12 februari 2000
De Limburger op het web
Een puur Limburgs verbroederingsfeest
Door Peet Adams
KERKRADE Een bomvolle Rodahal in Kerkrade. Zo'n 3500 uitzinnige vastelaoves-fans. Veel sfeer en nog meer kleur. Dat was gisteravond het decor van het 24ste Limburgs Vastelaovesleedjes Konkoer. Een liedjeswedstrijd die steeds meer uitdijt tot een mega-evenement. Als de organisatoren de komende jaren al met een probleem geconfronteerd worden, dan is het wel het vinden van een accommodatie met voldoende ruimte.
Liedjeswedstrijd is trouwens niet het juiste woord voor wat zich in Kerkrade afspeelde. Een verbroederingsfeest is een betere aanduiding. Zonder chauvinisme, zonder chagrijn en met veel enthousiaste bijval voor elk van de negentien deelnemers.
Die deelnemers verkeerden zonder uitzondering in de zevende hemel als ze hun optreden achter de rug hadden. Zoals bijvoorbeeld Guus Steinen uit Guttecoven die z'n eigen nummer Tam-Tam op de planken bracht. "Heerlijk. Wat een feest. En wat een publiek. Daar doe je het toch allemaal voor. Het resultaat? Ach, dat komt op de laatste plaats.'
Het duo Thei en Marij, die voor Venlo uitkomen met het nummer Det hadde we motte weite, zijn stilaan niet meer weg te denken van het Konkoer. Ze doen al negen jaar op rij mee. Zeven keer eindigden ze bij de eerste drie.
Thei Sturme, de mannelijke helft van het duo: "Het is de fijnste avond van het hele seizoen. Het gaat om niets. De beste liedjes vallen vaak al in de voorronde af. Ja het gaat toch om iets; het noorden en zuiden van de provincie treffen elkaar op een fantastische manier.'
Thei heeft wel een waarschuwing in petto voor de organiserende LVK.
"Het systeem dat iedereen bonnen kan insturen om mede te bepalen wie de finale haalt, is uit de hand aan het lopen. Hele dorpen worden gemobiliseerd om zo liedjes naar voren te schuiven. Het is geen kritiek van mijn kant hoor, want ik zou niet een-twee-drie een ander systeem weten.'
De Leste Aom uit Roermond is als zeventiende aan de beurt. Het wachten in de artiestenfoyer is afzien. Is lijden. "Ach, het voordeel is dat het publiek alles leuk vindt als het al zoveel nummers heeft gehoord. En dat wachten? We hebben toch niks anders te doen', grappen de dames en heren van de Roermondse groep.
Naarmate de optredens vorderen, stijgt de temperatuur in de Rodahal. Er wordt geschunkeld, gesprongen, gedanst en volop meegezongen. Gaston Jacobs uit Ulestraten en de Venlonaren Wiel Vestjens en Gé Deenen zijn de laatste deelnemers. En dan begint het nagelbijten. Het woord is aan de jury.
Al snel wordt het duidelijk. Vestjens en Deenen nemen snel de koppositie in met het lied Josefien en staan die niet meer af. Wiel Vestjens mag met recht een veteraan genoemd worden. Hij won al zeven keer. Maar deze keer is toch iets speciaals. Josefien is geschreven door Wim Roeffen en Frans Boermans, de vermaarde Venlose tekstschrijver die vorig jaar overleed. Vestjens: "Ik heb het voorrecht gehad om jaren met Boermans samen te werken. Nu hij er niet meer is, had ik me voorgenomen om me extra te geven. Voor Frans.'