6 januari 2006
De Limburger op het web
Sjraar Peetjens geniet van zijn instrumentje
John Huijs
Venlo - De Venlose dialectzanger Sjraar Peetjens (83) weet niet van ophouden. Hij leverde een bijdrage aan de nieuwe cd van joekskapel Neet um aan te huùre, die vanavond verschijnt. En ook tijdens het carnaval neemt de tenor de microfoon herhaaldelijk ter hand.
Sjraar Peetjens (83) realiseert zich verdraaid goed dat hij van geluk mag spreken. Al 55 jaar is hij in goede gezondheid gelukkig samen met zijn een jaar oudere vrouw Ria (,,Muisje''). Carnavalsminnend Venlo - oud én jong - dragen de tenor op handen sinds diens comeback van vijf jaar geleden. En zijn instrumentje, zoals de tenor zijn stem noemt, laat hem nog altijd niet in de steek.
Reden om te stoppen met zingen ziet de vertolker van het legendarische carnavalsnummer Och waas ik maar uit 1958 dan ook niet.
,,Pas als mijn stem niet meer wil of als ik mensen achter mijn rug hoor zeggen 'och, daar heb je die weer' hou ik er meer op. Maar ik word nog steeds gevraagd en heb er zelf nog altijd heel veel plezier in. Dus waarom zou ik stoppen?''
Peetjens zingt al bijna zijn leven lang. Op de lagere school mocht hij al geregeld voorzingen. Toen hij in de oorlogsjaren bij instrumentenfabriek Nedinsco werkte, maakte de tenor deel uit van het operettegezelschap dat het bedrijf had. In 1946 nam Peetjens' zangcarrière in Venlo Idols-achtige vormen aan, toen carnavalsgezelschap Jocus hem tot hofzanger bombardeerde. Decennialang behoorde Sjraar Peetjens tot de coryfeeën van het na-oorlogse carnaval. Maar op een gegeven moment vond Jocus het tijd om jongere zangers naar voren te schuiven. Peetjens voelde zich daardoor zo gekwetst, dat hij zijn lidmaatschap van Jocus opzegde.
Peetjens: ,,Ik bleef weliswaar zingen op feesten en bij bepaalde gelegenheden, maar het deed en doet me toch pijn dat Jocus niet eens een bedankje stuurde voor al hetgeen ik voor de vereniging heb gedaan en mij ook nergens meer bij betrok.''
Het feit dat de zanger een aantal jaren geleden alsnog de op een na hoogste onderscheiding van Jocus kreeg, beschouwde hij weliswaar als een vorm van genoegdoening, maar echt eerherstel voelde Peetjens pas toen het vijf jaar geleden uitgerekend de jonge garde van Minsekinder was die hem benaderde voor het maken van een cd. ,,Vooral de manier waarop dat gebeurde, vond ik leuk. De bassist van Minsekinder sprak me op een gegeven moment ergens aan en vroeg me of ik Sjraar Peetjens was. Toen ik dat bevestigde, vroeg hij voor de zekerheid: 'De echte?' Voordat ik er erg in had, stond ik in de studio een cd op te nemen met jongens die mijn zonen konden zijn en die mij op handen droegen. Dat de jonge mensen bij de presentatie van de cd in café Central met de benen buitenhingen, deed mijn Venloos hart natuurlijk ook erg goed.'' De samenwerking met Minsekinder luidde de comeback van Peetjens in. Het ene - belangeloze - optreden volgde op het andere. Overal wordt hij weer herkend in de stad, vooral ook door jongeren. Als Peetjens en zijn vrouw een druk café binnen willen, splijt de menigte voor het stel als de Rode Zee voor het joodse volk.
,,En als Sjraar in deze tijd van het jaar boodschappen gaat doen, blijft hij soms zo lang weg dat ik me zorgen begin te maken dat hij onderweg een ongeluk heeft gehad of zo'', zegt zijn vrouw Ria. ,,Maar meestal heeft hij dan gewoon met mensen staan te praten die hem herkennen en hem vervolgens gaan vragen waar en wanneer hij weer optreedt.''
Dat is in ieder geval vanavond om 21.11 uur het geval in grandcafé Maagdenberg, ter gelegenheid van de presentatie van de nieuwe cd van Neet um aan te huùre, waar Peetjens op te horen is. Uiteraard valt Peetjens kraakheldere stem tijdens de carnavalsdagen op diverse plekken te beluisteren.