AVROBODE
juli 1999
'Mezzo' heet het radioprogramma waarmee Robert Long (55) op zijn eigen manier de traditie van Willem Duis' befaamde 'Muziekmozaïek' voortzet. Tevens brengt hij dit seizoen in de theaters 'Het lang genoeg jong concert', waarin fijn formidabele zang- en schrijftalent ten volle tot ontplooiing komen. Een gesprek over emoties, en vooral de rol die muziek daarbij speelt.
ZELFPORTRET
Robert Long
maakt Mezzo van Muziekmozaïek
„Ik zal het programma niet rigoreus omgooien, maar
wil mensen wijzen op muziek die ik zelf mooi vind"Door Joop Bromet
„Sommige kinderen hebben aanleg voor techniek of wiskunde, bij mij zat waarschijnlijk ergens een muzikaal molecuul verborgen. Vroeger zond de KRO regelmatig optredens uit van het jeugdcentraleorkest. Ze zongen teksten als 'Als in ons hart een lied weerklinkt'. Hoewel protestants opgevoed, was ik daar als jongen van acht totaal krankzinnig van. Het klinkt nu nóg mooi, hoewel ouderwets, maar het is heel ontroerend. Ik ben muzikaal gevoed door de radio: muziek bepaalde mijn stemming. Ik had geen duidelijke voorkeuren, vond heel veel mooi: Olga Lowina, de jodelzangeres. Max van Praag met 'De klok van Arnemuiden'. Muziek met een bepaalde weemoed, want er werd door deze zangers natuurlijk een groot drama geschilderd. Heerlijk.
Ik zal een jaar of vijftien zijn geweest toen ik mijn eerste plaat kocht: 'Hello Josephine' van Fats Domino. Ik was verslaafd aan dat nummer, vooral door het slagwerk. Het heeft tijden geduurd voordat ik die plaat ook echt kon aanschaffen Thuis hadden we geen pick-up, het kopen van platen was een luxe, dus liep ik platenzaken binnen en vroeg quasi achteloos naar een nummer van ene meneer Domino. Nadat ik er via de koptelefoon naar had geluisterd, zei ik dat dit toch niet was wat ik bedoelde. In een andere zaak herhaalde zich dan het verhaal. Zo kwam ik toch aan mijn trekken.
CLIFF RICHARD ALS INSPIRATIEBRON
Ik heb me nooit tegen zangers of groepen verzet, zoals toen veel gebeurde. Ik vond zowel The Stones als The Beatles mooi, Elvis natuurlijk. maar vooral Cliff Richard. Dat vond en vind ik prachtig. Afgelopen december ben ik in Londen geweest bij zijn 40-jarig jubileum. Fantastisch. De Royal Albert Hall zat vol met drieduizend mensen. Het was één grote liefde richting podium. En terecht, want daar stond iemand van wereldklasse. Cliff is één van de mensen door wie ik in het vak ben gegaan. Vanaf het moment dat ik hem zag optreden, ontstond er een onbedwingbaar verlangen om dat ook te kunnen. Ik heb iets dergelijks meegemaakt bij de eerste verfilming van 'Ciske de Rat'. Ik was ontroerd door dat jochie dar Ciske speelde, kreeg er koorts van, een soort onrust. Dat wou ik ook. Wat dat nou precies was, wist ik toen uiteraard nog niet. Elke acteur of zanger heeft behoefte aan aandacht. Eerst wil je in de belangstelling staan, daarna komt het professionalisme. Op een bepaald moment merkte ik dat ik makkelijk zong. Ik trad op met diverse popbandjes totdat op een bepaald moment Unit Gloria ontstond. Daar ben ik mee gestopt op een moment dat we in alle biertenten van Nederland hadden opgetreden. Ik dacht als ik nu niet ophoud, sta ik hier over twintig jaar nog. Ik wilde bovendien graag Nederlandse teksten schrijven en zingen. Vanaf mijn eerste lp 'Vroeger of later' is het toen heel hard gegaan. Een aantal nummers is later ook in het Duits opgenomen. ik heb er opgetreden: het liep voortreffelijk. Maar bij nader inzien had ik niet de ambitie om een buitenlandse carriére te maken. Ik had geen zin om constant op reis te zijn. Daar ben ik, eerlijk gezegd, te lui voor. Als je ook nog een sociaal leven wilt hebben, kun je niet alleen maar bezig zijn met wereldberoemd worden. Herman van Veen reist nog steeds de hele wereld over. Maar zo zit ik niet in elkaar. Voor mij geen leven in hotels. Dan maar niet wereldberoemd. Ik wil ook gewoon thuis een avondje scrabbelen.
PROVINCIES VOL TALENT
Het feit dat ik gevraagd ben om Willem Duys op te volgen. vind ik veel leuker, spannender en interessanter dan een hit in Duitsland. Platen en cd's heb ik al genoeg gemaakt. Willem Duys vervangen is natuurlijk een heel ander verhaal. Een enorme uitdaging, hoewel ik een hekel aan dat woord heb, omdat het tot zo'n cliché is verworden. Maar natuurlijk is het een enorme verantwoordelijkheid om één van de best beluisterde radioprogramma's van Nederland voort te zetten. Ik hoop er mettertijd een eigen kleur aan te geven. Ik denk niet dat je zo'n programma rigoureus moet omgooien, dat zou dom zijn. Wel zal ik andere accenten leggen. Er is in Nederland heel veel kwaliteit. Er zijn tal van artiesten die bij een veel te klein publiek bekend zijn. Ik ben bijvoorbeeld een grote fan van Wia Buze, een Groningse zangeres met een juweel van een stem. Ze vult de Martinihal met een gemak alsof ze Marco Borsato is. In vrijwel alle provincies heb je dit soort talent. Af en toe breekt een groep door, zoals De Kast of Bløf, maar dat is maar het topje van de ijsberg. Dit soort artiesten wil ik ook brengen. Ik wil mensen wijzen op dingen die ik zelf mooi vind en waarvan ik hoop dat zij dat ook vinden. Muziek speelt dagelijks een rol in mijn leven. Ik heb jarenlang elke zondagmorgen de Brandenburger Concerten van Bach gedraaid. Prachtige muziek. Ontbijtje nuttigen, muziek aan, de krant lezen. Heerlijk. Voor mij een mooi begin van de week.
BREEKBARE TEKSTEN
Sinds vorig seizoen sta ik weer in de theaters. Dat is een zeer bewuste keus. Ik had behoefte aan contact met een zaal. Als theaterpubliek lacht of ontroerd is, komt dat uit henzelf voort, en niet omdat een floormanager zijn hand omhoog steekt. Er gaat niets boven het totaal fictieve van het theater. Een voorstelling bestaat tussen acht en elf, daarna is het afgelopen. De volgende avond begint het opnieuw. Dat is ook het mooie: je bent bezig zeer iets dat mensen alleen maar in hun hoofd kunnen meenemen. Ik denk altijd in sferen. Mijn nieuwe programma eindigt met een korte tekst die erop neerkomt dat ik zeg: het kan me niet schelen wat ze na mijn dood op m'n grafzerk zetten. Als maar duidelijk is dat in ieder geval één persoon van me heeft gehouden. Die tekst is heel breekbaar. Daarvoor zit een heel uitbundig nummer. Ik houd van zo'n contrast. Mensen hebben een fantastische avond gehad, zijn blij en vrolijk er klinkt applaus. Ineens wordt het licht gereduceerd en klinkt dat kleine liedje. Als mensen dan met een brok in hun keel naar buiten komen, heb ik mijn doel bereikt. Zo'n diepte zul je op tv nooit bereiken.
BEGRAFENIS TOPTIEN
Ik heb altijd brieven van mensen gehad, maar het merkwaardige is dat het de laatste jaren steeds vaker gebeurt. Mensen schrijven me wat mijn muziek voor hen berekent of wat voor invloed mijn teksten hebben gehad op hun bestaan. Dimitri Frenkel Frank en ik staan in de toptien van begrafenissen en crematies met 'Vanmorgen vloog ze nog' uit de musical Tsjechov. Dat is uiterlijk, daar gaat het mij niet om in essentie. Maar afgaande op het soort brieven dat mensen me sturen, denk ik: ik heb het allemaal kennelijk niet voor Jan Joekel gedaan. En ik heb in die brieven wat voor mijn kiezen gekregen op het gebied van incest. echtscheiding, mishandeling en ziekten.
In het begin dacht ik: wat moet ik daar nu mee? Ik schrijf liedjes. Maar ik heb dus kennelijk een taak te vervullen in dit leven. Dat klinkt een beetje oudgereformeerd. maar het is wél zo en ik schrijf altijd terug. Ik merk dat heel veel mensen daar iets aan hebben. De laatste tijd ben ik bezig een selectie te maken van de mooiste brieven die ik heb ontvangen. Zo vond ik een keer in mijn kleedkamer een brief van een mevrouw uit Rotterdam wier man net was gestorven. Ze vertelde dat ze vaak naar mij kwamen kijken. Die brief bevatte een gedicht over een treinreis en over de panorama's en uitzichten waar haar man haar op had gewezen, en die ze anders nooit had gezien. Ze schreef erbij dat ze die avond voor het eerst alleen in de zaal zat. Ik vond het enorm ontroerend. Het greep me echt naar de ziel. En ik dacht: al zijn het er misschien maar een paar, zo'n brief bewijst dal je niet je hele leven tegen een muur hebt staan kletsen."Mezzo, zondag 10.04 uur, Radio 2