1 januari 2005
Ruud's Music Magazine op het web
Guus Smeets
'Mién pennevruchte': verzamel-CD met muziek van Valkenburgse tekst- en muziekschrijver met 20 verschillende artiesten
Hoeveel nummers hij geschreven heeft, dat weet hij niet. Hij denkt enkele honderden. Wellicht zit ie kort bij de 500.
We hebben het natuurlijk over Guus Smeets, de sympathieke zanger uit Vilt-Valkenburg. Altijd sjiek in het pak en, nog veel belangrijker, altijd bereid om de Limburgse muziekwereld ten dienste te staan. Niet alleen door het schrijven van prachtige muziek, maar ook door het geven van kansen en adviezen aan jonge talenten. In de afgelopen jaren is tekst- en muziekschrijver Guus Smeets uitgegroeid tot iemand die zonder meer zijn stempel heeft gedrukt op het Limburgse dialectlied. Alle 'grote' artiesten, van Sjef Diederen en Angelina tot Eric Cruts en van Frans Theunisz tot Big Benny, hebben liedjes van Guus in hun repertoire. Onlangs kwam de CD 'Mién pennevruchte' op de markt, met 20 verschillende artiesten die liedjes zingen waarvan zowel de tekst als de muziek door Guus geschreven zijn. Of hij nog genoeg creatieve ideeën heeft? Guus: 'Meer dan genoeg! Als ik meer tijd had, zou ik ook nog gaan schilderen!"In oktober 2004 is de CD 'Mien Pennevruchte' verschenen. Hoe is die CD tot stand gekomen?
"Het is een initiatief van Dré Kessels uit Roermond, van de firma ACD Music. Dré kwam namelijk met het idee om een CD te maken met meerdere artiesten, met uitsluitend liedjes die ik in de loop der jaren geschreven heb. Dat is gelukt. In samenwerking met Studio A Recordings uit Stein is de CD vervolgens tot stand gekomen. Hartstikke leuk natuurlijk. Ook voor mij is het natuurlijk een prima promotiemiddel".
Heb je die promotie wel echt nodig? Volgens mij weet de hele Limburgse muziekscene inmiddels dat je een getalenteerd schrijver bent.
"Dat klopt, maar stilstand is achteruitgang. Wat dat betreft vind ik dat ik niet op mijn lauweren moet gaan rusten, maar actief moet blijven. Ik heb van thuis uit geleerd dat je altijd moet blijven knokken voor succes en daarom vind ik het toch belangrijk om zo'n verzamel-CD te maken. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de deelnemende artiesten. Gewoon lekker aan de weg timmeren met leuke liedjes. Liedjes die het grote publiek wil horen".
Is erna al die jaren nog voldoende inspiratie? Is er geen moment datje denkt, verdomme, alweer een walsje of feestpolka of Griekse meedeiner?
"Inspiratie is er genoeg, maar uiteraard moet ook ik oppassen dat het niet teveel van hetzelfde wordt. Wat dat betreft ben ik blij dat ook de jongere generatie artiesten naar mij toe komt en vraagt naar liedjes. Jonge mensen willen niet direct een walsje, maar een modern, eigentijds nummer. Ik ben daarin meegegaan en gelukkig, heel gelukkig, kan ik constateren dat ook mijn moderne liedjes aanslaan. Eén van de jongste talenten waarvoor ik schrijf is Ken Heugen, uit Broekhem-Valkenburg. Pas 17 jaar, maar ik denk dat hij kan uitgroeien tot een prima Limburgse artiest. Daarnaast denk ik aan Marvin Loi en, ietsje ouder, aan Eric Cruts. Eric is op dit moment samen met producer John Bartels een album aan het opnemen. Ik heb daar al muziek van gehoord en echt, dat wordt een schitterende CD. Een echte aanrader. Eric en ik hebben samen een aantal liedjes geschreven. Soms belt ie me op en een uur later zitten we samen muziek te schrijven. Dan neem ik mijn keyboard mee en dan gaan we ertegen aan".
Hoeveel nummers heb je tot nu toe geschreven?
"Dat weet ik echt niet, maar het zijn er honderden. Dat gaat op een bepaald moment toch wel snel. Alleen al de drie CD's van Ezzebleef en de laatste van mijzelf, totaal 4 CD's, leveren al zo'n 60 liedjes op. Een paar weken geleden zijn 14 nummers helemaal verdwenen. Ik heb ze per ongeluk gewist. Ik had op 'delete all' gedrukt. Stom natuurlijk, maar ja. En ik wist echt niet hoe die melodietjes gingen. Bij flarden herinner ik het mij wel natuurlijk, maar alle veertien, nee, jammer maar helaas. Vanaf nu maak ik toch wat meer back up's!"
De Limburgse muziekwereld heeft de afgelopen 10 jaar een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Zelf heb je daar, ook met Ezzebleef, middenin gestaan. Hoe zie je de Limburgse muziekwereld op dit moment?
“Ik weet nog dat we met Ezzebleef, ergens in 1995-1996, een contract kregen bij Marlstone. Daarmee haalden we de krant en het dwong respect af. Dat was in die tijd nog iets aparts. Daarna raakte de Limburgse muziekwereld in een enorme stroomversnelling. Het aantal artiesten en groepen nam snel toe. Zoveel dat het er nu eigenlijk teveel zijn. En omdat het voor iedereen financieel gezien mogelijk is om een CD te maken, wordt het kaf niet van het koren gescheiden. Soms denk ik wel eens dat er mensen zijn die 's avonds voor hun tv zitten, geen leuk programma kunnen vinden en dan zeggen: "Nou, dan word ik maar artiest'.
Vervolgens bellen ze een studio en een paar weken later is het CD-tje klaar. Ik overdrijf nu een beetje, maar toch, zo eenvoudig lijkt het.
De harde waarheid daarna is echter dat heel veel van die beginnende artiesten nooit het podium halen. De verenigingen die artiesten boeken weten heus wel wat er in dit wereldje te koop is. Ze kennen de bovenlaag en ze kennen meestal ook de middenlaag. Artiesten uit de onderlaag worden simpelweg niet geboekt. Ik wil daarmee zeggen dat het voor beginnende artiesten ontzettend moeilijk is om door te dringen tot die middenlaag. Frans Theunisz heeft ooit tegen mij gezegd, en daar heeft ie 100% gelijk in, dat de artiestenwereld zichzelf selecteert. En dat klopt. Een andere wijsheid van Frans luidt: "Als je niet weet waar je moet optreden, rijd dan richting de kerk. Dan zul je het café vast wel vinden!" En ook dat klopt, ha ha!"
Hoe ziet de Limburgse muziekwereld er over tien jaar uit?
"Dat weet ik niet precies, maar ik zie het niet zo somber in. Ik bespeur ook geen kentering in het aantal evenementen en optredens. Het aantal feesten dat georganiseerd wordt is nog steeds groot. Mijn eigen agenda is in elk geval goed gevuld. Wel bespeur ik dat de verenigingen elkaar min of meer zelf in stand houden. De een gaat bij de ander op bezoek en omgekeerd. Een carnavalsvereniging nodigt drie andere verenigingen uit en zo gaat dat maar door. Het zijn allemaal verenigingsmensen die je ziet. Ik denk dat het aantal 'gewone' mensen dat bij feesten aanwezig is, relatief klein is. Uiteraard vind ik het goed dat die verenigingen zoveel initiatieven ontplooien om die feesten overeind te houden. Dat moet ook, want alleen op die manier kunnen we een bepaalde cultuur in stand houden.
Over tien jaar zal de nieuwe generatie artiesten duidelijker aanwezig zijn dan nu. Dan denk ik aan artiesten als Eric Cruts, Robert Buckx, Roy Willems. Met moderne muziek. Minder polka's en walsen. Die moderne artiesten zitten in de lift, en dat is goed. Mijn vrouw Truus merkt dat ook. Ze merkt dat aan het feit dat ik steeds vaker jongere artiesten over de vloer krijg waarvoor ik liedjes mag schrijven. Kortom, ik maak mij geen zorgen over de Limburgse artiestenwereld.
Samen met Jos Laumen van Limbo Music bestudeer ik de mogelijkheden om in 2005 een voorstellingsavond voor jonge artiesten te organiseren. Uiteraard hebben wij twee daar, naar de toekomst kijkend, wellicht een commercieel belang bij, maar dat is een gezonde commerciële instelling. Als daardoor nieuwe talenten zich kunnen ontwikkelen is dat voor iedereen een goede zaak".
Even terug naar het enorm groot aantal artiesten. Jij schrijft voor allerlei soorten artiesten. Voor artiesten die kwaliteit hebben, maar ook voor artiesten die minder kwaliteit hebben. Hoe ga je daarmee om? Hoe kijk je daar tegenaan?
"Ik heb inderdaad liedjes gemaakt voor, kwalitatief gezien, de meest uiteenlopende artiesten. Van hoog tot laag. En voor de studio's waar die artiesten opnames maken geldt precies hetzelfde. Ik ben niet iemand die een artiest direct op zijn zangkwaliteit beoordeelt en bij een slecht oordeel geen samenwerking aangaat. Nee, in principe wil ik iedereen een kans geven en schrijf ik dus ook voor iedereen liedjes. En uiteraard krijg ik dan later ook wel eens CD's toegestuurd die ik maar één keer draai. Dat is zo. Ik vind het echter te ver gaan om mensen per definitie af te wijzen. Dat is niet mijn taak en vind ik ook niet prettig. Ik geef artiesten, die aan het begin van hun carrière staan, indien gevraagd, adviezen en tips en breng ze in contact met andere mensen die iets voor hun kunnen betekenen. En hoe het dan verder gaat, daar heb ik weinig invloed op. Daar wil ik ook geen invloed op hebben. Ik zorg voor een aantal liedjes, met een goed niveau, en veel meer kan ook ik niet doen. Zaken als PR, promotie, de keuze van de studio, de distributie van de CD, uitstraling, imago, dat zijn allemaal zaken die ontzettend belangrijk zijn, maar waarin ik slechts een beperkte rol speel. Uiteindelijk zijn dat namelijk zaken die elke artiest zelf zal moeten regelen. Zelfs de betere platenmaatschappijen kunnen dat niet allemaal regelen en perfectioneren. Het zou mooi zijn als dat wel zou kunnen, maar in de praktijk is dat in elk geval niet zo. En ik concentreer mij op dat gedeelte waarin ik de meeste affiniteit heb, namelijk het schrijven van muziek en tekst".
Je werkt veel samen met Lei de Bruijn uit Kerkrade. Lei is ook iemand die veel muziek schrijft en daarnaast veel arrangementen maakt en muziekbanden maakt. Hoe verloopt die samenwerking?
"Lei is naar mijn mening een echte 'crack'. Die man is een echte top-arrangeur. Lei is in enkele jaren tijd enorm bekend geworden binnen de Limburgse muziekscene en heeft inmiddels talloze arrangementen gemaakt. En dat doet hij allemaal in een piepkleine studio, want de woning van Lei is maar klein. Ik hoop dat Lei heel snel de overstap maakt naar een grotere woning, met uitgebreide studiomogelijkheden, want echt, hij kan veel en veel meer, en dan denk ik met name aan het werken met studiomuzikanten. En nogmaals, Lei beheerst zijn vak met 200%. Ook de gerenommeerde studio's gebruiken zijn arrangementen, dat zegt genoeg. Kortom, ik hoop dat ik snel een verhuiskaart van Lei krijg. Krijgt ie van Truus en mij een mooi wijnpakketje, ha ha!"
Hoeveel uren ben je per week bezig met het schrijven van muziek en teksten?
"Dat kan ik niet precies zeggen. De maandag is sowieso mijn schrijfdag. Dan ben ik soms wel 12 uur bezig. En op de andere dagen 's avonds, tot een uur of half elf. Dan kom ik thuis van mijn werk, eten, effe afwassen met Truus en dan ga ik naar boven. Al met al toch heel wat uren. Dat is ook noodzakelijk, anders zou ik nooit zoveel productie kunnen maken. Alle uren bij elkaar geteld zijn het toch wel meerdere jaren denk ik. Maar: ik doe het nog steeds ontzettend graag. Heel graag zelfs. Ik werk overigens alleen nog maar aan concrete opdrachten. Het is dus niet zo dat ik iets schrijf en het daarna in de kast leg. Dat was vroeger wel zo, maar nu niet meer".
Ben je, naast het schrijven en het zingen, ook nog op andere vlakken artistiek bezig?
"Vroeger heb ik geschilderd en cartoons gemaakt. Zelfs erotisch getinte cartoons. Die draad zou ik heel graag weer willen oppakken, maar daar is geen tijd voor. Ik weet ook niet precies waar ik mijn inspiratie vandaan haal, maar ze is er nog altijd, en in overvloed. Nee, ik ben dan wel inmiddels ruim de vijftig gepasseerd en ik stam dus uit het tijdperk van de dinosaurussen, maar deze jongen is nog lang niet uitgeblust. Vraag dat maar aan Truus!"