TIJDSCHRIFT
VOOR FOLK EN
WERELDMUZIEK
nummer 118, augustus / september 2008 |
NEWfolkSOUNDS op het web |
PARELMOER
Vloerwerk
(eigen uitgave)
De folkgroep Parelmoer bestaat 25 jaar. Tijd voor een cd en een feestje dus. Har Crommentuijn (gitaren en bas), Gé van den Heuvel (viool), Nico Peters (diverse snaarinstrumenten) en Pieter Simons (accordeon en blaasinstrumenten) maakten er werk van. Op een feest moet gezongen worden en daarom namen de laatste drie ook nog ieder het voortouw bij de zang. Bij de start klinkt in Kom met ôs mei meteen al de uitnodiging voor het feest. Maar er passeert ook serieus werk zoals Taege de stroum. De Tango van ’t waore gezicht gevolgd door de Bob Dylan-cover Mien Marie maakt de veelzijdige mix van stijlen duidelijk. De Noord-Limburgse teksten klinken helder zoals in het eigentijdse Melksjoklaad en zijn goed te volgen. Hans Lamain mengt als gastmuzikant met zijn tuba minder gebruikelijke klanken tussen het folkgeluid door. Ook Sander van Reeken deelt op drums hier en daar wat tikken uit. Het dameskoor Campanella uit Tegelen ondersteunt onder meer het enige Engelstalige nummer. Naast de dertien songs passeren ook nog twee instrumentaaltjes. Daarvan krijgt de fraaie Maaswandeling een Scandinavische klank mee van Nickolaj Marks op zijn zelfgebouwde nyckelharpa. Het kwartet maakt de tekst “Luuster nao daen herrie, laot dich lekker gaon as weej veur dich gaon speule kins-se neet stil bleeve staon” volkomen waar.
