13 februari 2006
Limburgs Dagblad op het web
LVK-winnaar Kartoesj draait overuren
DOOR ANDRÉ LAMMERSE
GELEEN Het is ruim anderhalve dag later, maar de leden van Kartoesj worden nog steeds bedolven onder de felicitaties. Zondagmiddag gaat het kussen gewoon door in 't Volkshoes in Geleen waar ze zojuist een daverend optreden hebben gegeven tijdens een dameszitting. „Dat liedje van jullie krijg ik gewoon niet meer uit mijn kop", complimenteert een vrouwelijke fan als de leden in de kleedruimte verdwijnen.
Bekend waren ze al in het vastelaoveswereldje sinds vrijdag lijkt de zes mannen ineens beroemdheden. Zondag vragen jonge meiden zowaar handtekeningen op hun Kartoesj-promotiekaart. De zangers Guus Kitzen (41) en Geert Cremers (43) glunderen. Sinds ze afgelopen vrijdag het Limburgs Vastelaovesleedjeskonkoer (LVK) in Stein wonnen, staat thuis de telefoon niet meer stil. „We worden een beetje geleefd", zegt Kizten met zichtbaar genoegen. „Iedereen die je kent, wil je persoonlijk feliciteren. Verder zijn er veel zaaleigenaren die je ineens nog snel proberen te boeken. Dat geeft allemaal een heel prettig gevoel." Cremers: „Sommigen willen ons nu al in 2008 vastleggen omdat het carnavalsseizoen dan vrij kort duurt. Ze bellen vanuit de hele provincie. 't Is een gekkenhuis." Dat zit biej ôs in de femieje heet de winnende inzending van Kartoesj. Het liedje bezingt de familieband en -traditie van het carnaval op een klassieke carnavalsmelodie, maar waar wel een flinke sambadrive onderzit. Volgens insiders moest de zesmansformatie uit Limbricht/Guttecoven wel een keer winnen. Het gezelschap, dat de afgelopen jaren hard aan de weg timmerde met een uitdijend carnavalsrepertoire, stond in totaal zes keer in de LVK-finale, en eindigde vorig jaar nog tweede. Ze hebben inmiddels een heuse schare aan fans.
Afgelopen zaterdagochtend liep half Limbricht uit om hun helden te onthalen. Kitzen: „We zijn met een huifkar naar de kroeg gebracht waar het één groot feest was. Het liedje is nog tig-keer gedraaid." Om half zes gingen ze huiswaarts om nog geen negen uur later alweer hun eerste optreden te verzorgen in Geleen. Daarna volgden nog Sittard, Roermond en Venlo. En zo werd het zaterdag iets vroeger: half drie. Op deze zondag hebben ze het met drie optredens nog relatief rustig.
Liedschrijver/componist Guus Steinen (56) noemt Biej os in de femilie een vernieuwend carnavalsliedje. „Ik vind het prachtig dat de jury van het LVK voor het eerst een samba heeft uitverkoren. Dat is voor zover ik weet nog nooit gebeurd. Het is de kroon op ons werk, het LVK winnen betekent een enorme waardering." Zanger Cremers: „Het betekent dat we goed bezig zijn. Er waren dit jaar maar liefst 277 inzendingen. De tijd van vroeger dat je met een gitaar en een cassettebandje in de finale kon staan, is voorbij. Het LVK is behoorlijk geprofessionaliseerd."
Hij zegt dat behalve de samba ook de tekst een schot in de roos was. „De tekst is voor carnavalsvierders heel herkenbaar. Carnaval is toch vooral een familietraditie. Van kindsbeen af wordt het je met de paplepel ingegoten en doet je hele familie eraan mee: ooms, tantes, broers, zussen, je neef of nicht." Bedenker Steinen: „Ik weet niet meer hoe ik precies op het idee ben gekomen, maar het zal wel uit een krabbel ontstaan zijn. Ik maak voortdurend overal aantekeningen en die gooi ik als ik thuis ben in een grote doos. Vervolgens werk ik die aantekeningen uit in de computer en ontstaat er een liedje." Is dit zijn beste liedje ooit? „Wel een van de beste, omdat het je van begin tot einde pakt."