel niet afhankelijk van mijn liedjes”. Zijn teksten en muziek missen dan ook iedere commerciële basis. In samenwerking met de ROZ heeft hij een grammofoonplaat gemaakt, “De saneringsroute”. Een erg fijne luisterplaat, maar hij is niet in de handel verkrijgbaar. Hij stelt zich zeer kritisch, bijna wantrouwend op ten opzichte van iemand, die hem uitnodigt ergens te komen optreden. “Ik moet weten wat voor publiek ik te verwachten heb. Ik ben te vaak de mist ingegaan met mijn liedjes. Ik ben waarschijnlijk van de Limburgse artiesten degene die het meest afgegaan is. Ik kom dan met een enorme kater thuis. Ik heb al zo vaak tegen mijn vrouw gezegd: ik ga niet meer. Ik blijf thuis”.Briljant
Herman Veugelers kan zich opwinden over de valse romantiek die in tal van Limburgse liedjes te vinden zijn. Ook de succesvolle grammofoonplaat "Witste nog koempel..." wordt door hem niet geheel in dank afgenomen. “Er staan enkele briljante liederen op, zoals de dagschicht en de berg, maar ik ben er ook valse romantiek in tegen gekomen. Vooral in het openingslied maakt Jan Hendriks, de schrijver, er zich schuldig aan. Ik heb hem aangemoedigd om ook eens de werkelijkheid van nu onder de loep te nemen. Historische feiten doen geen pijn meer. Die zijn voorbij. Als je over de actualiteit zingt, begeef je je op glad ijs. Juist op dat terrein wordt veel te weinig geschreven. Dat is ook gevaarlijk terrein, want als je snel stelling neemt, kun je je vergissen”.
Applaus
Als leraar didactiek en methodiek aan de opleiding voor kleuterleidster (Klos) te Maastricht, kan hij het zich permitteren om de commercie buiten de deur te houden. “Als ik een beetje toegeef ben ik verloren. Natuurlijk wil ik ook succes en applaus hebben, maar ik voel me geen artiest. Ik sta niet te dringen om grammofoonplaten te maken. Ik hou te veel van mijn baan in het onderwijs”. De grote stimulator van Herman Veugelers is de ROZ-medewerker Jules Dister. “Jules heeft mij steeds in zijn programma's gehaald. Als hij een boeiende reportage had gemaakt, vroeg hij mij om die met liedjes te begeleiden. Als ik die mensen op de band hoorde praten, kroop ik achter mijn bureau en schreef het liedje in een ruk op. Ik wist niet dat ik dat kon. Eigenlijk hebben de geïnterviewde mensen de liedjes geschreven. Gewoon een liedje schrijven kan ik niet. Ik moet door een onderwerp geraakt zijn”
Vanavond beleven drie nieuwe liedjes van Herman Veugelers bij de ROZ hun première. Een daarvan is geschreven ter gelegenheid van het afscheid van gouverneur Van Rooy. “Dat is een van de weinige liedjes, waarin ik een naam noem. Ik hoop niet, dat de mensen na afloop zullen zeggen wat heeft hij toch tegen Van Rooy Maar het lied gaat niet tegen die man. Ik ken hem nauwelijks. Het gaat om het gouverneurschap, dat ik een lachertje vind. Als ik merk, dat de luisteraars denken, dat ik Van Rooy een trap wil geven, ben ik doodongelukkig”.THEO PASING
Welteröste
Welteröste kan ongetwijfeld tot een van de meest kritische en gevoeligste liederen van Herman Veugelers gerekend worden. Hij heeft dit lied gemaakt een dag na de catastrofale ontploffing bij DSM. Pas drie maanden geleden heeft het lied in de openbaarheid durven brengen, omdat de ramp de gevoelens van de mensen nog te zeer beheerste.
Welteröste
Welteröste leef Limburg, sjtrek lekker dien bein
Gank rustig mer sjloane in Beak of in Sjtein
Doe sjnoefs waal de geure
Mer niks kent gebeure.
Deskundige knape, die hauwte de wach.
Gank rüstig mer druime, sjloap good, gooie nach.
Wae is neet blie, wea is neet blie
Mit os DSM-chemie.
Doe zuus de gekste hökskes
Mit knupkes en mit klökskes
Doe zous tem hoas goan kniepe
Veur al die gekke piepe
Mit al die gekke zake
Die ze zeen aan 't krake,
Salpeter en lysine,
Nafta. melamine
Fosfor, polytheen en pek
En ‘t heat ein machtig knalefïek
Wea is neet blie. wea is neet blie
Mit os DSM-chemie
In enkele gevalle
Kent 't waal ens knalle.
Vlamme sjloan noa boete,
Aan sjerve goan de roete
Alles sjteit te brenne
De operators renne
Ze vluchte veur Fosfate
Sjwafel. aromate....
En urges lik ein rampeplan
Mer geine minsj wet doa get van....
(In verband met de beperkte plaatsruimte is slechts het eerste en laatste couplet opgenomen)