18 februari 2005
Limburgs Dagblad op het web
Charley Patton fietste voorbij het aspergeveld
Muziek - Rauh Records is het geesteskindje van de Roermondse muzikant Peet Didderiëns (41). "Muziek moet ruw klinken.''
Hij zingt: 'Gisteren zag ik Charley Patton tussen Montfort en Maasbracht', in het Roermonds dialect. Peet Didderiëns portretteerde de Amerikaanse blueslegende (1887-1934) ergens in het Midden-Limburgse landschap. ,,Ik stond asperges te steken toen een man op zijn fiets voorbij kwam. Hij leek sprekend op Charley Patton.''
De gedachte verwerkte hij thuis in een liedje. ,,Da's wat ik geleerd heb van iemand als Townes van Zandt. Hij schreef op wat hij voelde. Zo wil ik ook schrijven. Da's wel moeilijk trouwens, want als tekstschrijver ben je toch geneigd te rijmen en te schrappen.''
Didderiëns maakt sinds zijn tienerjaren muziek. Speelde in bands die regionaal behoorlijk indruk maakten, maar een grote doorbraak zat er nooit in voor groepen als Digestives, Society Dog Show, Feed the Cynics en Restless Hearts.
Tegenwoordig maakt hij deel uit van Buksjek, een alternatief Limburgstalig dialectcollectief, en hij timmert als singer-songwriter aan de weg onder de naam Hewdie. Twee totaal verschillende projecten met verschillende inspiratiebronnen. Aan de ene kant schrijver Jan Hanlo, aan de andere kant de Texaanse zanger Townes van Zandt, die hij vlak voor zijn dood in 1997 zag optreden in Tom Tom in Heythuysen. Ook laat Didderiëns zich inspireren door de beatgeneratie, in het bijzonder door schrijver Jack Kerouac.
,,Roots met een countrytic'', zo kwalificeert de Roermondenaar Hewdie - genoemd naar blueslegende Huddie (spreek uit: Hewdie) Leadbelly. Het zijn persoonlijke, Engelstalige luisterliedjes, vertolkt op akoestische gitaar. Buksjek daarentegen - genoemd naar het draaien van sigaretten van restjes tabak uit peukjes - noemt hij stadsmuziek, ofwel stekelige rockmuziek met veel stugge ritmeaccenten.
,,Buksjek is een reactie op de huidige golf aan Limburgstalige muziek. Die is vaak zo zoetsappig. Bij mij is het allemaal veel ruwer. Ik werk veel met klanken, net als Jan Hanlo deed.''
Zijn muziek brengt Didderiëns sinds kort uit op zijn eigen Rauh Records, een klein onafhankelijk label dat ook muziek uitbrengt van andere artiesten met een eigenzinnige stijl. Zoals Joost Verweij, een Nederlandstalige singer-songwriter met de humor van Jonathan Richman en Raymond van het Groenewoud. De opnamen, inclusief filmmuziek, maakt hij in een kleine studio in Horn.
,,De releases zijn gericht op de kleine groep liefhebbers die hun muziek het liefst puur en onversneden nuttigen'', zegt de muzikant. ,,Rauh Records is voor en door gelijkgestemde muzikanten. Ik ben nog op zoek naar één of twee acts. Het liefst heel eigenwijs en met een visie.''
Oude blues van lieden als Howlin' Wolf en Robert Johnson intrigeert Didderiëns, net als garagerock, obscure Australische rockbandjes en Amerikaanse groepen uit de jaren tachtig zoals The Rain Parade en Green On Red. Tegenwoordig behoren Lucinda Williams en Gillian Welch tot zijn favoriete artiesten.
Het is de puurheid van die artiesten die hem aanspreekt. Die benadering kiest hij ook. De Roermondenaar beseft dat hij er nooit rijk mee zal worden, want de doelgroep is klein. Muziek is zijn uitlaatklep, die heeft hij nodig zoals andere mensen niet zonder nicotine of drank kunnen. Bewust koos hij voor een baan van 24 uur. De rest van zijn tijd steekt hij allemaal in zijn hobby. Hij gaat zo op in de muziek, dat zijn vriendin hem een tijdje terug de bons gaf.
,,Ik sta op met mijn gitaar en ga er mee naar bed. Dat maakt het lastig om een relatie overeind te houden. Zonder muziek zou ik me hondsellendig voelen. Ik moet vorm geven aan wat mijn ziel beleeft. Of, zoals Townes van Zandt het schrijven van een liedje noemde, 'af en toe een bloemetje plukken'. Zo ontstond dat liedje over Charley Patton.''
Meer info: http://www.rauhrecords.com